Dinsdag 1 januari 2008    Happy New Year!!!!!

Wij wensen iedereen een heel gelukkig, gezond en vrolijk 2008! Een nieuw jaar én een nieuwe tijd voor ons. De klok is weer een uur terug gezet waarmee we nu 3 uur verschil met Nederland hebben. Simpel gezegd zouden we 1 uur opnieuw kunnen beleven, welk uur zullen we daarvoor uitkiezen? Het Neptunes uur of het Oud en Nieuw uur? Verstandiger lijkt het om een crisis uur te nemen. Op 30 december zie ik tijdens de laatste ochtendwacht opeens een grote plooi onder in het voorlijk van de Genua. Wat krijgen we nou! Het voorzeil zakt vanzelf naar beneden. Dat betekent maar 1 ding; de val (lijn die het voorzeil naar het topje van de mast omhoog hijst) boven in de mast is doorgesleten. Nu al? En we hebben niet eens zwaar weer gehad. Snel Warren uit zijn kooi roepen en samen het zeil binnen de reling zien te houden, daarna met zeilbandjes aan de reling vastbinden tegen wegwaaien. Alleen met het grootzeil op liggen we nu bijna stil, afgezien van het rollen door de deining. Warren trekt de klimbroek aan en gaat via de maststeps naar de top van de mast, hopende dat de val nog uit de mast komt. Ik sta onder aan de mast met de veiligheidslijn in de aanslag. Het ziet er vervaarlijk uit zoals de mast van links naar rechts en van voor naar achter zwiept met Warren die zich bovenaan vast moet klampen. Helaas is de val in de mast gezakt en moeten we hem vervolgens beneden in de mast uit de doorvoer trekken. Die is dus echt stuk, finaal doorgesleten op een plek die je niet verwachten mag. Voorlopig hijsen we de werkfok op de kotterstag, zodat we weer enigszins vooruit gaan. Warren probeert een splits voor een nieuwe lus te maken, waar dan de wartel aan kan om de Genua weer mee omhoog te trekken. Om een lang verhaal iets korter te maken, we bezwijken bijna van de hitte (en opwinding) en de splits wil niet lukken. We zetten er tijdelijk een alternatieve knoop in, Warren weer de mast in met een dun touwtje waaraan moertjes geknoopt als gewichtjes. Dit touwtje moet boven in de mast de doorvoer in en via de binnenkant van de mast weer naar beneden. Daar moet ik hem er dan uitpulken en vervolgens zouden we de val aan dat touwtje geknoopt door de mast naar beneden moeten trekken. Je raadt het al, dat wil ook niet lukken. Warren kan er niet goed bijkomen om dat touwtje met gewichtjes de mast in te krijgen. Dit kan dus niet eerder gerepareerd worden dan in Brazilië. We gebruiken de Genaker-val om de Genua weer te kunnen hijsen en de werkfok kan er weer af. Dan blijkt ook nog dat het invoerblokje aan de voorstag verdwenen is, dat kan er ook nog wel bij. Het lukt gelukkig om toch de Genua in de rail te krijgen, voorzichtig stukje voor stukje omhoog en we zeilen weer. We duimen dat het allemaal blijft zitten tot aan Recife. Dus, als we een uurtje over mogen doen, hadden we voortijdig de bijna gebroken val naar beneden kunnen halen en was hij in de mast blijven zitten. Dan was een nieuwe splits voldoende geweest om het probleem te verhelpen. Over de watermaker, ja alweer, heb ik te vroeg gejuicht. Hij doet nu niks meer en we zijn er helemaal klaar mee. Zodra we in Recife zijn, sturen we het hele apparaat terug naar Zwitserland. Daar moeten ze hem eerst maar eens goed laten functioneren, voordat we hem terug willen. We hebben af en toe opstappers, 3 vogels die 's nachts om beurten een tijdje komen uitrusten op de overlooprail op de buiskap. Als we zeilen moeten verstellen, trekken ze zich daar niets van aan, geweldig! Het Oud en Nieuw ritueel gaat, evenals Kerst en Sinterklaas, een beetje aan ons voorbij. Ook nu kunnen we weer kiezen wanneer HET moment is. Zullen we gelijktijdig met Nederland toasten, nemen we UTC tijd of is het echter als we onze lokale boordtijd aanhouden. Weet je wat, we doen ze alledrie. Het spreekwoord is niet voor niets: drie keer is scheepsrecht. Aldus geschiedt. We hebben nog geen vuurpijlen die over de datum zijn, dus vuurwerk denken we er wel bij. Proost, lieve schat, ik wens de Nightfly met haar bemanning een behouden vaart in het nieuwe jaar!

Vrijdag 4 januari 2008  06.30 lokale tijd Recife, Brazilië

Het is donderdag ochtend, bijna 03.00 uur. Nog heel even en dan mag ik Warren zijn plekje op bed overnemen. Opeens kraakt de marifoon en hoor ik een stem. Op zich niet zo vreemd, want daar is dat ding voor gemaakt. Maar als je dagen geen schepen ziet of hoort, schrik je altijd weer even. Ik vlieg dus naar buiten om te zien of ik een schip over het hoofd heb gezien. Zitten we al op aanvaringskoers? Buiten in het donker kijk ik goed rond, nee, geen schip te zien. Maar wel zie ik de Genua die weer met een plooi in het voorlijk staat te klapperen. Ik doe snel het deklicht aan en constateer dat het zeil onderaan uit het lijk is gescheurd! Alweer moet ik Warren wakker roepen en samen halen we de Genua naar beneden. Het blijkt dat de halshoek is uitgescheurd, daardoor kreeg de wind vat op het zeil dat nu te los zat. Nou, dat wordt dus een dikke reparatie. We binden de Genua met zeilbandjes netjes op aan de reling en halen een kleinere Genua (High Aspect) te voorschijn die ook in de Furlex rail past. Dit zeil is eigenlijk bedoeld voor zwaarder weer, maar is nu de beste oplossing die we hebben. Allebei komen we behoorlijk nat en zout weer terug in de kuip en denken: het zit ons niet mee op het laatste stuk. Inmiddels is het 3.30 uur, dus ik duik gauw mijn kooi in. Warren laat me bij de volgende wissel een half uurtje langer liggen. Hij mag daarna zo lang blijven liggen als hij wil. Regelmatig komen er donkere dreigende luchten over jagen. Warren merkt op dat er aardig wat wolken druk aan het regenen zijn. Boven de Nightfly blijft het meestal droog wat soms jammer is. Het is een welkome afkoeling en wasbeurt voor schip en bemanning. De eerste golf heeft de weg naar binnen ook gevonden. Omdat het zo bloedheet is, proberen we af en toe eventjes te luchten door een raampje of dakluik open te zetten. En dat gaat natuurlijk een keer fout. De zee lijkt rustig, maar er zit altijd een venijnige golf tussen die zo nodig hoger wil komen dan de rest. Via het keukenraampje komt er een dikke plons binnen die lekker sopt op het achterbed. Kussen, dekbedhoes, slaapzak kunnen naar buiten, de zon is genadeloos heet, dus het droogt vrij snel. Ondertussen lezen we alles in de pilot wat er over Recife geschreven wordt. Er zijn 3 jachtclubs waarvan er 1 ongeschikt is vanwege te geringe diepgang. We worden nu steeds ongeduldiger om aan te komen. Het zout zijn we zat, het klamme beddengoed, de stinkende was en de zooi binnen zijn aan een opknapbeurt toe. Het geslinger en gehobbel heeft nu lang genoeg geduurd. De blauwe plekken en schrammen zijn nog steeds aan de orde van de dag. Maar ons geduld wordt nog danig op de proef gesteld. De windrichting (ZZO) werkt niet mee, we moeten de laatste dagen hoog aan de wind varen en worden door de stroming met 2 knopen naar het NW weggezet. Mijn 1e aquarelletje, de Braziliaanse vlag, hangt fier te wapperen in het want onder de Q-vlag (quarantaine). Daarmee geef je aan dat je voor het eerst voet aan wal gaat zetten in het land. Het is telkens een sport wie van ons het eerst land ziet of ruikt. Warren wint op zicht, ik op geur. In onze laatste nacht op zee genieten we weer van een prachtige sterrenhemel. De Grote Beer en Orion zijn nog steeds te zien. Straks gaan we op zoek naar het Zuiderkruis. En dan..........na 24 dagen en 14 uur liggen we vast aan een mooring bij Pernambuco Iate Clube in Recife.

Zondag 6 januari 2008   Recife, Pernambuco Iate Clube

Een roeibootje maakt zich los van de kant en roeit naar de enige vrije mooring die beschikbaar is. Twee getaande bruine mannen maken met gebaren duidelijk dat wij daar mogen liggen en helpen met vastmaken. Ze maken een douche gebaar en wijzen naar de kant dat we mee mogen, zouden we zo stinken? Met een gevoel van lichte opwinding bekijken we ons nieuwe uitzicht. De jachtclub zelf stelt niet zoveel voor, hij ligt binnen het rif waarop een breekwal is gebouwd. Er liggen nog 5 zeilboten waarvan maar 1 buitenlandse waar de Franse vlag wappert. Om ons heen roeien vissersbootjes met hun netten achter zich aan en iedereen zwaait met een dikke glimlach op het gezicht. Schuin aan de overkant van de brede riviermonding liggen vrachtschepen die gelost moeten worden, sleepboten en een enkel cruiseschip. Er zijn veel vervallen kleurloze gebouwen met daartussen hoge torens in aanbouw. Nadat we eerst een stevig ontbijtje met een kop koffie nemen, roeien we met onze douchespullen naar de kant en voelen sinds lange tijd weer vast bodem onder onze voeten. Er is een openlucht restaurant die in de pilot als heel goed wordt beschreven. Verder een langwerpig gebouwtje waar links de keuken met de nodige bedrijvigheid zit en aan de andere zijde een gezin woont. Een rondbuikige bruine Braziliaan reikt ons een formulier van de club aan dat we in moeten vullen voor de inklaring en wijst ons de douche/toilet ruimte dat zich aan de achterzijde van het restaurant bevindt. Er staan een paar bootjes op het droge waar aan gewerkt wordt. Na een heerlijke koude douche waar we geen genoeg van kunnen krijgen, worden we door de meneer van de mooring in zijn taxi roeibootje naar de overkant van de rivier geroeid. Eerst gaan we naar een -door een handvol bewapende politiemannen beveiligde- bank om Braziliaanse Real te pinnen. Vervolgens gaan we op zoek naar de diverse instanties waar we ons moeten inklaren. Dat valt uiteindelijk niet mee. Het is echt ontzettend drukkend warm weer waar we aan moeten wennen en we worden voor ons gevoel van het ene kantoor naar het andere gestuurd. Ze liggen natuurlijk niet naast elkaar, maar straten van elkaar verwijderd. De één weet niet dat we ook bij de ander moeten wezen. Het is echt lastig dat we de taal niet spreken, een paar woordjes maar. Als we bij de Federal Police/Immigratie zijn geweest, hebben we ons 3 maands visum op zak die we binnen 90 dagen voor maximaal 3 maanden kunnen verlengen. Deze meneer vertelt vrolijk dat we nu klaar zijn en naar de Portobras (Capitanos de Portos) kunnen. Bij een prachtig oud militair gebouw bellen we bij de poort aan en mogen naar binnen. Nee helaas, we moeten eerst nog naar de gezondheidsdienst (Sanitaria) en naar Customs (Alfandega) voordat zij ons kunnen inklaren. Afijn, we zijn rond 10.30 uur begonnen en klokslag 17.00 uur zijn we klaar en kunnen ons taxibootje op de afgesproken tijd terug halen. 's Avonds willen we in het restaurant gaan eten, maar onze Franse buren vertellen dat ze maar tot 19.00 uur open zijn. Da's nou erg jammer als je daar op rekent, maar we worden uitgenodigd bij hen mee te eten. Geweldig, zulke buren. Dan hebben we gelukkig nog 1 dag voordat onze vrienden arriveren. De hele zaterdagochtend gebruiken we om schoon schip te maken en 's middags lopen we over de 1 km lange weg langs de breekwal naar de wijk Brasilia waar winkeltjes te vinden zijn. Hier krijgen we echt het gevoel dat we in een andere wereld terecht zijn gekomen. We lopen over ongeasfalteerde stoffige wegen waarlangs huizen staan die niet af lijken en zonder glas in de ramen. Iedereen is buiten, hangt in een stoel of staat met elkaar te kletsen. Bijna elk huis verkoopt wel iets in de vorm van eten of drinken. We vinden een stalletje waar het zoet ruikt van het mooie fruit en groenten die er goed uitzien, waarvan we lekker veel kopen voor weinig geld. In een supermarktje kunnen we vers brood en vlees van het mes krijgen. Ook al lijkt de tijd hier stil te hebben gestaan, natuurlijk is er wel een -airconditioned- internet café waar we voor 0,40 eurocent per uur kunnen internetten. Eindelijk kunnen we alle verjaardags -en nieuwjaarswensen lezen die jullie allemaal hebben gestuurd. Jammergenoeg is er geen Skype geïnstalleerd, wat we later wel vragen en ze alsnog doen. Iedereen is erg vriendelijk en behulpzaam. Bij het gezin dat bij de jachtclub woont, zegt één van de aanwezige mannen dat de vrouw des huizes onze twee C1000 tassen vol was (met de hand blijkt later) wel wil doen. Zondagochtend gaan we bijtijds met de bus naar het vliegveld waar we Roeland en Marjon op gaan halen. Het blijkt dat we echt bijtijds zijn, want we lopen nóg een uur voor op de tijd. Ze hebben hier zomertijd waar wij geen rekening mee hebben gehouden, dus 4 uur verschil met Nederland. Het is een vrolijk weerzien en we hebben allemaal veel te vertellen over ieder onze eigen reis. Zij hebben Oud en Nieuw in Rio de Janeiro op het Copacabana strand gevierd en daarna nog meer plaatsen bezocht. We eten heerlijk op het terras bij onze jachtclub in de ondergaande zon en na het installeren op ons bootje gaan we allemaal lekker slapen.

Zondag 13 januari 2008   Recife

(stond vroeger bekend als het Venetië van Brazilië, een wirwar van moerassen en eilanden. Prins Maurits maakte het gebied bewoonbaar door de aanleg van kanalen)

Het is een warme week waar we op terug kijken. Op de boot creëren we binnen wind door met een douchegordijn (dat heb je toch allemaal aan boord nietwaar) een windvanger te maken die de wind door het dakluik naar binnen blaast. Dit is echt broodnodig, want je smelt hier werkelijk waar. Gelukkig waait het langs de kust altijd. Dinsdag gaan we met de bus naar Olinda, een stadje ten noorden van Recife, dat als een openluchtmuseum op de heuvels ligt met uitzicht over de oceaan. Het is door UNESCO uitgeroepen tot Wereldcultuurmonument. Zodra we uit de bus stappen, worden we aangesproken door een jongeman in een geel shirt die ons wijsmaakt dat we gratis een rondleiding kunnen krijgen. Hollands als we zijn, gaan we daar graag op in. Iets verder op worden we overgedragen aan een collega (in het geel) van hem die beter Engels spreekt. We wandelen totaal zo'n 3 uur door nauwe straatjes met prachtige 17e-eeuwse koloniale huizen in felle kleuren. Veel gebouwen zijn oorspronkelijk uit de 16e eeuw, maar in 1631 hebben de Hollanders bijna alles platgebrand! Het meeste is later gereconstrueerd. Aan het einde van de rondleiding blijkt wel degelijk dat de gids geld wil hebben. We onderhandelen een tijdje en voelen ons genaaid. We vinden een heerlijk met bomen overdekt openlucht restaurant, waar je per kilo je eten betaalt. Er is een buffet met lekkere salades, warme gerechten en toetjes. Elk bord dat je opschept, zet je op een weegschaal en het bijbehorende bedrag wordt op je nota gezet. Werkelijk heel goedkoop (en lekker), want we eten ieder inclusief drank voor nog geen 6 euro. Er worden ook wat klussen geklaard. De val voor de Genua wordt weer in de mast geschoren, nu gebruiken we visloodjes voor het gewicht aan het touwtje. De watermaker wordt door de mannen onder de loep genomen en ieder onderdeeltje beredeneerd. Waar kan het euvel zitten. Uiteindelijk vinden we twee plekken waar geen O-ringetje zit. Nadat deze er in zitten, lijkt hij op gang te komen. Vooralsnog juichen we niet te hard, maar testen hem elke dag, tot nog toe met succes. We struinen een dag met zijn vieren door de historische wijk Santo Antônio, lopen over pleintjes, drukbevolkte nauwe straatjes met allemaal venters. Overal staan karretjes met vers tropisch fruit en drankjes van o.a. suikerriet, zo af en toe proberen we iets uit. Jochies verzamelen oud karton en lege blikjes, plastic bekertjes waar ze geld voor krijgen. We komen langs een kerk waar een dienst bezig is. We kijken met verbazing hoeveel godsdienst verering er is. Het kruis waar de priester mee door de kerk loopt, wordt vol overgave aangeraakt en bejubeld, er huilen mensen en er wordt massaal geapplaudisseerd. Een grote markthal staat vol met kraampjes waar kleding, lokale handarbeid, prullaria en nog veel meer wordt aangeboden. Winkels puilen uit met attributen voor de komende carnaval. Het is al met al een vrolijke boel. Onze vrienden hadden zich een andere voorstelling gemaakt van onze ligplaats en dromen van strand en baaitjes. Ze voelen zich opgesloten en dat kunnen wij best begrijpen. Je kunt niet zomaar aan wal stappen, altijd moet er eerst geroeid worden naar de kant. We hebben hier echter geen andere keuze en we willen nog niet verder zeilen voordat de meeste zaken gerepareerd zijn. Ze besluiten een paar nachten een hotel 50 km zuidelijker aan het strand te nemen. Voordat ze dinsdag weer naar huis vliegen, gaan we maandag nog gezellig samen dineren, waar we voor worden uitgenodigd. Warren neemt alle roestplekjes onder handen, zodat Nightfly er weer spic en span uitziet. Als we na de dagelijkse boodschapjes door de wijk Brasilia lopen, staat de deur open van het fitness lokaal. Achterin staan een aantal mannen en 2 vrouwen klaar om de dans Capoeira te gaan uitvoeren. Binnen krijgen we allebei een stoel aangeboden en bekijken het schouwspel. Het is van oorsprong een door slaven ontwikkelde vechtsport met de voeten die als dans gecamoufleerd is. Zij mochten van hun eigenaren uiteraard niet vechten en deden het voorkomen als gymoefeningen. De dans wordt begeleid door muziek van een berimbau, een metalen Afrikaanse boog met 1 snaar en een tamboerijn. Er wordt driftig bij gezongen en telkens gaan twee mannen samen de dans doen. De atletische bewegingen zijn combinaties van vliegende trappen, draaiende bewegingen in handstand en achterwaartse sprongen, die ze van elkaar moeten zien te ontwijken. Het ziet er heel enerverend uit en de zweetdruppels vliegen in het rond. Een klein jongetje en een meisje mogen af en toe ook meedoen, wat een komisch gezicht is. Het jongetje wijst naar de grote man dat hij verder moet bukken, anders past zijn draaiende voetbeweging niet over hem heen. Aan het eind worden de lokale dames ook bij de hand genomen om mee te doen en je raadt het al, Warren en ik worden ook de vloer opgetrokken. Tussen die temperamentvolle mensen voelen wij ons stijve harken, dus dat wordt meer oefenen. Waar we ook nog iets aan moeten veranderen, is de fio dental ofwel mijn tandenflos. Naast het gebruik voor mijn gebit, kan het ook dienst gaan doen als stringetje voor op het strand. Dan val ik tenminste niet meer op met mijn degelijke bikini die ik nu heb.

Zondag 20 januari 2008 Recife

Onze kluslijst is alweer geslonken! Het voorzeil is weer picobello gerepareerd door Warren, zowel het voorlijk is stevig vastgenaaid als wel de halshoek waar we een ring in hebben genaaid om schavielen te voorkomen. We hebben extra lijnen kunnen kopen voor een prikje, de prijs gaat hier per kilo i.p.v. per meter. Daarvan hebben we alvast een extra val in de mast geschoren, zodat we nu een reserve hebben. Ons afscheidsetentje met Roeland en Marjon laat ons tonnetje rond naar buiten komen. Ze hadden zich voorgenomen om ons gewicht weer een beetje op peil te brengen en dat is ze goed gelukt. We kunnen van een ongelofelijk uitgebreid saladebuffet halen wat we willen, daarnaast komen obers af en aan langs met spiesen met allerlei soorten gegrild vlees en vis. Deze weigeren we vaak genoeg, we zijn het niet meer gewend om zoveel keus te hebben. Op dinsdagochtend zwaaien we onze vrienden uit bij de gate op het vliegveld, die een lange terugreis voor de boeg hebben. We nemen de bushalte naar shopping center Recife, waar alle mogelijke moderne winkels te vinden zijn. We lopen bij de profider van onze Braziliaanse telefoonkaart binnen, waar gelukkig één dame Engels spreekt. Zij vertelt ons dat elke staat in Brazilië net zo gezien wordt als elk land in Europa, waarbij de kosten bij grensoverschrijding hoog oplopen. Dat betekent dat we in elke staat een nieuwe kaart zullen moeten kopen. Daarna gaan we naar oud Recife waar we heerlijk over de markt struinen en genieten van de oogstrelende fruitkramen, vrolijke Brazilianen en constateren dat we ons erg prettig voelen in deze geweldige stad. Ook de wijk Brasilia vinden we gezellig om regelmatig doorheen te wandelen. We worden al herkend en met veel plezier steken ze de duim naar ons op, roepen van alles en wij drinken een biertje bij de lokale kroeg vlakbij het strand. Ook de jachtclub geeft ons het gevoel dat we erg welkom zijn. Het is hier bovendien spotgoedkoop om te liggen, we betalen per dag 5 real (± 2 euro) waarbij de eerste 2 dagen gratis zijn, dat vindt je nergens in Nederland. Op de ankerplek is het weer wat drukker geworden, inmiddels hebben we gezelschap gekregen van twee Zwitserse jongens en een Belgische solozeiler. Onze Nightfly mag zich tot de grootste en meest luxe boot rekenen deze keer, vrij uitzonderlijk. Beide buurtboten hebben niet eens een toilet aan boord. We eten een avond bij de Zwitsers met de nodige caparinha's, rum met suiker en limoen erin. En één avond gaan we samen op stap en begeven ons de tussen de hossende mensen die nu al vieren dat het Carnaval in aantocht is. Alle straten en pleintjes zijn versierd met lange slingers en kleurige afbeeldingen op grote borden, maskers worden bij de tafeltjes verkocht. We dansen mee met de lokale bevolking op de live muziek van bandjes. Nergens voelen we ons onveilig, ook al ziet niet iedereen er even fris uit. Het water om ons heen is ook erg vuil, er drijft allerlei rotzooi is. Het is duidelijk dat ze zich daar niet erg druk over maken. Wel jammer dat we nu geen verfrissende duik kunnen maken. Warren waagt zich toch een paar keer in het water om de boot rondom wat schoner te maken. Er is ontzettend veel aangroei door het warme water (29° C). En dat is niet bevorderlijk voor de snelheid als we straks weer gaan zeilen. En dat moment is weer aangebroken. We willen weer verder, genoeg gerust. Op vrijdag gaan we vol goede moed op stap om ons uit te klaren bij de diverse instanties. Maar bij de Federal Police (immigratie) vertelt een vriendelijke meneer ons dat we uiterlijk 48 uur voor vertrek pas kunnen uitklaren. En aangezien we a.s. maandag willen vertrekken, kunnen we zaterdag pas terecht voor de noodzakelijke stempels. Als we zaterdag met de gestempelde uitklaringformulieren van zowel de immigratie als van de customs bij de Capitanos de Portos aankomen, is daar de stempelbevoegde meneer er niet. Of we om 13.00 uur terug willen komen. Oké, wij gaan in de tussentijd wat verse groente en fruit inslaan op de markt en bekijken de Capela Dourada, de gouden kapel. Volgens de verhalen bevat deze kerk meer goud dan alle andere kerken in Brazilië, met uitzondering van de São Francisco kerk in Salvador. Het is inderdaad overdadig veel goud wat er blinkt in deze 17e eeuwse barokke kerk. Als we ons klokslag 13.00 uur weer melden bij de Capitanos, worden we opnieuw weggestuurd om zelf fotokopieën te laten maken van de formulieren die zij nodig hebben. Ik zeg dat de vorige keer de kopieën bij hun gemaakt konden worden, maar helaas het is zaterdag, dus het fotokopieerkamertje is gesloten. Nadat we dit circus uiteindelijk klaar hebben, zijn we "vrij" om binnen 48 uur verder te gaan. Mochten we om welke reden dan ook later willen vertrekken, moeten we ons eerst weer inklaren om vervolgens weer uit te klaren. Doe je dat niet, dan heb je een forse boete van 2000 US$ aan je broek hangen. Te bedenken dat we dit traject bij elke volgende haven zullen moeten ondergaan. Dus, na onze siësta vandaag gaan we voor de laatste keer naar Brasilia om onze mail op te halen en nog een skype sessie te proberen met familie. En morgenvroeg kunnen we de gerepareerde zeilen weer aan het werk zetten.

Vrijdag 25 januari 2008  Maceió

Wat een onverwacht, leuke laatste avond in Recife. Als we na het skypen teruglopen naar "onze' jachtclub (duur woord voor wat het hier voorstelt trouwens), zijn ze bij de keuken van het inmiddels gesloten restaurant met wat keuken- en bedieningspersoneel en de eigenaresse, Christina, aan het nakletsen. Daarbij wordt door één van de mannen gitaar gespeeld en gezongen. Ons wordt gevraagd of we ook een biertje meedrinken en zingen mee met diverse soms wat moeilijk herkenbare Engelstalige liedjes. Op verzoek zingen we ons Nederlands volkslied. We wisselen onze e-mail adressen uit en duiken ons bed in. De zeiltocht van 40 Mijl op maandag eindigt bij het privé eilandje Ilha de Santo Aleixo waar we tussen de riffen onze weg zoeken naar een ankerpek. Als het laag water wordt, verkassen we nog net op tijd, want we voelen dat we al op de bodem liggen! De volgende dag maken we een tochtje van 10 Mijl zuidwaarts naar een dorpje Tamandaré. De aanloop tussen de riffen is niet echt moeilijk. Er liggen 2 vissersschepen vast aan een steigertje met voor en achter lange lijnen zonder ankerboei. Wij blijven op redelijke afstand, maar opeens voel ik iets aan het roer. Ik zet direct de motor in zijn vrij en zie onder onze boot een lijn, de ankerlijn van die vissersboot! We worden door de wind verder naar die boten geblazen en even later liggen we muurvast met hun lijnen onder onze kiel. Er staan nu wat mannen op die vissersboot een beetje dom te kijken hoe wij dat op gaan lossen. Er komt een motorbootje ergens vandaan om ons te helpen, we leggen een lijn vast aan hun bootje en ze proberen ons er vandaan te trekken. Ik zet onze motor met vol vermogen in de achteruit, maar er gebeurt niets. Warren trekt zijn handen open aan 1 van die lijnen waar allemaal schelpjes op zitten. Daarna probeert hij in het water telkens op die lijnen te springen en naar beneden te duwen. Iedere keer als hij weer onder water verdwijnt, ben ik bang dat ie niet meer boven komt. Uiteindelijk lukt het Warren om ons definitief te bevrijden en varen we opgelucht naar een ankerplek ver weg van hen. Behalve een gebroken windvaan blad, verfschade onder de kiel en ons beschadigde ego loopt het verder allemaal met een sisser af. Zodra we met ons bromvliegje door de branding op het strand landen, worden we aangesproken door een Zwitserse meneer die hier een vakantiehuis heeft. Hij biedt ons direct zonder pardon zijn auto, een buggy, aan om het dorp te bekijken. We bedanken vriendelijk omdat we liever lopend de omgeving verkennen. Die geeft ons een beetje de indruk van "de hut van Oom Tom". Als je je ogen dicht doet, zie je zo de slavenhutjes staan. We vinden een Italiaanse pizzeria waar we heerlijk eten. De volgende ochtend maken we eindelijk weer eens een duik in het niet echt verkoelende water (30°C). Bij Recife was het water te vuil en bovendien werd daar behoorlijk gewaarschuwd voor haaien! Een lange wandeling over het niet al te drukke strand waar we ons blijven verbazen over de toch al bruine/zwarte mensen die nog bruiner willen worden. Kleine kinderen lopen onbeschermd in de brandende zon. Over kanker wordt hier niet nagedacht lijkt het. Daarna langs de vele piepkleine winkeltjes. De een verkoopt alleen maar haarproducten, een ander alleen water en eieren. Zo zul je niet gauw nee hoeven te verkopen. Over de stoffige wegen lopen soms ook paarden en ezels, die een bende maken van de vuilnisbakken. Bijna elk huis hier is afgesloten door een traliehek waarachter een veranda met wat plastic stoelen en een hangmat. Van de binnenkant hoef je je niet veel voor te stellen, het ziet er allemaal erg sober uit. Als we weer bij de bromvlieg komen, ziet de Zwitser ons lopen. Hij nodigt ons uit voor koffie en een borrel 's avonds wat we graag accepteren. Freddy en Ursula, gepensioneerde zestigers, wonen in een prachtig huis met een weelderige tuin. Ze wonen al 40 jaar in Brazilië en hun vaste huis staat 200 km het binnenland in. Ze willen de volgende ochtend met ons in hun buggy naar de mangrove, waar het toerisme inmiddels ook heeft toegeslagen. Bora Bora ligt aan een lagune aan zee waar natuurlijk een restaurant met terras is verrezen. Ook hier maken we een lange strandwandeling en praten honderduit. Ze trakteren op een drankje met hapjes en daarna lunchen we gezamenlijk. We genieten van hun bijzondere gastvrijheid en vriendelijkheid. Na vertrek heeft Tamandaré een apart plekje in onze reis gekregen. We zeilen weer een nacht door, wederom een heldere sterrenhemel met volle maan. Af en toe worden we opgeschrikt door een vissersbootje waarvan we alleen kunnen raden of hij nu van ons af vaart of naar ons toe komt. Navigatieverlichting bestaat bij hen alleen maar uit een dikke tl verlichting waar je bijna door verblind wordt. Al vroeg in de nacht, laten we het grootzeil vallen om de snelheid er uit te halen. Anders komen we in het donker aan. Vanochtend zijn we voor anker gegaan in de baai bij Maceió, de hoofdplaats van Alagoas, de volgende staat. We zijn er niet erg door gecharmeerd, onze landing met bromvlieg gaat over een strand met ontzettend veel rotzooi  en stinken! De stad zelf heeft voor ons niets aantrekkelijks en we besluiten direct bij het inklaren dat we ons ook gelijk weer laten uitklaren. Daarvoor moeten we natuurlijk nog een keer extra terugkomen bij de Capitanos do Portos en wel op zaterdagochtend om 08.00 uur! Ik heb me voorgenomen om voortaan mijn liefste gezicht te trekken en ze vervolgens in het Nederlands de huid vol te schelden over hun idiote bureaucratische papier winkel. We vertrekken zondag weer en gaan dan in een ruk door naar Salvador, 2 1/2 dag varen.

Donderdag 31 januari 2008   Salvador de Bahia

Wat is dat toch een aparte gewaarwording, de opkomst van de maan. Dat kun je alleen maar in volle glorie beleven als je op zee zit met een vrije horizon van 360°. Overal is het donker, op wat lichtjes in de verte van vissersbootjes na. Opeens verschijnt er een vurig rood schijnsel wat je niet direct kunt thuisbrengen. Soms lijkt het of het een licht is van een groot schip. Maar dan begin je de vorm te herkennen die steeds ronder en geler wordt. De Maan vergezelt ons weer vannacht. Het geeft een gevoel alsof er een gezellig schemerlampje aan is, zolang er geen wolken voor gaan zitten klieren. Na ruim 2 1/2 dag varen we rond 18.00 uur, net voor donker, de Marina van Clube Nautico de Bahia binnen. We zijn in Salvador, de hoofdstad van de staat Bahia. We worden op de pontoon enthousiast opgewacht door Jan en Joanneke van de Witte Raaf, die we alleen nog maar via de radio hebben gesproken tijdens de oversteek. Een hartelijke kennismaking volgt én een weerzien met Paco, de Belgische solozeiler op de Rocinante, en de twee Zwitserse jongens, Ben en Frederique van de Dira. Ons "nieuwe" vriendenkringetje begint zich weer een beetje te vormen. Er ligt nog 1 Nederlands schip hier, Tranquilo een prachtige Bestevaer 56, waarmee Bart onderweg is ook naar Antarctica. Onze eerste avond in Salvador laten we ons op sleeptouw nemen door de 4 jongens en maken kennis met een bruisende stad. Salvador is opgedeeld in de historische Cidade Alta (hoger gelegen delen) en de nieuwere Cidade Baixa (lagergelegen stad). Deze twee worden verbonden met een lift, de beroemde Elevador Lacerda, een op art deco geïnspireerd bouwwerk uit 1930, die 80 meter loodrecht omhoog gaat. Overal muziek en kleurrijke mensen, er is hier duidelijk een Afrikaanse invloed terug te vinden. Er wordt bijzonder gewaarschuwd voor zakkenrollers en dieven, dus nemen we zo min mogelijk mee. Inmiddels heb ik mijn trouwring ook maar even veilig opgeborgen. Het is best weer luxe om in een haven te liggen, lekkere douches en toiletten, water en elektriciteit op het pontoon. Niet onbelangrijk de gezellige steigerpraatjes en bijna iedereen heeft wel ergens een probleempje mee waar de ander weer bij kan helpen. En dan is Warren als oorspronkelijke elektricien best wel favoriet. Vooral de defecte koelkasten zijn vervelend als je een lekker koud biertje wilt. Na zo'n middagbiertje bij de één volgt een borrel 's avonds bij de ander. Het inklaren hier gaat redelijk snel bij een ongelofelijk nors en streng sprekende dame. Het lieve glimlachen van mij werkt helaas alleen bij mannen. De hele dag door klinkt er zo af en toe een gefluit met de mooiste melodietjes door de haven. Verspreid in de haven liggen er wat militaire gebouwen en om te laten weten dat er een of andere officier is gearriveerd, geven ze dan signalen door en wordt er gebruik gemaakt van een fluitje. Vanochtend bij een mega supermarkt boodschappen gedaan. Hier is eigenlijk alles wel te krijgen, zelfs gedroogde tomaatjes in olie, jammie! Maar de mensen zijn hier behoorlijk asociaal aan het winkelen. Je moet oppassen dat je niet omver wordt gereden door een overvolle kar. Als ze dan vervolgens bij de kassa komen, besluiten ze om toch maar niet zoveel te kopen en gooien stukken bevroren vlees, zakken verse broodjes en weet ik wat in een mandje dat onder de kassa staat. Rare jongens die Romeinen, zou Obelix gezegd hebben. We maken ons hier op voor hét Grote Feest, Carnaval. Onafgebroken 4 dagen én nachten gaan ze hier de straat op tot ze er bij neervallen. We zullen zien hoelang wij het volhouden. En na Carnaval komen dinsdag Wendy, Jan-Durk en de pinda aan in Salvador. Ze blijven zo'n 2 weekjes bij ons logeren en we willen met ze gaan cruisen door de Baía de Todos os Santos, Baai der Allerheiligen, vernoemd naar de ontdekking op 1 november 1501 door Amerigo Vespucci. Het schijnt een paradijsje voor de zeilers te zijn met mooie strandjes, baaitjes en vissersdorpen. We zijn ongeduldig en kunnen bijna niet wachten tot ze er zijn!!!

Maandag 4 februari 2008  Salvador (Suzanne en Carool, proficiat!! )

De haven loopt langzaam leeg. Vandaag start hier vandaan de rally Route du Soleil die via Fernando de Noronha naar de Amazone rivier gaat. Ook de Witte Raafhebben we vanochtend met weemoed uitgezwaaid. Ondanks de korte tijd samen en onze verschillende routes, hebben we beiden het gevoel dat we elkaar zeker weer gaan ontmoeten. We hebben met hen een paar avonden Carnaval gevierd. Zodra je je tussen de feestende mensen begeeft, begin je vanzelf te dansen. Wat een temperament hier en werkelijk iedereen kan geweldig bewegen met vooral de heupen. Ik kijk zoveel mogelijk af en krijg soms het goede ritme te pakken. We hebben ons strategisch opgesteld langs de straat. Er komen af en aan grote groepen, geen verklede maar versierde mensen langs, daartussen grote hoge auto's waar bovenop muziek wordt gemaakt, gezongen en ook weer gedanst. Ze staan er zo hoog omdat de boxen die eronder zitten, zo groot zijn! Zodra de auto langs rijdt, stoppen we snel oordopjes in onze oren. Er komt een ongeloofelijke dreun uit de boxen, ze kennen hier geen volumeknop, alleen maar een knop "voluit aan" en "uit". Aan de overkant van de straat staat een groepje hele jonge meisjes naar ons te gluren. Zodra we naar ze lachen en zwaaien, komen ze op ons afgerend en zijn de hele avond niet meer weg te slaan. Ze blijven ons met adoratie bekijken, we hebben ter plekke een vriendschap gesloten! De volgende avond zijn ze er weer en geven ons een warme knuffel als begroeting, prachtig. Als ons bierblikje leeg is, hoeven we niet te zoeken naar een prullenbak, ze komen vanzelf voorbij. De armere mensen lopen hier met grote zakken rond en verzamelen daarin de lege blikjes die voor hen geld opleveren. Als er een jonge jongen met een dikke smile ons bedankt (!), vraag ik of ik een foto van hem mag maken. Hij gaat tussen Warren en Jan instaan, Joanneke erbij, het is een prachtplaatje. Maar daarna komt altijd de "rekening", ze willen er iets voor terug. Hij wrijft over zijn maag en kijkt erg hongerig. Warren wijst naar een eetstalletje vlakbij, maar nee, dat is niet de goede. Hij trekt Warren mee aan de hand en loopt naar zijn favoriete plek. Hij kiest een taartje en een blikje cola uit en is helemaal blij. Zo kun je ze beter helpen dan geld te geven, meestal gaat dat naar crack of andere foute zaken. Er is ontzettend veel politie op straat, op elke hoek is een post gebouwd en staan op zicht afstand van de volgende groep. Het lijken net de zware jongens uit Donald Duck, ze zijn allemaal genummerd. De optochten houden nooit op, de hele dag en avond gaat het door. Tussendoor kunnen we gelukkig internet verbinding krijgen om te skypen met de kinderen én om "aanwezig" te zijn op het verjaardagsfeestje van mijn twee zussen. Een mooie manier om bijna de hele familie in één keer te spreken en even te zien!

Donderdag 14 februari 2008   Itaparica voor anker (Nynke, nog van harte)

We puffen wat af met z'n vieren, en niet eens om te oefenen voor de bevalling! Vanaf 's ochtends 6 tot 's avonds 6 uur is het zo ontzettend warm dat de minste inspanning al zweetdruppels oplevert. Bijna elke nacht regent het wel, op zich heerlijk verfrissend. Maar dan moeten alle luiken weer dicht, gevolg, binnen loopt de temperatuur direct omhoog. Je krijgt echt het gevoel dat je stikt in je bed. We maken een mooie zeiltocht door Baía Todos os Santos. Nadat we Wendy en Jan-Durk midden in de nacht op het vliegveld hebben opgehaald, kunnen ze eerst nog een staartje van Carnaval zien en wat acclimatiseren in Salvador. Dan laten we donderdag 7 februari de warme haven achter ons en zeilen in 4,5 uur naar Aratu, waar we eindelijk weer een duik in zee kunnen maken. Een hele rustige ankerplek bij een redelijk chique jachtclub waar op dat moment weinig te beleven is. De biertjes op het terras smaken wel. Na een bord macaroni kijken we een (onze eerste) dvd-tje in de kuip, maar Wendy mist zoals gewoonlijk het einde. Ze is al in dromenland. De volgende ochtend gaan we om 9.45 uur anker op. Jan-Durk ontpopt zich als een goeie dekmaat. Hij maakt er wel een sport van om telkens in een schone witte korte broek het anker binnen te halen, dat helemaal onder de drek zit. Jan-Durk dus ook. Daarna hijst hij het grootzeil en we kunnen op pad. Tussen wat mangrove eilandjes door vinden we weer een mooi plekje voor de nacht. Met de bromvlieg gaan we naar een steigertje op het eilandje Ilha do Bom Jesus. Door een tuin omsloten door een muur met een deur komen we op een zandweggetje uit. We kuieren door het dorp op zoek naar een eethuisje. Helaas vinden we niet iets waar we durven te eten. Zeker met een zwangere Wendy willen we geen risico lopen. Via de andere kant van het eilandje lopen we terug. Bij de aankomst van een zogenaamd veerpontje staan diverse jongens met hun kruiwagen te wachten of er nog een vrachtje te vervoeren valt. Er zijn hier geen auto's te vinden, ook niet echt nodig, alles is te lopen of te fietsen. Bij terugkomst aan de tuinmuur blijkt de deur op slot te zitten. We proberen nog een ander pad, maar kunnen zo niet bij de bromvlieg komen. Weer terug, nog eens voelen aan de deur, ja, nu is hij open. Maar een meneer komt gebarend aanlopen dat dit privé is en we er niet door mogen. Wij laten ons niet van slag brengen, stappen brutaal de deur door en lopen achtervolgd door de mopperende meneer snel door de tuin naar ons bijbootje. We zeggen de Braziliaan vriendelijk gedag en brommen opgelucht in het donker terug naar de Nightfly. Aldaar flansen we een maaltijd in elkaar en proberen aan de hemel nog wat sterren te herkennen. Na het ontwaken gaan we met bromvlieg naar een ander eilandje Ilha do Frade, waar volgens de pilot aapjes zouden zijn. We klauteren wat bergjes op en af door het bos, maar geen aap te zien. Nadat we een handjevol mango's krijgen van een meneer, varen we weer terug naar ons huisje. Na een zwemuurtje gaan we weer anker op en steken de baai helemaal over om de rivier Paraguaçu op te varen met als bestemming het dorpje Maragojipe. We worden getrakteerd op een paar dolfijnen, een mooi stuk natuur langs de rivier, kortom een prachtige route! Op zondag gaan we vanuit Maragojipe met de bus naar Cachoeira, een historisch stadje, een uurtje rijden landinwaarts. We lunchen lekker op een schaduwrijk pleintje aan de rivier. Als we verder lopen, zijn we getuige van een lokaal feest. Prachtig geklede dames zitten in een kring, er worden grote bloemstukken op een lange tafel neergelegd. Wij denken nog steeds: wanneer arriveert het bruidspaar? Maar het blijkt een offerfeest te zijn. Alle bloemen worden later die middag aan de zee geschonken ter bescherming van de vissers. De terugreis met de bus laat langer op zich wachten dan ons lief is. Niemand kan ons vertellen hoe laat de bus komt. Uiteindelijk hangen we 2 uur rond op het busstationnetje voordat we kunnen instappen. Maandagochtend gaan we vroeg op pad. Met hoog water laten we ons met het tij mee de rivier afspoelen, waardoor we 2 knopen extra snelheid cadeau krijgen. En wederom de dolfijnen zien. Bij aankomst in de baai bij het eiland Itaparica zien we weer een aantal oude bekenden liggen. We blijven hier 4 dagen liggen wat ons goed bevalt. Beetje luieren, wandelen door het dorp, lekker uit eten, een onderbroekenwasje van de hele familie tussendoor en 1 dag zijn we heel actief. We huren 4 fietsen en gaan eigenlijk veel te ver. Het wordt behoorlijk heuvelachtig en met deze temperaturen is dat best afzien. En al helemaal voor Wendy. Eindelijk komt er weer een afslag voor de goede terugweg. Een jongetje op zijn fiets begint met ons te "kletsen" en vergezelt ons het hele stuk tot vlakbij onze ankerbaai. Om beurten gaat hij naast één van ons fietsen en lacht dan breeduit. Als we voor een broodnodig drankje stoppen, vragen we hem mee naar binnen. Beleefd gaat hij aan een tafeltje achter ons zitten. Dat is niet de bedoeling, gezellig bij ons aanschuiven hoor! Hij drinkt een flesje cola mee, maar bedankt voor een 2e flesje. Zijn naam ben ik alweer vergeten, maar vertelt dat hij 13 jaar is en vindt school helemaal geweldig. Op het laatste stukje is hij opeens verdwenen. Wij zijn behoorlijk oververhit geraakt en eten op het pleintje ter afkoeling een heerlijk ijsje, dat op gewicht wordt afgerekend. Hier op Itaparica kunnen we onze watertanks weer vullen, dit keer met echt zuiver bronwater, helemaal gratis. Er zijn zo'n 35 kranen op rij gemonteerd waar iedereen, ook de lokale mensen, dankbaar zijn water tapt. Het is even wat gesjouw, want alles moet met de bijboot vervoert worden. Maar dat hebben we er graag voor over.

Zondag 17 februari 2008   Salvador da Bahia

Vrijdagochtend gaan we weer terug naar Salvador. Het wordt een wisselvallig tochtje, weinig wind, veel wind, hete zon afgelost door hele dikke buien. Wendy is niet helemaal fit en is veel benedendeks. 4,5 uur later leggen we weer aan in de Marina. Lekker even douchen, en na de siësta pakken we weer de Elevador naar boven en zien we een Salvador zonder Carnaval. Het is er rustig geworden. Zo af en toe komt er nog wel een groepje mensen in kostuums en met bijbehorende muziek langs. Erg vrolijk worden we van een paar jonge jongens die op trommels staan te spelen. De dans Capoeira wordt ook te pas en te onpas geshowd op straat. Vanaf een terrasje hebben we er goed zicht op. De bedelende jongens en meiden blijven langs lopen. Eén ervan zit vlak voor ons op het plein, peutert wat tussen de stenen uit en maakt even later zijn tanden ermee schoon! Het lijkt ons ook een goed idee om een toeristische bustour te doen, in korte tijd zonder veel inspanning veel zien. Na een ontzettende dikke wolkbreuk afgewacht te hebben, stappen we vlakbij de haven in een bus. Nou, dit is de trip van onze week geworden zeg. Het is echt een lachertje. We gaan een kerk bezoeken, Igreja Bonfim, om daarna nog een stop te maken in Ribeira om een ijsje te kunnen kopen. En dat is het. Na 2 uur zijn we weer terug bij de haven. Helaas komt het moment van afscheid nemen weer in zicht. Vanochtend nemen we de normale bus naar het vliegveld, een rit van 1 uur waarbij we meer zien dan gisteren. Prijsvergelijking per persoon: 30 Reais tegen nu 1, 80. We zijn mooi op tijd voor nog een bakje koffie op de luchthaven en bij de douane knuffelen we de kids nog even goed. Nu gaan ze weer met zijn tweetjes terug, een volgend bezoek komen ze met zijn drieën!

Dinsdag 26 februari 2008   Itacaré

De stilte valt erg op, nadat Wen en Jan-Durk zijn vertrokken. We hebben het erg gezellig gehad en we missen de vrolijke lach van Wendy en het geouwehoer van Jan-Durk. Als we van het vliegveld terug naar de haven gaan, zijn er enorme donkere luchten boven Salvador. Wij missen net de bui, maar er staan heel wat straten blank als we vlakbij de haven zijn. We bereiden ons weer voor op het volgende traject en laten Salvador achter ons als we woensdag op weg gaan naar Morro Sao Paulo, 34 Mijl zuidwaarts. Er liggen nog 2 schepen voor anker die we beiden kennen. De Ubatuba ( de zingende kano) van een Braziliaans echtpaar en de Tanja van een Zwitsers echtpaar. De Tanja blijken we via de marifoon eerder gesproken te hebben na vertrek van de Canarische eilanden, toch wel grappig dat je elkaar zo weer tegen komt. Morro Sao Paulo is een dorp waar redelijk wat toeristen verblijven in Pousada's. Dus ook terrasjes en restaurantjes, waar je op je stoeltje zit en met de voetjes in het kabbelende water verkoeling zoekt. Een lekkere caipirinha en een biertje erbij, mmmm en langzaam gaat de zon onder. De straten zijn van zand en er rijden alleen tractoren voor het vervoer. Verder is het er rustig en leuk om huisjes binnen te kijken. We eten aan het water "moqueca" een vis stoofgerecht, samen met Helen en Hans-Jürg van de Tanja. De lege bierflesjes worden onder tafel gelegd, anders weten ze bij het afrekenen niet meer wat je gedronken hebt. En dan nog is het lastig voor ze. Veel mensen kunnen dat echt niet. De simpelste rekensommetjes leveren al denkrimpels op. Er is geen onderwijs plicht in Brazilië, de motivatie om de kinderen naar school te sturen komt voort uit eten en geld voor de ouders. Dat is nog eens wat anders dan in Nederland! Maar helaas kunnen de leraren zelf vaak ook niet rekenen, schrijven of lezen, dus dat schiet lekker op. Voorbeeld; een onderwijzer vroeg aan een zeiler hoe je met de bus van Brazilië naar Europa kan komen.....Maar er lijkt hier überhaupt niemand te werken, iedereen hangt of ligt bij zijn eigen huisje te slapen of ze spelen domino met een groepje mannen, uiteraard met een biertje erbij. Je vraagt je echt af hoe ze hier aan hun geld komen. Het minimum loon is zo'n 350 reais, omgerekend 140 euro per maand. Wie in ieder geval wel werken, zijn de lokale vissers. Met hun specifieke kano's gaan ze de netten uithangen, doen ff een dutje en daarna zien wat de vangst is. Maar je ziet hier weinig magere mensen, de bedelaars daargelaten. Je vraagt je af hoe die teenslippers, waar iedereen op loopt, de zware lichamen kunnen houden. Men eet wel elke dag hetzelfde, 's ochtend vroeg wordt er al begonnen met het koken. Bij de middenklasse staat altijd op tafel: vlees (bief), vis én kip, rijst, maniokwortel gekookt of gefrituurd, bruine bonen en salade. De man moet elke dag kunnen kiezen wat hij daarvan wilt eten. Als wij uit eten gaan, is dat ook voor ons meestal de keuze, smaakt prima, maar je wordt die bonen wel een keertje zat. We gaan in de diverse baaien de rivier een stuk op, mooie natuur met mangrove bossen. Het nadeel van deze binnenwateren is dat ze erg ondiep zijn. We moeten echt zoeken naar de doorgangen. En soms loop je wel eens op een zandbank. Maar geen paniek, we zorgen er altijd voor dat we dan van laag naar hoog water getij gaan. Mocht het echt een keertje goed fout zijn, dan kom je vanzelf los als het water stijgt. Cairú is ook weer zo'n rustig dorpje aan het eind van de rivier. We bezoeken de kerk die in restauratie is. We krijgen een rondleiding in het Portugees, en mogen zelfs in de sacristie in de prachtige houtsnijwerken kasten de laatjes opentrekken. De volgende baai wordt Baía de Camamu, waar we net op tijd voor zonsondergang het anker uit kunnen gooien bij Camphino. Met de Bromvlieg gaan we de volgende dag rond lunchtijd een zijriviertje op en als het te ondiep wordt, leggen we hem aan de kant. Laat dit nou net bij een lokaal restaurantje zijn waar het gezellig druk is. Zodra we maar een voet op het terras zetten, krijgen we al een gefrituurd visje (Agulha) aangeboden om te proeven. Hier gaan we natuurlijk een hapje eten, lokaler kan het niet. As we zitten te wachten op onze bestelling, zien we iedereen met een bingo kaart lopen. Jawel, ook wij worden overgehaald om een kaart te kopen. Goed voor onze kennis van getallen in het Portugees. We krijgen van een man wel wat hulp bij het doorstrepen van de genoemde getallen op ons briefje, maar wij zijn soms sneller met het aanwijzen van het juiste getal dan hij. Hij heeft dan ook al de nodige biertjes op en bovendien hebben ze dus echt moeite met getallen te lezen. Helaas, we komen net 4 cijfers te kort voor de hoofdprijs. Door de enthousiaste spelleider, die met een razend tempo allerlei onzin via de microfoon uitkraamt, worden we nog " en public" bedankt voor onze deelname. Van een lieve Braziliaanse dame mogen we een ander gerecht proeven, rijst met de "ingewanden" van een krab. Dus alles wat de krab zelf heeft gegeten wordt fijngemaakt en met dendê olie en kruiden aangemaakt. Het is een van de vele specialiteiten die we zo af en toe proberen te proeven. Maandag 25 februari staan we al om 05.45 uur klaar om opgepikt te worden door de taxiboot. We gaan naar Camamu, op eigen kiel kunnen we daar niet komen. Wat een groot gebied met eilandjes en heel veel water moeten we door voordat we na een uur aankomen. Langs de mangrove struiken en kleine gehuchtjes waar we op de terugweg niet meer langs kunnen doordat het dan eb is. Camamu is langzaam aan het wakker worden. De bakker is al wel open en we nemen een heerlijke koffie met melk (kennen ze bijna niet) en een tostibroodje met ham en gebakken ei, uitzonderlijk lekker! Wij voelen ons erg prettig in dit dorp, wat ooit bedoeld was als hoofdstad van de staat Bahia. We doen weer wat boodschappen in de supermarkt en vinden zowaar een internet café. Klokslag 11.30 uur gaat onze taxiboot weer terug en 's middags varen we nog een mijltje verder om tussen 2 eilandjes in te ankeren. Prachtig plekje waar we ook weer een gezellig restaurantje vinden voor onze warme hap. We hebben een vrolijk gezelschap Brazilianen aan de tafel naast ons die ons ook op hun groepsfoto willen hebben. Later deze middag komt de Tinto aangevaren, Thea en Tom zijn met hun zelfgebouwde Wharam catamaran al een aantal jaren op reis. We drinken wat bij ze en nu liggen we wederom allebei in de volgende baai bij Itacaré en hebben we ze uitgenodigd om vanavond gezellig bij ons te eten. Nu maar hopen dat we genoeg water onder onze kiel houden als het laag water wordt, anders moeten we nog verkassen tijdens het eten.

Woensdag 27 februari 2008  Klussen bedrijf!

Zoals jullie al vaak hebben kunnen lezen, gaat er aan boord van alles kapot of moeten er aanpassingen plaats vinden. Hiervoor kunnen wij gelukkig beschikken over een groot arsenaal van deskundige mensen op diverse gebieden. Deze zoeken oplossingen voor de problemen die wij tegen komen en staan ons met raad en daad bij. Hierbij denken we in de eerste plaats natuurlijk aan onze familie, maar we hebben ook een klussenbedrijf. Martin en Bert. Nu wij buiten Europa zijn, en bijna niet meer aan de walstroom liggen (is trouwens ook 110V/60Hz), is onze energie voorziening natuurlijk heel belangrijk. Wat consumeert hoeveel stroom en wat hebben we nodig om de accu's vol te houden. We hebben een batterij monitor, maar die geeft alleen aan wat er in totaal in/uit gaat. We stelden echter vraagtekens bij het zonnepaneel of deze wel voldoende opbrengst had. Daarop de vraag aan Bert en Martin gesteld, kunnen jullie iets maken wat dit continu voor ons meet o ja kunnen het er ook twee zijn zodat we de windmolen ook kunnen meten? De jongens zijn er voortvarend mee aan het werk gegaan, hebben een werkgroepje opgezet en binnen afzienbare tijd lag er een meetinstrument voor ons klaar. Deze werd zelfs bij onze dochter in Burgum afgeleverd, zodat het werkstuk mee kon worden genomen naar Brazilië. Alles is keurig voorzien van handleiding en bekabeling, we hebben dan ook maar een dag nodig om alles in te bouwen. Ze hebben wel aangegeven dat ook zij weer wat hulptroepen hebben ingeroepen, maar ook dat zijn allen vrienden van ons. Graag willen wij iedereen die aan dit project hebben mee gewerkt dan ook hartelijk danken, wij prijzen ons gelukkig met zulke goede vrienden. Martin, Bert, Richard Schapers (R2R), Peter van Ham, Susanne en Annette  En alle overig genoemde sponsoren, waarvan wij niet echt de indruk krijgen dat deze van het project af weten.
    Project                Resultaat

Woensdag 5 maart 2008   Cumuruxatiba

Zo, de was is ook weer eens klaar. Deze keer moet ik alles in zeewater wassen en 1 keer naspoelen in het kostbare zoete regenwater dat we hebben opgevangen. We kunnen al goed merken dat het weer een beetje aan het veranderen is. Bijna elke dag zijn er flinke stortbuien en donkere wolkenluchten die de herfst aankondigen. Zodra de regen weer voorbij is, merk je overigens nog niets aan temperatuurs-wijzigingen, nog steeds is het de hele dag door heet. De weerkaarten worden nu ook belangrijker, af en toe komt er al een frontje uit het Zuiden opzetten. Die willen we nog niet, tot aan Rio de Janeiro zal de NO wind en stroming ons nog in de goede richting helpen. Soms pakt dat qua ankerplaats helaas slecht uit. Samen met Tinto zeilen we naar Ilhéus, dat aan een grote baai ligt die helemaal open is naar het NO. Juist, en daar komt nu een beste deining en wind vandaan. Zodra we beiden arriveren, roepen we elkaar op via de marifoon. Zien jullie ook hoe die bootjes daar voor anker liggen te dansen op de golven? Is het wel slim om hier te blijven? Het is dan 14.45 uur en een andere optie is ruim 100 Mijl doorvaren voordat er een volgende ankerplaats is. Wij hebben daar niet zo veel zin in en proberen het een nachtje toch maar hier. Tinto aarzelt nog even, maar blijft ook. Aan boord eten koken wordt natuurlijk niks als je zo ligt te rollen, echt niet. Je wordt al bijna misselijk zonder iets te doen. Gelukkig hebben ze ook hier weer een geweldige Iate Clube, ditmaal compleet met zwembad, sauna, douches én restaurant. Wij maken dankbaar gebruik van de douche en genieten daarna van een heerlijke maaltijd met een koud biertje erbij, die door een bijzonder aardige jongen wordt gebracht. Ondertussen zien we een verschrikkelijke donkere lucht langs trekken met veel wind en onweer flitsen. Bij ons blijft het nog net droog, maar Nightfly is een speelbal van de golven. We bestellen nog maar een biertje om de terugtocht met de Bromvlieg wat uit te stellen. Het wordt me het nachtje wel, we doen bijna geen oog dicht, want we rollen van de ene kant naar de andere kant van het bed. Ik ga buiten op het brugdek liggen, daar kan ik dwars gaan liggen met de deining mee. Maar ook nu word ik midden in de nacht door een regenbui naar binnen gejaagd. Ons besluit is de volgende ochtend snel gemaakt, wegwezen hier. Jammer dat we de stad niet kunnen bekijken, geen boodschappen doen. Tinto gaat vanaf hier weer terug naar het Noorden van Brazilië, ze hebben geen zin in minder mooi weer. De eerste mijlen gaan wat langzaam, maar later gaat het steviger waaien tot zo'n 20 knopen (5/6 Bft). Warren waagt het nog maar eens om de vishengel uit te gooien, deze keer met nieuw kunstaas, een kleinere inktvis met een grotere haak daaronder verborgen. Wat denk je, na een klein half uurtje, rrrrrrrrrrrrr, de lijn loopt af. We hebben BEET. En wat voor één, een 75 cm grote barracuda. We snijden er 6 dikke filets uit waarvan de eerste 3 de volgende dag in de grill pan belanden. Smullen met een hoofdletter! Het was de bedoeling geweest dat we dit rustig voor anker in Porto Seguro zouden eten. We beschikken alleen over de pilot waarin een tekening staat van de aanloop die bij laag water soms maar 2 meter diep is, net zo diep als onze diepgang. Tevens staat beschreven dat het met veel wind lastig binnen varen is. En als wij aankomen, staat er natuurlijk veel wind. Via de marifoon hebben we contact met een pilotboot die zegt dat we de zeilen maar moeten laten zakken en wachten tot we worden opgehaald om binnen geloodst te worden. Het is juist hoog water, dus moet er in ieder geval meer water staan dan die 2 meter. Na een drie kwartier wachten nog steeds niemand te zien. We proberen het 2 keer zelf, maar keren snel om als we maar 10 cm water onder de kiel hebben. Nu is vastlopen echt uit den boze, want het water gaat alleen maar zakken. Shit, wat hebben we voor opties. 10 Mijl naar boven terug waar een ankerplaats achter een rif is, maar met deze wind ook weinig beschutting zal geven. Of doorvaren naar Cumuruxatiba, ook een ankerplaats achter een rif, 50 Mijl zuidelijker. Maar dat betekent dat we daar in het donker aankomen, dat is helemaal niet slim als er riffen in het spel zijn. We kiezen voor doorvaren en smijten een beetje chagrijnig de visfilets in de pan. De goddelijke smaak krikt ons moreel weer een beetje op. Eind van de middag komt er een ongelofelijk langgerekte rolwolk vanaf land aanzetten. Het wordt steeds donkerder en zodra de wolk over ons heen trekt, draait de wind compleet naar de andere kant. Uiteindelijk valt het allemaal wel mee met de dreiging die er vanuit gaat. Om 21.00 uur strijken we het hele grootzeil en de fok laten we met een klein puntje staan. Dan gaan we nog steeds 2,5 tot 3 knopen per uur. Met deze snelheid kunnen we het rekken tot de volgende ochtend en varen voorzichtig volgens de aangegeven route op wederom alleen een beschikbare tekening het rif binnen. Aan de elektronische kaarten hebben we niks hier, alleen bij de grotere steden geven die gedetailleerde kaarten weer. Erg lastig en soms heel spannend, maar het belang van goede pilot boeken is hier wel mee bewezen, ook al zijn die erg duur en sommigen zeker gedateerd (editie 2002). Nou, eindelijk kunnen we ons anker laten vallen en hebben we weer even rust. Na een paar uur te hebben bij geslapen, zwemmen we een paar rondjes om de boot en gaan vervolgens naar de kant. Telkens weer word je heel nieuwsgierig wat je zult vinden aan land. Vanaf de boot zien we wel wat mensen over het strand lopen en hier en daar een huis, maar of er een dorp is en of er een supermarkt zal zijn, wie weet.

Dinsdag 11 maart 2008  Abrolhos Archipel

Mislukte poging. Gewoon geen wind, 150 Mijl voor de boeg, we gaan weer terug! Het is 08.00 uur en al snikheet, snorkel en flippers aan, heerlijk afkoelen in het heldere water van de Abrolhos Archipel. Na een paar leuke dagen in Cumuruxatiba, dat een verrassend groot dorp blijkt met alles erop en eraan, zijn we aanbeland in de baai van Ilha de Santa Bárbara in de Abrolhos Archipel. Dit is het enige van de vijf eilandjes dat bewoond wordt door een paar militaire gezinnen. Het is verboden voor ons om hier aan land te gaan. Alleen op Ilha Siriba mogen we onder begeleiding aan wal. Niet meer dan 800 meter in doorsnee meet dit door vogels en salamanders bewoonde bultje. Zodra wij op 7 maart hier voor anker gaan in het extreem heldere water, komt er een andere zeilboot aan. Jawel, Tinto is in aantocht. Toch weer omgedraaid en besloten om verder zuidwaarts te gaan, gezellig. Met z'n vieren maken we de volgende ochtend de rondwandeling op Ilha Siriba waar Brenda, onze Braziliaanse gids, ons van alles vertelt over de flora en fauna hier. De prachtige Atobás, wit met zwarte vogel en gelige snavel, blijven gewoon zitten waar ze zitten, ook al naderen we ze tot op 2 meter afstand. De fregatvogels, wit met rode snavel en een hele lange spitse staart, maken duikvluchten in de zee op zoek naar een lekker maaltje. Als we na onze wandeling gaan snorkelen met Brenda, zien we met eigen ogen welke lekkere, maar vooral mooie maaltjes er onder water zijn. Prachtig gekleurde papegaaivissen, barracuda's, blauwe koraalvlinders en zelfs een schildpad! Voor al dit moois hebben wij geen duikuitrusting nodig, dus die blijft lekker ingepakt. Elke dag gaan we met de Bromvlieg naar andere plekken om te snorkelen, waar we telkens weer andere vissen zien en ook weer schildpadden. We genieten hier van de rust en de stilte. De laatste dag ligt er een joekel van een barracuda net onder de oppervlakte naast onze boot. Hij is zeker meer dan 1 meter lang. Voorzichtig gaat Warren met duikbril op het water in om hem te bekijken. Hij is gewoon angstaanjagend zo groot, blijft met een open bek vol scherpe tanden naar Warren kijken en komt steeds meer dichterbij. Onze lust om te snorkelen wordt opeens een stuk minder, we hebben geen idee of ze zouden aanvallen. Jammer dat we hier niet mogen vissen, anders zouden wij hém aan de haak slaan. Onze voorraad vers eten raakt een beetje op. We zijn tot de conclusie gekomen dat Brazilië op culinair gebied niet zo veel voorstelt. Heel veel van hetzelfde en de kwaliteit is vaak ver te zoeken. Groente en fruit ligt soms al te rotten in de winkel. Brood is alleen in de kleur wit verkrijgbaar, slecht voor de afvoer. Zelfs de kippen kunnen geen eieren leggen, hele dunne schaal, dus snel stuk en snel bedorven. Nee, ze bakken er niet zoveel van. En het toiletpapier is zo dun, dat je weinig fantasie nodig hebt om je voor te stellen wat er, bij gebruik ervan, met je vingers gebeurt. Wat eten buiten de deur betreft, staat het grill restaurant in Recife nog steeds eenzaam met stip op nummer 1. Uiteindelijk zijn we 5 dagen in dit mooie natuur gebied. Volgens de gribfiles zal er morgen echt een windje waaien, dus wagen we het dan nog een keer om verder te gaan.

Vrijdag 14 maart 2008  Vitória

Hoera, ons eerste achternichtje is geboren. Michael en Linda, van harte gefeliciteerd met jullie dochter Anouk!

Dinsdag 18 maart 2008  Vitória

Wat een bijzonder aardige mensen heeft de Iate Clube de Espirito Santo. Op zaterdag is er een regatta en wij wandelen over de steiger en bekijken de voorbereidingen die op de diverse zeilbootjes worden getroffen. Al snel komen we aan de praat met een Braziliaan en hij nodigt ons direct uit voor het feestje dat uiteraard na de wedstrijd volgt. Er is een barbecue en drank geregeld en we zijn van harte welkom. Als we terugkomen van de boodschappen doen, zien we bij de ingang van de club iemand met een t-shirt met het logo ABN AMRO Volvo Ocean race en hij spreekt perfect Engels. Hij vertelt dat hij 2 jaar in Nederland is geweest en heeft gewerkt voor Roy Heiner. Vervolgens nodigt ook hij ons uit voor een barbecue op de club. Rond een uur of vier 's middags roeien we met Bromvliegje naar de kant en vinden een groep mensen die druk aan het eten en drinken zijn. Gelukkig komt het ABN AMRO shirt er al aan en hij (Bruno) neemt ons mee naar de tafel met eten, stelt ons vervolgens aan allerlei mensen voor die familie van hem zijn. Wat blijkt, we zijn op het verjaardagsfeestje van zijn zus die 25 jaar is geworden. Dit wordt toevallig ook op de club gevierd. Had ik weer eens niet goed mee gekregen. Maakt niet uit, dit is net zo gezellig. Zuslief gefeliciteerd en we worden helemaal in de familie opgenomen door ooms, tantes, nichtjes. Later op de avond lopen we nog even over het clubterrein en bij het zwembad zitten zowaar nog een paar zeilers van de regatta. Degene die ons uitgenodigd heeft, roept al dat we het feestje gemist hebben. Maar we kunnen nog gerust een biertje meedrinken. Hij speelt op zijn gitaar en een ander heeft een mondharmonica en het wordt een vrolijke boel. Zo heb je dus plotseling twee feestjes op 1 avond. Wat ook een feest op zich genoemd mag worden, is het verlengen van ons visum. Bij het binnenkomen van Brazilië, krijg je een visum voor 90 dagen en dat moet je op tijd verlengen voor nog eens 90 dagen, maximaal mag je 6 maanden in het land blijven. Vrijdag 14 maart gaan we samen met Thea en Tom van de Tinto gewapend met alle papieren naar de Polícia Federal op het vliegveld. Daar kunnen ze helaas niet onze visa verlengen, maar wel de inklaring en tevens weer de uitklaring voor deze nieuwe staat regelen. Voor ons visum moeten we aan de andere kant van de stad zijn, dus hup met de bus een ritje van ruim een half uur naar het andere kantoor. Krijgen we wel voor hetzelfde geld een sightseeing van de stad. Na anderhalf uur zijn we daar aan de beurt, maar er moet eerst een formulier via Internet worden ingevuld en daarmee moeten we naar de bank om de tax te betalen. Nou, dat lukt natuurlijk allemaal niet meer op vrijdagmiddag, dus voor maandag is de daginvulling ook weer bepaald. In het weekend komen er nog 2 andere boten voor anker liggen en zij vertellen doodleuk dat we ook voor onze boot een verlenging moeten regelen. Huh, hebben we dan ook een visum voor Nightfly? Als we onze papieren nakijken, blijkt dat we in Recife inderdaad een formulier voor de boot hebben ontvangen. Op maandagochtend gaan we in optocht met 8 man naar de Polícia Federal, betalen eerst bij het bankkantoortje de kosten en gaan vervolgens in de rij staan. Welke rij? Er staan en zitten wel 30 mensen in de ruimte en het lijkt een willekeur wie er wanneer aan de beurt is. Voor de buitenlanders zijn er 2 balies beschikbaar, gelukkig is het merendeel Braziliaan dat zit te wachten. Na twee uur kunnen we elkaar feliciteren en hebben we allemaal weer een verlenging op zak. Nu de boten nog. Daarvoor moeten we bij de Receita Federal zijn, midden in het centrum van de stad. We gooien er twee taxi's tegenaan en zijn in een mum van tijd op de juiste plaats. Tom mag niet mee naar binnen vanwege zijn korte broek (doet ie uit principe), de andere mannen hebben allemaal met voorbedachte rade een lange broek bij zich. We leveren om 10 minuten voor half 12 de gevraagde papieren in en ja, daarna zijn ze van half twaalf tot half drie gesloten! Verplichte lunchpauze voor ons ook, maar dat is geen ramp. Als we om 15.00 uur terugkomen, lijkt er nog een andere kink in de kabel te komen, want er wordt blijkbaar gestaakt door een aantal mensen. Gelukkig valt het mee en lopen we rond 15.30 uur het gebouw opgelucht uit. 's Avonds drinken we op de Belair van Betsy en Bob uit Bermuda met zijn allen op onze succesvolle dag. Zij kunnen ons veel tips geven over onze route naar het Zuiden, want daar komen zij nu vandaan. En nu is het dus wachten op de juiste wind, er is of geen wind of zuidenwind. We hebben geen haast, er staat nog 1 stop in de planning voordat we in Búzios aankomen, waar we Sandra en Jaap op 26 maart zullen weerzien!

Woensdag 26 maart 2008   Búzios

Jezussss, wat een sterke stroming. Ik heb de motor in zijn vrij staan en nog worden we met 5 knopen snelheid de rivier weer afgespoeld. Bovendien is er weinig manoeuvreer ruimte en er liggen allemaal schoeners langs de kade die we moeten ontwijken. We hebben net weer anker opgehaald, het voelt niet prettig midden op de smalle rivier te liggen met deze sterke stroming. We zijn bij Guarapari, een badplaats met allemaal torenflats voor de toeristen. We varen een stukje terug en ankeren nog net voor donker in de grote baai Morro da Pescaria aan het strand. Het valt mee met de deining, dus we kunnen lekker slapen. Langs de boulevard staat om de 200 meter een houten hutje met terras en sommigen hebben live muziek in de vorm van een gitarist/zanger. Aan het einde van de baai is een grote groene berg die door IBAMA, een Braziliaanse milieu organisatie, wordt beheerd. Het is een mooi stukje natuur om te wandelen, eerst onder een dak van groene bomen met kleurige bloemen, dan een stuk vrij steil omhoog in de brandende zon. Aan de andere kant van de berg kom je weer op zeeniveau waar de branding op grote platte rotsen bruisend uiteen spat. De verschillende lagen in het gesteente zijn goed te onderscheiden door de prachtige kleuren die de eeuwen verraden. Langs de waterkant klauteren we ons weer een weg terug. Als we niet verder kunnen, zien we een smal paadje omhoog tussen de struiken en bomen door. Via de mail ontvangen we wat foto's, mijn broers en zussen zijn het palmpasen weekend naar Terschelling geweest. Dit jaar voor het eerst zonder mijn moeder en mij. Om er een beetje bij te kunnen zijn, geef ik ze de opdracht een internet café met Skype mogelijkheid te zoeken. Zo kunnen ze zich een beetje inleven hoe wij dat hier moeten doen. Helaas vinden ze geen Skype, dus maken ze van een mislukt gebakken brood (in een broodmachine notabene) een gezicht wat mij moet voorstellen. Ik troost me met de gedachte dat hun broodbakken ook geen geweldig succes is, bij ons ook niet en dat voor kinderen van een molenaar! Op Paaszondag vertrekken we met weinig wind richting Búzios. Onderweg gaat Warren alle plafondlatjes en dakluiken schuren en lakken. Het resultaat mag er zijn, het glimt je tegemoet. Tegen de verwachting in zijn we twee nachten op zee en moeten we flinke stukken motoren wegens gebrek aan wind. Bij aankomst in Búzios is het grijs en bewolkt, dat hebben we lange tijd niet meer meegemaakt. Door de regen gaan we op zoek naar het hotel waar Sandra en Jaap de komende twee weken verblijven. Het blijkt helemaal verscholen aan de andere kant van het dorp in een kleine baai. We vragen aan een visser hoe diep het hier is en het lijkt erop dat we hier wel kunnen ankeren. Dus vanmiddag gaan we het proberen en als Sandra en Jaap vanavond aankomen, liggen we zo goed als voor de deur van hun hotel. Zolang de wind uit de goede hoek waait, is het hier wel veilig. En anders gaan we weer verkassen. Wat ons erg tegenvalt hier, zijn de prijzen. Zowel de jachtclub, restaurants en supermarkt hanteren torenhoge prijzen. Bij de jachtclub proberen we nog wat korting te bedingen, maar uiteindelijk vinden we het toch te duur. En de meerwaarde is alleen maar een toilet en douche, een steiger voor de bijboot en een mooring. Ons eigen anker vertrouwen we soms nog beter, wc hebben we zelf en douchen in de zee vinden we al heel gewoon. Voor het geld dat we hiermee uitsparen, kunnen we wat makkelijker uit eten gaan. Tenslotte komen de kids hier voor vakantie, laten wij ook maar eens mee doen. Kijk, de zon doet ook weer een beetje zijn best.

Zaterdag 5 april 2008  Arraial do Cabo

Sandra en Jaap staan de eerste ochtend van hun vakantie op het strand te wachten op hun taxibootje. Warren roeit naar de kant om ze op te halen. De regen is gelukkig verdwenen en de zon schijnt weer uitbundig. Sandra brengt een 1e tas vol met boodschappen uit Nederland mee (er zullen er nog meer volgen). Er zit ook heel veel leesvoer bij, door deze en gene aangeleverd, heerlijk. We drinken lekker koffie en kletsen eerst eens bij. Deze week brengen we luierend door. Er wordt gesnorkeld, gelezen, gekletst en het dorp gaan we wandelend verkennen. Búzios wordt het St. Tropez van Brazilië genoemd. Dat vinden we wel meevallen, behalve dan de prijzen. Brigitte Bardot heeft dit plekje ooit op de kaart gezet door er vaak op vakantie te gaan. De boterham eten we standaard bij ons aan boord. Een paar keer kook ik zelf om de kosten niet de pan uit te laten rijzen. Eenmaal lukt dat zelfs prima, want we krijgen van een langsvarende visser een tiental vissen (branco's) op het dek gegooid, voor niets. Op de barbecue smaken ze heerlijk. Het hotel van Sandra en Jaap heeft een eigen strand met ligstoelen en parasols. Als we daar een middagje naar toe gaan, voelt het voor ons echt als vakantie. We liggen zelf nooit op het strand en al helemaal niet zo luxe. De wind blijft ons voornamelijk gunstig gezind in deze baai. Onze ankerplek is daardoor veilig op één onrustige, hobbelige nacht na. Dinsdag maken we een georganiseerde dagtocht naar Rio de Janeiro. Als de reisleider hoort van onze zeilreis, wil hij met ons op de foto voor het geval wij beroemd mochten worden. Het voetbalstadion Maracanã wordt aangedaan, dan het beroemde Sambadrõme, de paradestraat van Carnaval die je altijd op televisie ziet. Je kunt voor 3 Reais een kostuum uitkiezen en zelf over de parade lopen. Het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt vormt de berg Corcovada met daarboven op het Christusbeeld. We hebben geluk dat het een mooie heldere dag is, dus de uitzichten in alle vier de windstreken zijn fenomenaal. Daarna rijdt de bus langs de beroemde stranden LeBlon, Ipanema en Copacabana. Bij de laatste wordt gestopt en mogen we even het strand op. Hier vindt de reisleider het veilig genoeg voor ons. Bij de overige stranden liggen de favela's vlakbij en schijnen de berovingen aan de orde van de dag te zijn. Het Braziliaanse schoon op het strand is ver te zoeken die middag, want de zon is al aan het zakken. Dus we moeten nog een keertje terug! Tussendoor hebben we een uitgebreid lunch buffet waar je zo vaak op kunt scheppen als je wilt. Het smaakt heerlijk. Ook voor Sandra levert haar coeliakie (gluten allergie) geen problemen bij het eten van een buffet. Ze kan kiezen wat ze mag hebben. Op donderdag zeilen we een dagje door de baaien en om eilandjes heen rondom Búzios. Het is lekker zonnig met een licht windje. Voor de lunch ankeren we in de Taratuga baai, waar schildpadden zouden moeten zijn. Helaas, wij zien natuurlijk niets. We houden nauwgezet de weerberichten bij, want de bedoeling is dat Sandra en Jaap op zaterdag meezeilen van Búzios naar Arraial do Cabo, zo'n 20 Mijl zuidwaarts. Dan blijven ze 1 nachtje aan boord slapen en gaan met de bus weer terug naar hun hotel. Het weer wordt wisselvalliger en forse buien worden voor het weekend voorspeld. Als we vanochtend vertrekken, is het wel droog, maar de lucht ziet er niet veelbelovend uit. Halverwege begint het te druppen en wordt het niet meer droog. Als we rond 17.00 uur aankomen, valt de aanblik van Arraial een beetje tegen, mede door het grijze weer. Maar we vinden een goed restaurantje met livemuziek. Ons Bromvliegje mogen we vastknopen aan een vissersschuit die aan de kade ligt. Nu nog hopen dat hij straks niet uitvaart met Brommetje eraan vast.

Dinsdag 8 april 2008  Niteroi, tegenover Rio de Janeiro

Tsjonge jonge, wat voel ik me stom. Ik lig plat op mijn gezicht languit in de branding. Alweer ben ik verkeerd van de Bromvlieg afgesprongen met de bedoeling deze aan wal te trekken. Maar in plaats daarvan struikel ik en val voorover in het water. Lekker lullig gevoel. Door de schrik blijf ik te lang liggen, waardoor een golf over mij heen spoelt, rugzak nat en de broekzakken vol zand. Soms haat ik deze zaken die ook bij het zeilen horen. Geef mij maar een steiger waar ik makkelijk op en af kan stappen. Sandra en Jaap blijven op het strand wachten, terwijl wij al bekvechtend terug gaan naar de boot om droge kleren aan te trekken. Warren kan er niet over uit hoe dit nu weer gebeuren kan. Ik snauw terug dat ik dit voor mijn lol doe. Jammer dat we er niet om kunnen lachen. De ochtend in Arraial begint zoals de dag ervoor geëindigd is, regen, lage bewolking en slecht zicht. Maar hier zwemmen er wel veel schildpadden in de buurt van onze boot. Gelukkig klaart het wat op en schijnt er een flauw zonnetje. In plaats van met de boot gaan we met de bus naar Cabo Frio. Dit staat bekend om zijn zilverwitte stranden met spectaculaire branding. Ik blij dat we hier niet hoeven te landen met de Bromvlieg! Maar het weer blijft ook hier roet in het eten gooien. Het gaat alleen maar harder plenzen, dus de lol om hier rond te dwalen is ver te zoeken. We beperken ons dan ook tot een restaurant aan de rivier waar we een paar uur vertoeven. We eten weer lekker en hebben leuke gesprekken. Sandra en Jaap gaan vervolgens met de bus een uurtje noordwaarts terug naar hun hotel in Búzios en wij weer zuidwaarts naar Arraial do Cabo. Wij varen maandag door naar Rio de Janeiro met lichte wind. Bij het naderen van Rio zien we veel troep op het water drijven, het lijkt wel of ze hele vuilniszakken legen in het water, bah. En dan is alweer een afscheid in zicht, woensdagmiddag vliegen Jaap en Sandra weer terug naar huis. Hun vakantie zit er helaas weer op. We gaan ze natuurlijk uitzwaaien.

Dinsdag 15 april 2008  Niteroi  (Johan, van harte gefeliciteerd!)

De kersteditie van de Margriet lezen op het Copacabana strand van Rio de Janeiro, dat is een leuke combinatie. Alleen komt er niet veel van lezen, ik word teveel afgeleid. De meeste dames hier zijn rijkelijk bedeeld met prachtige vóór - en achter uitstekende rondingen, waarbij ik aardig uit de toon val. Wonderlijk hoe de minieme lapjes stof om deze lichaamsdelen op hun plaats blijven zitten. En er wordt driftig gesmeerd. Hele potten kokosmelk worden op de blote delen in gemasseerd (ze zien er wit van), dan blijven ze een tijdje staan om de boel wat in te laten trekken. Vervolgens onder de douche om het weer af te spoelen (??) en dan gaat er een olietje overheen. Ze ploffen weer in hun ligstoeltje in de brandende zon en na een half uurtje begint het circus overnieuw. Hoe bruin ze al van zichzelf zijn, het moet dus nog bruiner. Warren heeft zijn collega's beloofd om een foto te maken waar ze jaloers van kunnen worden. Eigenlijk is het de bedoeling dat hij door 2 dames in bikini wordt geflankeerd, maar niemand wil zich beschikbaar stellen. Iedereen is hier voorzichtig en gelijk hebben ze. We krijgen inmiddels al aardig wat van Rio te zien, dan wel bussend als wel wandelend. Op één van deze struintochten stuiten we op een hele grote vlooienmarkt. Werkelijk, er komt geen einde aan en je komt de meest maffe dingen tegen. Geen moment voelen we ons onveilig en genieten op onze manier van deze onmetelijke grote stad met zijn 16 miljoen inwoners. Niteroi, aan de oostkant van de Guanabara baai, is een prima uitvalsbasis hiervoor. Onze ankerplek is lekker rustig bij de luxe jachtclub Naval Charitas. Voor 20 reais per dag mogen we alle faciliteiten gebruiken, zwembad, sauna, douches, toiletten, water, fitness, er is zelfs een kapper. Bovendien is er een niet te duur restaurant en ze hebben Wifi! We zitten dan ook heel wat uurtjes met onze laptop op het terras. Dat het hier een veilige omgeving is, blijkt wel als op zondag hele gezinnen met kinderen het zwembad en terras komen "bezetten". Je komt hier ook niet binnen zonder pasje, de ingang wordt 24 uur per dag bewaakt. Tot onze grote verrassing ligt Pako, onze Belgische vriend van de Rocinante, hier ook nog voor anker. Een hartelijk weerzien en voordat hij weer verder gaat, eten we gezamenlijk bij de club. Hij laat zijn eigen boot in Angra dos Reis (60 mijl verder) achter en gaat als opstapper meezeilen in de Chileense scheren. Als hij daarvan terugkomt, vaart hij door naar Buenos Aires om dan 1 jaar voor Artsen zonder Grenzen te gaan werken, zijn oude werkgever. De kans is dus groot dat we elkaar daar weer treffen. Na het weekend slaat het weer om. Het begint hard te waaien en we slaan van ons anker af. Gelukkig zijn we thuis en kunnen op tijd actie ondernemen. Vandaag regent het de hele dag en moeten we echt even wennen aan het onstuimige weer. 's Avonds zijn er harde windvlagen die met 30 knopen tussen twee bergen door onze baai in komt zeilen. Ons huisje gaat er gewoon scheef van hangen. Warren heeft ook weer een klusje geklaard. In Salvador hebben we rvs stang van 10 mm kunnen kopen, waarmee we onze dakluiken hebben beveiligd tegen insluiping. Zo kunnen ze gewoon open blijven staan voor de frisse lucht. Voor de ingang hebben we hier in Niteroi een raamwerk ervan laten lassen. Vervolgens heeft Warren dit op ons bestaande houten luik, waarin horrengaas zit, bevestigd, zodat dit nu ook potentiële inbrekers moet afschrikken. Het geeft ons een goed gevoel.

Zaterdag 26 april 2008  Angra dos Reis

Een aardbeving voor de kust bij Santos, wij hebben er niets van gemerkt. We horen dat de grote Guanabarabaai afgesloten is geweest, omdat er golven zijn gesignaleerd van 3 meter tengevolge van een vloedgolf. Wij zijn dan al vertrokken, noem dat maar eens geen geluk. Voordat we Rio verlaten, bezoeken we het Fort van Niteroi dat de baai ooit heeft bewaakt. Het fort is in Portugal gebouwd, waarna het steen voor steen is afgebroken en als ballast onder in de schepen is vervoerd naar Rio. Daar is het weer opgebouwd. Onze gids vertelt dat er maar 1 kanon tegelijk mocht worden afgevuurd, anders zou het hele fort in elkaar storten. We worden ook nog een ochtend door Susy op sleeptouw genomen. Zij en haar man wonen al 19 jaar op hun zeilboot Samba die ook bij de jachtclub ligt. Samen met een Frans echtpaar gaan we met haar auto de berg op om het uitzicht vanaf Niteroi richting Rio te bewonderen. Het is werkelijk een prachtig panorama wat we te zien krijgen. Her en der tegen de bergen geplakt vallen de vele Favela wijken erg op, totaal zo'n 700 in Rio. Ze liggen vaak naast de rijke buurten. Beide partijen hebben hier voordeel van, de rijke blanke buren hebben goedkope arbeidskrachten, zoals hulp in de huishouding, oppas of portier. Rio de Janeiro en Niteroi liggen aan de Baía de Guanabara (arm van de zee), die door een 15 kilometer lange, 60 meter hoge en 26 meter brede brug met elkaar verbonden zijn. In deze baai wordt naar schatting dagelijks zo'n 1,5 miljoen ton afval gestort. Geen wonder dat wij regelmatig vissen zien die opeens een eind boven water uitspringen. Ze hebben gewoon frisse lucht nodig! Het is dan ook een (letterlijke) verademing als wij 60 mijl verder bij het eiland Ilha Grande in de Baía Ilha Grande ons anker kunnen laten vallen in schoon water. Er schijnen hier 365 eilandjes te zijn met prachtige baaitjes en zandstranden. Ilha Grande is na Rio, de miljoenenstad, één groot natuurgeweld, flinke hoge bergen met groene bossen. Bij één van onze wandelingen zien we eekhoorns met hun dikke staarten, aapjes en felblauwe en groene kolibri's die zich in een poel water wassen. Het heeft hier wel wat van een jungle. Er loopt een kronkelig, glibberig pad omhoog over een soort pas heen. We komen aan de andere kant van het eiland uit aan de Atlantische Oceaan. Met onze ogen dicht horen we onder onze voeten het knisperende geluid van sneeuw. Maar we lopen op het prachtige zandstrand dat ook qua uiterlijk veel weg heeft van een versgevallen sneeuwtapijt. De branding is hier voor veel surfers een uitdaging. Na flinke regenbuien krijgen de weergoden een oppepper en hebben we dagen met weinig wind en felle zon. Dat weerhoudt ons er niet van om de zeilen te hijsen, met een slakkengangetje komen we vooruit. Heerlijk relaxed, terwijl de meesten op de motor van baai naar baai tuffen en daarbij de stilte verstoren. Tot onze verrassing ligt de Braziliaanse boot Ubatuba van Otto en Márcia vlak naast ons als we na een wandeling terugkomen. Zij wonen hier in de buurt en we hadden in Salvador al afgesproken dat we contact met elkaar zouden opnemen als wij ook hier zouden zijn. Helaas is Márcia ziek en gaan ze eerst maar eens naar een dokter. We wachten even af. Veel mensen hebben ons verteld dat Baía Ilha Grande geweldig mooi is, ze hebben geen woord te veel gezegd.

Woensdag 7 mei 2008   Parati aan de horizon

No way, dat gaan we echt niet betalen! De havenmeester wil dat wij 50 Reais (± 20 euro) betalen, omdat we volgens hem 1 uur te lang aan de kade van Piratas Mall liggen. Dit is een winkelcentrum aan het water, je kunt je boot aan de kade vastknopen, boodschappen doen en inladen maar. Je mag er 3 uur gratis liggen. Als wij aankomen rond 12.00 uur is de supermarkt nog gesloten en gaat pas om 15.00 uur open. Intussen eten we wat en doen wat andere boodschappen. Half vier zijn we klaar voor vertrek. De motor loopt al en we willen net losgooien als die kerel opeens begint te vervelen. Wij zijn echt niet zo gek om zoveel te betalen voor een half uurtje te lang parkeren. Gelukkig krijgen we hulp van een Engels sprekende Braziliaan die het voor ons regelt. Wegwezen bij zo'n commerciële Marina. Hierna hebben we een paar ankerplekken voor ons alleen, maar het weer werkt niet mee. 30 April regent het de hele dag, het zicht is beperkt tot zo'n 500 meter, de hele baai is verdwenen. Wel weer gezellig om een dagje binnen te klungelen. Muziekje aan, filmpjes bekijken die we tot nu toe gemaakt hebben. Boekenkast opnieuw indelen, wel gelezen achteraan, nog te lezen vooraan. In Bracuí gaan we aan de steiger en komen Jemanja 2 en Matajusi weer tegen, respectievelijk Spaans en Braziliaanse bemanning, eerder ontmoet op Ilha Grande. Dit weekend is er toevallig een reünie van ABVC, Association Brasileiro Veleiro Crusera. Voor de deelnemers is van alles georganiseerd, workshops, zeilinstructies en een kinderprogramma. Op zaterdagavond komen Susy en Renato van de Samba een lezing geven over hun 5-jarige wereldreis (1979-1984) en Isabela Pimentel (een 25-jarige jonge meid) die solo in een 6,5 meter bootje de Atlantische oversteek heeft gedaan afgelopen november-december. Wij kunnen op de kaartjes van de kinderen van Jemanja 2 mee naar de lezingen en daarna volgt een buffet waar we zoveel kunnen eten als we lusten. Het wordt een gezellige avond. Dinsdag 6 mei is het weer eens echt zeilweer, blauwe lucht, warme zon en 15 knopen wind. We moeten aan de wind zeilen en het dek wordt weer eens zout. De koers is enigszins slalommend tussen eilandjes door, en hoe klein ook, er staat altijd wel een huisje op. Dit is werkelijk het prachtigste zeilgebied van heel Brazilië. De natuur is overweldigend mooi met hoge groene bergen overal om ons heen. Het heeft wel wat van Oostenrijk weg. Het regent hier relatief vaak, de luchtvochtigheid is dan ook ontzettend hoog, vaak tegen de 100%. We hebben grote zorg om op te letten dat de schimmel niet de kasten uit komt sjouwen. Een zwarte korte broek is in Buzios al helemaal wit uitgeslagen te voorschijn gekomen. Regelmatig goed luchten, meer kun je niet doen. Na 6 uurtjes zeilen arriveren we bij Ilha Cedro, een klein eilandje met een mooie beschutte baai. Behalve een aantal vissersbootjes ligt er nog 1 zeilboot en 1 motorjacht. Het Braziliaanse stel van het jacht nodigt ons uit om 's avonds te komen eten. Wat jammer, weer niet zelf koken......Eenmaal bij hen aan boord lijkt het alsof we in een gewone huiskamer zitten, vloerbedekking, een heerlijk zachte bank en een 6-persoons eettafel waaraan we lekkere spaghetti eten met een voortreffelijk wijntje. We krijgen weer een aantal tips over onze route naar het Zuiden en een telefoonnummer van een vriend die vaak naar Antarctica is geweest. Altijd handig, zulke adresjes. En vandaag zijn we motorend onder een strakblauwe wolkenloze hemel op weg naar Parati, een oud koloniaal stadje. Om ons heen is geen enkele andere zeilboot te zien. Nightfly alleen, genietend met hier en daar een vissersbootje.

Donderdag 15 mei 2008   Ilhabela

Wat heb ik toch een slimme vent getroffen! Hij prutst wat draden aan elkaar, ik mag een beetje helpen bij het solderen. En plotseling (althans zo lijkt het voor mij) kunnen we met behulp van het programma Shipplotter en de SSB radio de AIS (Automatic Identification Signal) signalen ontvangen van grote schepen die op 30 Mijl afstand achter de bergen voor anker liggen. Met de radar zou je deze schepen nooit zien. Dit is een geweldig hulpmiddel, je ziet op het scherm alle gegevens van elk schip, naam, callsign, koers, snelheid en bestemming. Zo kun je heel makkelijk een schip specifiek oproepen, mocht je bijvoorbeeld op aanvaringskoers liggen. We gaan er altijd van uit dat zij ons niet gezien hebben, dus moeten we zelf actie ondernemen. In Parati is er ook actie, en wel vanwege een filmopname. Het gaat over een Portugese koninklijke familie die begin 1800 naar Brazilië is geëmigreerd. Er wordt net een scène opgenomen waarin het heel hard regent en dat moet natuurlijk in 1 keer goed gaan. Dus het publiek wordt gevraagd om doodstil te zijn. We slenteren op ons gemak door het stadje, de straatjes zijn met cobblestones belegd. Zodra het vloed wordt, lopen de straten onder water, een typisch beeld dat bij Parati hoort. Gelukkig lopen ze in het midden taps toe, zodat je aan de zijkant kunt lopen zonder natte voeten te krijgen. Op onze ankerplek worden we ook hier direct bij aankomst voor een barbeque aan de kant uitgenodigd. We hebben zelf geen vlees om mee te nemen, maar ik flans snel een eiersalade in elkaar, we hebben nog een heerlijk stuk kaas en als toetje gaat de verse ananas mee. Zo snoepen we uit elkaars pannetjes. Bijzonder dat ook hier op het strandje een zoetwaterbron is. Uit de bergen stroomt het water naar beneden en de mensen hebben er een slang aangelegd. Zo komt men hier vers water tappen en je kunt er zelfs onder douchen, wel koud maar ook luxe in onze situatie. Het wordt steeds stiller om ons heen, we liggen steeds vaker alleen in prachtige baaien omzoomt door mangrove bossen waar geen mens woont. Op maandag 12 mei laten we Baía Ilha Grande achter ons liggen en gaan weer de Oceaan op. Ondanks het rustige weer hebben we allebei snel last van de deining en liggen om beurten binnen op de bank. Ik heb de pest in, want we moeten iets koken en het brood is op, dus zelf bakken. We verdelen de taken, zodat we niet al te lang binnen bezig hoeven te zijn. Om 20.45 uur gaan we onverwacht voor anker bij Ilha Anchieta, kunnen we lekker de nacht doorslapen. Daarna zijn we een paar dagen op Ilhabela, het grootste eiland voor de kust van Brazilië. Bij de jachtclub mogen we aan een mooring liggen en de 1e vier dagen zijn zelfs gratis. Met de bus gaan we naar een paar watervalletjes, het duurt effe voordat we er zijn. Op de verkeerde plek uitstappen, wachten op de goede bus, dan nog 1 kilometer omhoog lopen. We krijgen een spontane lift van een jeep en stappen bij een gezellig houten restaurantje uit. Daar krijgen we een repellent, een middel waar we ons mee insmeren tegen insecten. Uiteindelijk wordt Warren later op zijn enkels lek gestoken, Warren die ze anders nooit lusten! Ik zit sowieso al onder de muggenbulten, ben de hele tijd in de weer met azijn tegen die verschrikkelijke jeuk. Terug bij de bushalte weer wachten, de reis heen en terug duurt zeker 4 uur en het bekijken van de watervallen (die ook niet echt spectaculair zijn) een half uurtje. Ach ja, we zijn van de straat. Een nuttige bezigheid dient zich de volgende dag aan, als we uit de bakskist een paar schoenen vissen die hélémaal onder de schimmel zitten. En niet alleen die schoenen, ook de leren zeillaarzen, dus ga ik lekker aan de slag met leervet en schoenpoets. Na een noestig uurtje arbeid glimmen ze ons weer tegemoet. Ik maak vast warm eten voor 2 dagen klaar, Warren is met Shipplotter bezig om uit zoeken of deze kan samen werken met andere computer programma's. Zo grappig, we zien nu op het beeldscherm hoe een grote tanker verderop in het kanaal aan het "parkeren" is aan de kade, wonderlijk die techniek.

Dinsdag 20 mei 2008  Paranaguá  (Thea, proficiat)

"We kunnen jullie ook wel ophalen met onze taxiboot". De jongen op de steiger bij de jachtclub Ilhabela kijkt iedere keer meewarig als wij weer met ons Bromvliegje aan komen roeien. Terwijl zij gewoon heen en weer racen tussen de voor anker liggende bootjes en mensen van en naar de kant brengen. Dus maken wij daar ook maar dankbaar gebruik van. Ze zijn blij dat ze iets te doen hebben. Het is duidelijk buiten het seizoen, de meeste voorzieningen op de club zijn gesloten door de weeks. In het dorp zie je ook veel restaurants zonder bezoekers, maar wel met een heel regiment aan personeel. Blijkbaar staan ze liever de hele avond te niksen, dan dat ze minder mensen indelen om te "werken". Onbegrijpelijk waar dit van betaald wordt, laat staan dat ze winst maken. Intussen gaat de tijd voor ons supersnel, we zijn alweer ruim 10 maanden onderweg! Inmiddels is het vakantiegevoel wel verdwenen, het is een nieuwe manier van leven geworden, waarin we meer op de basis zijn gericht. Waar halen we water, diesel, hoe ver is het lopen naar de bakker en de supermarkt. Kunnen we weer eens een wasje draaien of doen we het met de hand, meestal het laatste. Daarnaast is het belangrijk dat de boot regelmatig een inspectiebeurt krijgt. Warren klimt de mast in om alles na te lopen op slijtage/breuk en onderhoudt de boot heel trouw. Het rvs rondom glimt weer na een poetsbeurt met Brasso. Zodra er weer een nieuw traject aankomt, maken we een tochtplanning, waar we vervolgens doodleuk vanaf worden gebracht door gebrek aan wind. Van Ilhabela naar Paranaguá zou 2 dagen en nachten in beslag nemen. Vanaf de 2e nacht staat er geen zuchtje wind, eerst maar eens een tijdje dobberen. Maar na een paar uur zijn we dat zat en starten toch maar de motor. Dit kan niet meer voorkomen dat we in het donker aan gaan komen. We bestuderen de aanloop goed en het lijkt niet lastig. Bovendien hebben we het voordeel dat het volle maan is, en die licht behoorlijk bij. Er is een vaargeul met boeien die dwars door zandbanken is gegraven, daarbuiten is het dus heel ondiep. We turen naar de lichten ervan om te ontdekken welke de eerste is voor de aanloop van de geul. Dat begint al goed, de eerste rode is zijn lichtje kwijt, een blinde boei dus. Die volgen er meer, uiteindelijk hebben 7 boeien geen licht, wat het niet makkelijker maakt. Dan sluit de wereld zich opeens om ons heen, de onverwachte mist geeft ons nog een zicht van 100 meter. Langzaam gaan we verder, inmiddels met de radar erbij. We gaan niet helemaal door tot aan Paranaguá, dat is nog een hele slingerweg over de rivier tussen ondieptes door. Dat bewaren we tot het weer licht is. We ankeren aan de zijkant van de rivier waar het tij niet zo hard meer stroomt. Met het ankeralarm aan gaan we slapen. Rond 01.00 uur begint die te jammeren, dat kan kloppen, want het is vloed geworden en dan draait de boot mee op het tij. Warren gaat naar buiten om te checken of het goed gaat. Ik slaap al weer bijna als hij na een tijd helemaal koud in bed kruipt. Bleek de lijn van het ankerboeitje om het schroefblad vast te zitten en zou ons dan weer van het anker af kunnen trekken. Dus is hij het water in gedoken om het lijntje te bevrijden met daarna een buitendouche om zich schoon te spoelen, midden in de nacht, de arme ziel! En vanochtend 6 uur later wordt het dan weer eb en zijn we op tijd eruit om te zien of we niet vast komen te liggen. En jawel, de dieptemeter geeft nul meter onder de kiel aan. Als we naast de boot kijken, lijkt het ook of we zo naar de wal kunnen lopen. Dan begint de wind ons ook nog eens naar de kant te blazen, "wegwezen hier"  roept Warren. Snel start ik de motor en Warren haalt het anker binnen. Net op tijd ontsnappen we aan de grillen van de rivier. Het is nog 2 uur varen voordat we bij de stad aankomen. Langzaam trekt de mist op en zien we om ons heen de rivierdelta tevoorschijn komen met zijn mangroves, drooggevallen modderbaden en de karakteristieke vissersbootjes. Bij de Iate Clube de Paranaguá leggen we Nightfly aan de steiger. Eerst even douchen, dan naar de gebruikelijke officiële instanties om ons te melden. Daarna gaan we op zoek naar de plaatselijke VVV om te informeren hoe we naar de watervallen van Iguaçu kunnen komen, zo'n 650 km landinwaarts op het drielandenpunt Paraguay, Argentinië en Brazilië.

Zondag 25 mei 2008  Paranaguá, Ilha Cotinga voor anker

Ongelofelijk indrukwekkend! We zijn net terug van een 4-daags tripje naar Foz de Iguaçu, waar we de imposante watervallen hebben bewonderd. Voordat we gaan, besluit ik toch maar om een kapper op te zoeken. Overal in de boot komen we losse haren tegen (bah), die niet anders dan van mij kunnen zijn. Gewapend met een plaatje geknipt uit de Libelle lopen we willekeurig een kapsalon binnen. Behalve de kapster knikken de andere bezoekers ook enthousiast als ze het voorbeeld plaatje zien. Voor de -hoognodige- blonde highlights gebruiken ze ook hier zo'n charmant regenkapje met gaatjes en gaan met haaknaald aan de slag. Ik ben blij met het uiteindelijke resultaat en geef de kapster een hand. Ik word spontaan door haar gekust, een normale gang van zaken hier. De Nightfly leggen we aan een mooring bij Ilha Cotinga, de ankerplek van de jachtclub een stukje terug op de rivier. Met rugzak en bergschoenen bepakt gaan we met de bus naar Curitiba, 110 km. verderop. Daar stappen we donderdag avond in de slaapbus naar Foz de Iguaçu waar we de volgende ochtend rond 07.00 uur aankomen. Op het busstation zien we een balie van Hostelling International (Jeugd herberg) en komen tot een goede deal met de jongeman, een eigen cabin met 2 persoons bed en douche, ontbijt én we kunnen vandaag nog mee met de excursie naar de Argentijnse kant van de watervallen, die eigenlijk nú vertrekt. Maar hij belt even zodat ze op ons wachten. Vliegensvlug met een taxi naar Hostel Paudimar, inchecken, en mee met het busje waarin al 7 dames klaar zitten met chauffeur. Het wordt een lange dag, maar wat is dit prachtig. Al wandelend leggen we heel wat kilometers af om alles te zien. De beenspieren verzuren lekker als we een aantal trappen op moeten klimmen, maar boven gekomen is het de moeite waard. Je krijgt weer nieuwe uitzichten op al die lange bruisende slierten schuimend water waar regenbogen tussen gevormd worden. Het is duidelijk te zien dat er veel minder water naar beneden komt in dit jaargetijde, er zitten veel kale, droge rotsen tussen. Het hoogtepunt wordt de Garganta del Diablo, ofwel Devil's Throat. Daar stort zich een onophoudelijke immense watermassa in een kloof 90 meter naar beneden, je ogen worden gehypnotiseerd door al dat vallende water. En je wordt er behoorlijk nat van de mistige waternevel die door de wind wordt verplaatst. Maar het is erg warm weer, dus vinden we de nattigheid een welkome afkoeling. We kunnen niet genoeg krijgen van dit schitterende schouwspel. We zijn inmiddels wel bekaf en zoeken eind van de middag een terrasje in de schaduw. Hier in Argentinië kennen ze ook bier in een literfles en daar weten wij wel raad mee. Na een heerlijke nacht slapen in een gewoon normaal bed (we weten niet wat ons overkomt na een jaar aan boord slapen) worden we uitgerust wakker. Vandaag bezoeken we de Braziliaanse kant van de watervallen. Hier is het minder spectaculair. Er loopt een wandelpad langs de steile rotswand dat de rivier volgt en waarbij je een prachtig totaal zicht op de Argentijnse kant hebt. De grootsheid wordt hiermee juist benadrukt. Zaterdagavond weer met de nachtbus terug om vanochtend in Curitiba op de Serra Verde Express te stappen. Deze trein rijdt door het kustgebergte van 934 meter hoog naar de zeehaven Paranaguá 110 kilometer oostwaarts gelegen. Het is een drie uur durende afdaling die langzaam over berghellingen, door regenwouden, over viaducten en door tunnels voert. Iedereen hangt uit de ramen om foto's te maken van prachtige vergezichten, groene wirwar van bomen en af en toe een waterval. Op het laatste stuk staan er huisjes langs de spoorlijn, waar kinderen langs de trein mee rennen. Zodra er uit de trein iets te drinken of eten wordt gegooid, duwen ze elkaar op de grond om als eerste te kunnen vangen. Onze ogen zijn inmiddels loodzwaar geworden en we dommelen stiekem weg. Van het station lopen we naar de jachtclub en laten ons door een marinero met een taxi bootje naar huis brengen. Benieuwd of de Nightfly nog steeds op zijn plekje ligt......Ze ligt vredig aan de mooring op ons te wachten. Om 20.30 uur kruipen we lekker in bed waar sinds lange tijd weer een dekbedje over heen wordt getrokken.

Dinsdag 3 juni 2008   Florianópolis

Soms kom je per toeval de juiste mensen tegen. In Paranaguá klaren we uit, bijna het land uit, de beambte wil onze paspoorten al driftig gaan stempelen. Net op tijd blijft zijn hand in de lucht zweven en legt hij de stempel terug als wij haastig uitleggen dat we alleen deze staat verlaten. We zakken de rivier weer af op de motor en ankeren in een baai vlak voor de uitgang naar zee. Het wordt een vervelende nacht, want we rollen op de binnenkomende deining. Woensdagochtend kiezen we dan ook met alle plezier het ruime sop. Het wordt mooi zeilweer, ruime wind uit het NO met zo'n 16 knopen. Midden in de nacht krimpt de wind en blaast ons de verkeerde kant op. Ik wil gaan gijpen, maar de wind trekt stevig aan en de genua schoot vliegt uit mijn handen. Warren komt uit zijn bed gesneld (onderdeks hoor je onbewust alle vreemde geluiden) en helpt me mee. Tegelijk maar een rif in het grootzeil en de genua een stuk inrollen. Een dikke regenbui volgt en de wind (20-26 knopen) draait finaal om, we moeten nu hoog aan de wind om op koers te blijven. Dat is lang geleden dat we onder helling lagen, we moeten allebei weer wennen. Onze wachten door is de wind erg veranderlijk, qua sterkte en richting, rif eruit, rif erin, dan weer 10 knopen wind. In de ochtend zien we het voorspelde koufront uit het zuiden duidelijk aankomen. De lucht wordt dreigend van de zware donkere wolken in allerlei vormen. In de verte zie je de buien als een gordijn naar beneden vallen. Behalve de sterkere wind valt het hier nog steeds mee. We zeilen dan ook door naar Ilha Santa Catarina zonder extra stop. Daar kunnen we beschermd tegen de zuidenwind rustig wachten. We mogen een mooring van de jachtclub gebruiken en ze halen en brengen ons weer naar de kant wanneer we maar willen, 24 uur per dag zelfs! Eigenlijk willen we ongehoorzaam zijn en het inklaren hier overslaan, maar de jongen van de club belt met de Polícia Federal voordat we het weten. Tot onze grote verbazing komt 's middags een autootje aanrijden waar de beambte van de PF uitstapt, mét een blanco gestempeld document. Kijk, dan doen wij niet moeilijk. En als we weer verder willen, is één telefoontje voldoende. Dan komt deze meneer weer opdraven om ons uit te klaren. Het wordt nog wel eens wat hier in Brazilië. Zaterdag is het weer opgeklaard en met een zonnetje maar nog steeds koude wind tuffen we over Canal Norte 14 Mijl naar Florianópolis. De stad ligt verspreid, op het vaste land het nieuwe deel en het oude deel op het eiland Ilha Santa Catarina, verbonden met 2 bruggen waar wij net onderdoor kunnen. Het kanaal is erg ondiep waar soms maar 2,5 meter water staat en wij steken 2 meter diep. Gelukkig is het hoog water, dus hebben we wat extra speelruimte. Alleen die aardige vissers gooien overal hun netten uit. Als we de ingang van de jachtclub zoeken, hoor ik opeens een metaalachtig klingelend geluid en liggen we stil. Ik zet snel de motor in de neutraal zodat het schroefblad niet meer draait. Ja hoor, we zijn een visnet ingevaren. Warren gaat met flippers en duikbril overboord en krijgt al sjorrend voor elkaar om ons te bevrijden, gelukkig. De watertemperatuur is inmiddels al gezakt tot 20ºC. Om 14.00 uur leggen we vast aan de steiger. We mogen niet met de kont naar de steiger liggen. Waarom niet? Gewoon, omdat niemand dat doet.....??! Het gevolg is dat de zuidenwind en de regen onze kuip komt binnen sjouwen. Het luik voor de ingang moet er nu echt in, binnen is de temperatuur gedaald naar 15ºC, lijkt wel Nederland brrrrr. Zondag hebben we het plan om de stad in te lopen voor een eerste kennismaking. We drinken nog even koffie op de club en één van de clubleden biedt aan om ons met zijn auto in de stad af te zetten. Bij de slagboom moeten we wachten op een auto die binnenkomt. Onze chauffeur toetert en draait het raam open. De tegemoetkomende auto stopt en dat blijkt een Rotterdammer te zijn die al 23 jaar hier woont. Als we na een redelijk teleurstellende wandeling door het voornamelijk gesloten, tot nu toe niet bijzondere centrum terugkomen op de club, loopt John, de Rotterdammer, er ook nog rond. Hij vraagt of we goed liggen. Nee, zeg ik volmondig, geen zon (als hij schijnt) in de kuip, maar wel wind en nattigheid. Hij biedt direct zijn ligbox aan, die toevallig tegenover onze ligplaats is. We mogen hem gerust gebruiken, hij meldt het wel bij de club. Blijkt het zelfs helemaal gratis te zijn! We worden tevens uitgenodigd om deze week ergens wat te gaan eten. Hij belt een andere Nederlander die ook hier woont en die wil ook wel mee. Dus samen met hun Braziliaanse vrouwen kan dat nog gezellig worden. Al snel weten meer clubleden dat wij er zijn, want we worden van alle kanten aangesproken. Aan onze steiger liggen ook een paar Argentijnse boten op weg naar het noorden. We komen aan de praat met Argentijnse Gabriela, die een boerderij runt 400 km landinwaarts van Buenos Aires. Ze nodigt ons uit om tegen die tijd contact met haar op te nemen. Dan mogen wij te gast zijn op haar farm. Dat lijkt ons erg leuk. We wisselen e-mail en telefoonnummer uit. Maandagochtend eerst nog even horen hoe het met hoogzwangere Wendy gaat, daar is nog niets aan de hand. De rest van de dag zijn we op sjouw op zoek naar allerlei zaakjes die we nodig hebben, maar niet allemaal vinden. Moe zijn we wel van al dat lopen. En vanochtend wordt mijn mannetje wakker met een maag die overstuur is. Ik zal hem vandaag maar eens vertroetelen, meestal helpt dat.

Zondag 8 juni 2008   Florianópolis

Inmiddels is Warren na een dag veel slapen weer boven Jan, het weer is een stuk vriendelijker en onze nieuwe ligplaats ligt lekker stevig, zeg maar. Als we laag water hebben, geeft de dieptemeter nul aan, de kiel ligt dan zo'n halve meter in de zachte modder. We kunnen hier alleen weg als het hoog water is, dat is duidelijk. De was die al een dag en nacht ligt te weken in de wonderwash (waar veel andere zeilers jaloers naar kijken) en dus wacht op droog weer, kan nu uitgespoeld en aan de waslijn. Dat ziet er altijd huiselijk uit, die wapperende onderbroeken en T-shirts. De toiletafvoer is bijna dichtgeslibd door de kalkaanslag, een nachtje in de week met azijn doet wonderen. Warren gaat de bijboot plakken die nu voor de 2e keer lek is. Ook het zijraam in de kajuit is nog steeds niet 100% waterdicht. We halen hem er weer uit en met nieuwe kit ertussen kan hij daarna weer op zijn plaats, op hoop van zegen. Het zonnedakje halen we eraf en krijgt een flinke schrobbeurt waar hij weer bijna wit van wordt. Als ik de voorraad eten aan boord ga checken, kom ik een bijna wandelend pak spaghetti tegen. Er zit onderin een gaatje waardoor er beestjes in konden komen. Gelukkig is de rest nog ongedeerd. Een half uur durende busrit brengt ons naar Lagoa da Conceição, een groot zoutwatermeer dat aan de oceaankant van het eiland ligt. Met een bootje gaan we naar een dorpje aan de westoever dat alleen over water bereikbaar is. Warren krijgt van de schipper uitleg over wie waar woont en waar vandaan komt. Bij een restaurantje eten we overheerlijke vis uit het meer. Als we 's avonds thuis zitten te bedenken of we nog een broodje zullen eten, stapt John bij ons aan boord. "Hebben jullie zin om een hapje met ons te gaan eten, ik heb gereserveerd rond 20.15 uur en Ben en zijn vrouw komen ook". Gelukkig ligt vis niet zo zwaar op de maag en slaan we dit gastvrije aanbod natuurlijk niet af. Ben is een Amsterdammer en Debora, zijn vrouw, spreekt heel goed Nederlands. De vrouw van John verstaat het goed, dus de conversatie geeft geen problemen. Het wordt een erg gezellige avond met mooie verhalen over en weer. John vraagt wie er zin hebben om a.s. zaterdag op de jachtclub te eten, dan is er een traditionele feijoada. Alleen clubleden kunnen reserveren en mogen zelf gasten meenemen. Na 5 maanden in Brazilië te zijn, wordt het voor ons wel tijd om dit een keer mee te maken en te proeven. Ben bedankt vriendelijk, want hij houdt niet van varkensoren. Dat belooft wat!! Gelukkig blijkt dat je die oren links (of rechts) kunt laten liggen en zelf opscheppen wat je lekker lijkt. En er is genoeg wat onze smaakpapillen prikkelt. Feijoada is van oorsprong een slavengerecht dat tegenwoordig op zaterdag als lunch wordt gemaakt. De eetzaal van de club is ingericht met feestelijk gedekte tafels en op een lange dis staan grote dampende potten: zwarte bonen in bacon, witte rijst, gedroogd, gezouten en gerookt vlees, alles van het varken waarbij dus de oren niet ontbreken, fijn gesneden kool , farofa, tomaat, gefrituurde maniokwortel en sinaasappelschijfjes. Dit alles wordt vooraf gegaan door een bonensoepje. Ons gezelschap aan tafel bestaat uit John en zijn vrouw, haar moeder, en nog een clublid met zijn vrouw. Hij en John hebben veel nieuwe tips voor ons volgende traject. Wat niet in de pilot staat, is dat er toch nog een extra stopplaats (Laguna) ligt vóór Rio Grande. Dat doet ons deugd, kunnen we het traject in twee stukken doen. John, ontzettend bedankt voor jouw gastvrije onthaal in de club in Florianópolis. Nog even inkopen doen in een grote markthal waar een uitgebreid scala aan groenten en fruit staat uitgestald. Het grootste voordeel is dat het meeste spul niet gekoeld is en dus langer houdbaar. Vooral de mandarijnen zijn heerlijk zoet en sappig, jammie. Vanochtend rond 05.30 uur roept Warren me uit bed. "Kom, het is hoog water, we moeten nu de boot even verleggen naar een diepere plek". Na 10 minuten liggen we alweer in ons warme bedje en kunnen we rond het middaguur rustig vertrekken zonder vast gezogen te zijn in de modder.

Dinsdag 10 juni 2008   Hiep hiep hoeraaaaaaa, ze is er!!!!!!

Dit is wereldnieuws dat iedereen moet horen. Wendy en Jan-Durk hebben op 10 juni een wolk van een dochter gekregen, Tamar Jannie Kees en Lies de Groot. En dus zijn wij Pake en Oma geworden. Tamar heeft het lef gehad om tijdens de voetbalwedstrijd tussen Nederland en Italië zich aan te kondigen. Dit is dus een tante met pit om haar vader nu al dwars te liggen. Jan-Durk, hierdoor kon je aanvoelen dat het een meisje moest zijn.....Lieve schatten, van harte proficiat en geniet van dit kleine wonder. Ook Pake & Beppe en Beppe & Opa gefeliciteerd.
klik op de foto

Zondag 15 juni 2008   Laguna - Rio Grande

Onbegrijpelijk dat Laguna niet wordt genoemd in de pilots. Het heeft een veilige aanloop die zelfs in het donker heel goed te doen is. We lopen rond 05.00 uur de pieren binnen. Na 1 uurtje motorzeilend op de fok begeleid door een paar dolfijnen zien we een kleine jachtclub aan onze rechterhand. Er staat een meneer aan de kant die een extra lichtje aanknipt. We passen precies tegen de kade en leggen tevreden aan. We duiken eerst nog een paar uurtjes ons bed in. Laguna is een vriendelijk vissersdorp met een klein centrum waar alles te krijgen is. Maar vooral verse vis. Bij de boot terug gekomen ligt Nightfly omringd door vissersbootjes met elk een paar man er in. Ze staan met een visnet in hun handen te wachten. Zodra de dolfijnvinnen door het water aankomen, worden de netten uitgegooid. Ze vissen op dezelfde slachtoffers. Maandagmiddag begint het onstuimig te waaien en zijn wij op zoek naar een internet café en een televisie. Internet is niet te vinden, op de club ligt de verbinding er helaas uit. En de televisie laat alleen sneeuwbeeld zien. Dat wordt gokken als er een doelpunt valt. Dan trekken we ons maar terug in ons eigen knusse huisje en zetten Radio Wereld Omroep aan. Dat is toch heel anders om zo de voetbal wedstrijd Nederland-Italië te volgen, erg leuk. Met een biertje en een zak chips zitten we joelend en juichend in de kajuit, terwijl het buiten guur weer is. De volgende ochtend halen we de mail binnen via onze SSB radio en vinden dringende berichten van Sandra om beschikbaar te zijn via Skype, het komt! Gelukkig is op de club de verbinding weer hersteld en horen we het blijde nieuws van de geboorte van onze kleindochter Tamar. Met veel moeite krijgen we eindelijk Jan-Durk te pakken. Met enigszins vochtige ogen luistert Warren naar het relaas van de nieuwbakken papa. Helaas dwingt het weer ons om deze middag alweer te vertrekken naar Rio Grande. Het lijkt tot het weekend te duren voordat er weer een fors koufront uit het zuiden aan komt zetten. Dus gooien we om 15.00 uur de trossen los. Eenmaal buiten de pieren is het gedaan met de rust. Flinke golfslag en wind uit het zuiden, later zuidwesten, gooien ons direct behoorlijk scheef. Dat wordt een wild nachtje zo te zien. We zetten het eerste rif in het grootzeil. Het water stuift van de golftoppen af en we krijgen veel water over. Soms wordt het even verrassend stil als de wind een paar seconden zijn adem inhoudt, om daarna weer met volle kracht door te loeien. Aan het eind van de 1e nacht gaat het mis. Warren roept me uit bed. "Alle hens aan dek, de fok is stuk". Van boven tot onder ingepakt kom ik buiten waar Warren op het voordek de voorbereidingen treft om het zeil te strijken. Samen trekken we, op handen en voeten kruipend, het zeil omlaag wat door de wind lastig gaat. De punt van de boot duikt telkens weer in de golven en dondert op en neer. De rvs-ring die in de halshoek zit om het zeil onderaan vast te zetten, is geknapt. Later blijkt dat het zeil zelf gelukkig niet stuk is. We hijsen een kleinere fok (high-aspect) en kunnen weer verder. Warren is nat, moe en misselijk en gaat naar bed. De rest van de dag blijft hij katterig. Zodra het licht wordt, komt de zon de boel opvrolijken. De wind neemt gedurende de dag af en daarmee ook de deining. De 2e avond krijgt Arie, de windvaan, vrij af en nemen de motor en automatische pilot het een tijdje over, het waait bijna niet meer. Voordeel hiervan is dat we beter in de goede richting kunnen sturen. We zitten inmiddels al zo'n 100 Mijl uit de kust en dat was niet onze bedoeling. Maar ja, tegen de wind in zeilen, dat wil zo slecht. Donderdag zal volgens het weerbericht de wind van zuid naar west draaien, op basis daarvan blijven we nog even koers zuid houden. Dan draaien we vanzelf met de wind mee terug richting kust. Maar zoals altijd met verwachtingen, die komen niet altijd uit. Resultaat is dat we tegen de wind in moeten kruisen en hierdoor veel meer mijlen maken, we zijn bijna meer dan 2 etmalen langer op zee dan berekend. Zaterdagochtend komt er een stormwaarschuwing die ons tegen de avond zal bereiken. Deze voorspelling komt natuurlijk wel uit, 18.30 uur gaat het 2e rif in het grootzeil, hebben we windkracht 8 (32 knopen) uit het westen en begint het spektakel. We zijn inmiddels een stuk dichter bij de kust, wat het voordeel geeft dat de golven zich niet kunnen opbouwen. Wonderwel duurt onze eerste storm maar een paar uur, waarna de wind blijft hangen op zo'n 20 knopen. We komen niet in de problemen. Maar we zijn het wel zat, we willen er zijn, we willen lekker slapen, maar bovenal willen we skypen met Wendy, Jan-Durk en Tamar in levende lijve zien. Eerst trotseren we nog de kou als we in de hele vroege zondagochtend in het donker de grote havenhoofden binnenlopen en buiten goed uitkijk moeten houden voor alle grote zeeschepen. Handschoenen aan, muts op, het is 8 graden. Verkleumd bereiken we na 13 Mijl onze nieuwe ligplaats, een kleine steiger bij het Oceanografisch Museum en kruipen om 07.00 uur onder ons dekbed. Na een paar uur staan we op en zien dat het buiten nog steeds hard waait, de schuimkoppen staan op het water. De directeur van het museum komt ons verwelkomen en zegt dat we zo lang we willen hier kunnen blijven liggen. Er is water, elektriciteit, een eenvoudige douche, het enige wat hij retour vraagt is: een Nederlandse vlag en een antwoord op zijn vraag "wat is een zeilboot". Daar gaan we creatief over nadenken. Hij brengt ons met zijn auto naar het centrum waar een restaurant met Wifi is. We zijn nog niet online of Wendy belt via Skype. Door omstandigheden lukt het jammergenoeg niet om elkaar te horen of te zien, en kunnen we slechts chatten/typen via het scherm. We zijn allemaal teleurgesteld. De foto's die Wendy via de mail heeft gestuurd, bekijken we gretig. Wat een mooie meid. Het valt ons erg zwaar dat we nu niet in Nederland erbij zijn. Morgen doen we een nieuwe poging.

Dinsdag 24 juni 2008   Rio Grande  (Connie en Jaap, proficiat)

Op weg naar de Polícia Federal en de Capitania dos Portos worden we aangenaam verrast door de prachtige oude gebouwen, parkjes en de diversiteit aan winkeltjes. Kortom, Rio Grande wordt een mooie afsluiting van ons Braziliaanse avontuur. Het inklaren verloopt lekker soepel, waarna we onszelf eerst eens trakteren op koffie met gebak. Het gebouw ernaast is een groot internet café waar we vervolgens twee uur zoet brengen. Onze eerste kennismaking met Tamar is ontroerend. We zuigen ons bijna vast aan het beeldscherm. Het gaat geweldig goed met het nieuwe gezinnetje. Weer terug bij Nightfly bekijken we eens goed waar we zijn. Het lijkt net of we bij Lenie 't Hart zijn, hier worden vogels, pinguïns en zeeleeuwen opgevangen en verzorgd. De directeur zelf is wel eens in Pieterburen geweest. Het bijbehorende museum geeft een beeld van het ontstaan van de aarde en laat zien welk dierlijk leven hier in Zuid Amerika voorkomt. Er is ook een Antarctica museum met een opstelling van een Braziliaans onderzoeksstation. Als het allemaal wil lukken, zullen we over een paar maanden zoiets in het echt gaan aanschouwen. De eerste dagen in Rio Grande is het bitterkoud, er wordt zelfs in de krant over geschreven. Dik ingepakt dwalen we door het historische centrum van de stad, snuffelen in de vele winkeltjes en bekijken de mooie Catedral de São Pedro. Aan het water ligt eens soort plein waar elke dag groenten en fruit worden verkocht. De verkoopwaar wordt aangeleverd met kleine bootjes die overvol gestapeld zijn. Er is een aparte (groene) parkeerplaats voor de boeren die met paard en wagen hun spullen brengen. Het maffe is dat ook hier dag en nacht bewaking is. Een groot hek ervoor met een mannetje in een klein hokje, net zoals ook het geval is bij "ons" museum. Naast het museum ligt de jachthaven van Rio Grande. We gaan even polshoogte nemen of we hier de kwartfinale EK kunnen kijken op zaterdag. Op de bovenverdieping is een bar/restaurant waar een paar oudere dames gezellig aan het kaarten zijn. Tot onze grote verrassing brandt er een aangenaam vuur in een grote open haard. Nog nergens hebben we verwarming gevoeld in winkels of restaurants, zodat we meestal met onze jas aan zitten te eten. Hier is het heel behaaglijk warm. Er staat een lekkere bank voor het vuur mét televisie. En ze hebben Wifi, helemaal goed. Onze steiger ligt inmiddels "vol". Voor ons een ouder echtpaar uit Zuid Afrika, Jess en Heather op de Dalkiri. Achter ons is de Wata komen liggen met Sylvain en Vanessa uit Zwitserland. We hebben hen al drie keer eerder ontmoet, zij zijn ook onderweg naar Patagonië. Nightfly is zowaar de grootste van de drie, totdat er een ander schip met Nederlandse vlag bijkomt. Er moet even wat verschoven worden, waarna Dalkiri bij ons langszij komt liggen. Hans en Fien van de Onrust zijn reeds twaalf jaar onderweg en zeilen nu richting Europa. Het blijkt dat zij de Atlas met zeekaarten van Chili en Antarctica hebben. Deze staat nog steeds op ons verlanglijstje en we kunnen hem voor half geld overnemen. Wij leveren wat kilo's leesvoer bij hen af. Op zondag is hier alles gesloten, dus besluiten we alle buren uit te nodigen voor een bord nasi. Behalve de Onrust, die op verkenning uitgaan, komen ze allemaal. Dalkiri vertelt interessante zaken over de Rio de la Plata, de zilverrivier die de grens vormt tussen Uruguay en Argentinië. Zowel Wata als wij zullen overwinteren in deze omgeving. Telkens als we gebruik maken van de douche op het terrein, stinkt het er naar brand. Wil je warm water hebben, dan moet je de kraan heel zachtjes laten lopen. De aansluiting van de douchekop ziet er erg gevaarlijk uit, de stroomdraden gaan rechtstreeks de douchekop in. Warren heeft het (on) genoegen om de laatste stralen water te voelen. Nog net niet ingezeept komt er opeens een steekvlam boven zijn hoofd. De bedrading van de douchekop is doorgebrand. Ontsnapt aan elektrocutie kun je wel stellen. De reparatie laat op zich wachten, maar we vinden een creatieve oplossing. Brutaal lopen we met ons douchetasje op de rug de poorten binnen van de naastgelegen jachtclub en gebruiken de luxe, schone douches op de benedenverdieping van het restaurant. Tien minuten later komen we vrolijk met een nat hoofd weer langs de bewaker en zeggen hem vriendelijk gedag. In ruil daarvoor drinken we een extra biertje als we zaterdag voetbal zitten te kijken. Helaas, mijn oranje sjaal mag niet baten en kan hierna voor andere doeleinden worden gebruikt. Warren hoest zich de longen uit zijn lijf en knoopt de sjaal om zijn nek, een soort voetbalfan over tijd. Na ruim een week rust voorspellen de weerberichten een aantal dagen gunstig weer om het laatste Braziliaanse stuk kustlijn te laten overgaan in Uruguayaans grondgebied. Na een half jaar kan er eindelijk weer een nieuw gastenvlaggetje gehesen worden. Aan Lauro, de museumdirecteur, geven we onze versleten Friese vlag als aandenken aan Nederland. Kunnen we daar ook weer een verse uit de voorraad voor hijsen.

Dinsdag 8 juli 2008  Colonia, Uruguay   (Lieve Mem, van harte proficiat met uw 87e verjaardag!)

Geheel tegen onze verwachtingen in, wordt Piriapolis niet de plaats waar we de wintermaanden zullen blijven voor o.a. onderhoud. Direct bij aankomst vertellen onze Duitse buren Walter & Rita op de Noa dat hier een schip op de kant is omgevallen tijdens een storm en zijn mast heeft moeten vernieuwen. De meeste boten hier op de wal worden ondersteund door ronde houten palen die extra worden geschoord met dikke planken. En als hier een flinke zuidwester storm staat, heb je golven van 2 meter in de haven. Niet echt aantrekkelijk, wat nu? Gelukkig komen van alle kanten adviezen voor alternatieven. Vooralsnog gaan we ons hier eerst inklaren in Uruguay en een stempeltje in ons paspoort scoren. Daarvoor moeten we met de bus naar het vliegveld een half uurtje verderop. We gaan samen met een Spaans stel, Antonio en Carolina, en krijgen zo onze eerste Spaanse lessen. De luchthaven is stil en verlaten, alles is gesloten, er lopen alleen schoonmaakmensen rond. Via een telefoon aan de muur kun je je melden. Daarna komt een dame ons ophalen en stappen we een akelig warm kantoortje binnen. Het blijkt dat ze de papieren nodig heeft die wij bij de Prefectura in de haven moesten achterlaten. Nee hè, toch niet weer terug om ze op te halen. Dankzij onze Spaanse medezeilers lukt het om haar per telefoon bij de Prefectura te laten checken of we daadwerkelijk hier het land zijn binnengekomen. Dit zou in Brazilië nooit zo gelukt zijn, dan wordt je gewoon weggestuurd. Op de haven ontmoeten we veel nieuwe mensen, maar alleen de Spanjaarden gaan ook zuidwaarts. Dat kan de pret niet drukken om gezellig bij elkaar te borrelen. Tijdens de borrel hebben we eersteklas zicht op twee zeeleeuwen die in de haven "wonen". Bij de vissersboten halen ze hun maaltje om daarna heel brutaal uit te buiken op het voordek van een geankerd bootje. Daar ligt hij of zij pontificaal te brullen en te schijten. Het is een joekel van een beest, wel 3 meter lang en loeizwaar. Het zal je bootje maar wezen. In Piriapolis kan de gasfles na lange tijd ook weer gevuld worden. Maar alles gaat hier op zijn dooie gemak. Uruguay is een land waar niemand zich lijkt op te winden. Zodra je hier één pas in de richting van een zebrapad maakt, stoppen de auto's al lang van te voren. Dat we in een vleesetend volk terecht zijn gekomen, wordt ons al snel pijnlijk duidelijk. Uit gewoonte bestellen we voor ieder van ons een entrecootje, iets wat in Brazilië niet te krijgen is. Er worden me toch twee volle borden eten gebracht met elk een groot stuk vlees van wel 3 centimeter dik. Tja, dat kunnen onze magen niet meer aan. Met kramp in de buik lopen we naar huis terug. Donderdag gaan we met de bus (twee uur rijden) naar Montevideo, de hoofdstad. Daar woont de helft van de bevolking van het land. Het is lekker zonnig weer en we maken de dag vol met veel omhoog kijken naar de prachtige kolossale oude gebouwen. Alle musea zijn gratis en, cultuurbarbaren als wij zijn, we vliegen van de één naar de ander. De interessantste vinden we het museum van de Gaucho's. Alles wat door de cowboys op de pampa's wordt gebruikt, ligt hier uitgestald, sporen, zwepen, halsters, pistolen, allemaal mooi versierd. Zaterdag is een aangenaam warme dag met wind uit het noorden, de temperatuur geeft zelfs 25 graden aan, heerlijk. We melden ons weer af bij de Prefectura die ons een stempel geeft voor goed gedrag, anders gezegd, we hebben alles betaald bij de marina. De volgende ochtend vroeg vertrekken we eerst op de motor, later zeilend met een mooie wind van achteren en onze snelheid is veelbelovend. Midden in de nacht trekt de wind opeens aan van gemiddeld 20 knopen naar 30-35 knopen. De boot loeft idioot snel op en met alle kracht moeten we tegensturen. We zetten snel twee riffen in het grootzeil en dan ligt de boot weer rustig op koers. De snelheidsmeter geeft een record aan van 8,3 knopen door het water. Maar zoals vaker met de wind zakt hij later terug naar 10 knopen en in de ochtend zetten we zelfs de motor een tijdje bij. Zodra het licht is, zien we dat Rio de la Plata erg bruin en ondiep water heeft. Sinds het vertrek uit Piriapolis hebben we niet meer dan zes meter onder de kiel, op het ondiepste stuk zelfs maar 1 meter. Er liggen op de kaart veel wrakken getekend die we moeten omzeilen. Grote scheepvaart moet allemaal door de vaargeul. Ik lig nog te slapen als Warren een dikke rolwolk aan ziet komen. Uit voorzorg haalt hij alle zeilen naar beneden, een pampero komt meestal snel, heftig maar kort. Het is gelukkig loos alarm. Voor het eerst stemmen we de korte golf radio af op de frequentie van het Patagonië net. Met een afstand van 1300 Mijl ertussen hebben we een heel goede ontvangst. Warren praat even met Paul van de Giebateau die nu in Ushuaia ligt. De volgende dag luisteren we weer mee en Paul introduceert ons bij de netleider Wolfgang op Wilde Malthilde. Zo weten ze vast van ons bestaan af en zodra wij later dit jaar naar het zuiden afzakken, zullen we nog veel profijt van hun ervaring kunnen hebben. Nog net voor donker leggen we maandagmiddag aan in Colonia del Sacramento, een oud stadje. Vanochtend eerst gemeld bij de Prefectura en nu op pad naar een internet cafe om Mem via Skype telefoon te kunnen feliciteren.

Donderdag 10 juli 2008   Colonia - Buenos Aires, Argentinië

Hè hè, eindelijk zijn we door het wc papier van Brazilië heen. Of je kreeg natte vingers omdat het te dun was of omdat het niks opnam. De kwaliteit van Uruguay kunnen we niet testen, want we zijn er heel kort. Twee dagen rond struinen in Colonia vinden we lang genoeg. Gezellige straatjes met cobblestones en terrasjes. Oude auto's langs de stoep, het gemiddelde wagenpark is hier 20 jaar oud. De zon laat zich ook van zijn beste kant zien, de jas kan uit. We merken duidelijk dat het hier veel minder koud is dan in Piriapolis. We zitten dan ook een flink stuk stroomopwaarts op de Rio de la Plata, onttrokken aan de koude invloed van de oceaan. Wat helemaal leuk is, het is inmiddels zoet water geworden. De pokken die welig tieren op het onderwaterschip, vallen er spontaan van af. Dat scheelt straks een hoop tijd, het is namelijk pokkenwerk om die beesten er af te moeten steken met een plamuurmes. De pinguïns moeten we ook even missen. Ze vergezelden ons voor het eerst van Rio Grande naar Piriapolis. Ook zij gedijen het best in zout water. Warren ontdekt in het haventje een werkschip van Boskalis en roept ze op via de marifoon. Voor die jongens is het vaak leuk om even Nederlands te kunnen kletsen. Dat denkt de baas op kantoor blijkbaar ook. Nog geen uurtje later horen we iemand op de kade fluiten. Het blijkt Paul, de directeur, te zijn. Hij komt aan boord en drinkt een bakje koffie met ons mee. Boskalis is hier permanent bezig het kanaal in de rivier uit te baggeren en op diepte te houden. Hij nodigt ons uit een kijkje op zijn kantoor te nemen en 's avonds bij hem thuis een biertje te drinken. Daar maken we ook kennis met zijn vrouw en drie dochters. Bij de brandende open haard wordt het een gezellige laatste avond in Uruguay. We zijn weer uitgeklaard en vandaag varen we op de halfwinder onder een lekker zonnetje naar de overkant. Een relaxte tocht van zo'n 26 mijl. Het enige wat we weer moeten ontwijken, zijn de vele wrakken en de grote scheepvaart die de vaargeulen moeten gebruiken. De ferry's halen ons in met een snelheid van 40 knopen! Dan blijven wij nergens met onze 5 knopen. Onder het zingen van "Don't cry for me Argentina" verwisselt Warren de gastenvlag van Uruguay voor die van Argentinië. We zien de skyline van Buenos Aires steeds duidelijker. Yacht Club Argentino wordt onze standplaats voor de komende zeven dagen.

Dinsdag 15 juli 2008  Buenos Aires    Jubileum!

Eén jaar later en een slordige 8000 zeemijlen verder. Het voelt bijna als de dag van gisteren dat we onze lieve vrienden en familie uitzwaaiden in IJmuiden. Ons nieuwe leven past ons goed. Dat heeft meer tijd nodig gehad dan we vooraf konden inschatten, we hebben veel strijd geleverd samen, het missen van alle mensen in Nederland valt nog steeds niet mee. Maar we krijgen er ontzettend veel voor terug. Van alle mensen die we onderweg ontmoeten, ontvangen we zoveel hartelijkheid zonder dat er iets voor gevraagd wordt. Dat is iets wat ons het meeste opvalt en bevalt! Inmiddels proberen we de smaak van Buenos Aires te proeven. Zoals in elke miljoenenstad stinkt het in eerste instantie naar uitlaatgassen en afval. Op straat lopen veel nors kijkende mannen van de Prefectura, maar gelukkig breekt er een lach door als je ze vriendelijk gedag zegt. Elke dag lukt het om een tipje van de sluier op te tillen en de stad te leren kennen. Met de metro voor nog geen 20 eurocent naar het verste punt en daarna al wandelend via diverse musea, specifieke wijkjes, parkjes en marktjes terug. De jachtclub ligt midden in de stad wat een erg comfortabel uitgangspunt is. We zijn wel de enige buitenlandse boot in de haven, dus wordt er weinig tijd doorgebracht op het water. We hebben helaas geen toegang tot het chique restaurant op het terrein zonder een clubpas van onze thuishaven de Royal Jachtclub Ketelhaven. Toch maar eens zelf gaan knutselen. Maar het biertje bij het clubgebouw smaakt ons eigenlijk beter. Op straat wordt de tango geshowd, in de metro krijgen we een voorstelling te zien van twee mannen die om de liefde van een vrouw vechten. Het einde weten we niet, want we zijn bij onze halte, jammer. Er staan mensen keurig in de rij bij een bushalte! Het balkon van Casa Rosada waar vanaf Generaal Juan Perón zijn toespraken hield met Eva aan zijn zijde, ziet er erg klein uit. De dierentuin valt een beetje tegen, tuurlijk is het Evita museum dicht als wij komen. Maar de Catedral Metropolitana is weer overweldigend, groots met veel versieringen en de tombe van Generaal José de San Martin. Op zondag wordt de wijk San Telmo druk bezocht, een antiekmarkt en de tango zijn de publiekstrekkers. Vandaag komt Andres, een Argentijn die we in Brazilië ontmoet hebben, en hij neemt ons mee de stad in. We laten ons verrassen. Misschien is het reeds opgevallen, maar bij ons positie rapport zullen er, zolang we in Argentinië zijn, geen details zoals plaats- en straatnamen meer genoemd worden. Zodra je rechtsboven de satelite aanklikt, kun je wel wat meer zien. Je zou bijna denken dat Argentinië nog steeds geheimen heeft.......

Maandag 21 juli 2008   Victoria, Club de Veleros Barlovento

Mmmmm heerlijke winterkost, zuurkool met rookworst. Met een glaasje rode Argentijnse wijn erbij smaakt het ons prima bij dit gure weer. Buiten regent het en waait een koude wind. Het weer is helemaal omgeslagen. De dagen die we in Buenos Aires doorbrengen, hebben we ongelofelijk mazzel, mooi zonnig warm weer waarbij de jas thuis blijft. Andres laat ons gedeeltes van de stad zien waar we nog niet geweest zijn. Als hij weer naar zijn werk gaat, stappen we bij Plaza de la Republica uit zijn auto en vallen midden in de grote demonstratie van de Campo's. De regering in Argentinië heft reeds 35% belasting over de producten die deze boeren naar het buitenland exporteren. Nu wil ze die belasting verhogen naar 50% en dat vraagt uiteraard om protest. Bij het Congresgebouw lopen de pro's van de regering en op de Avenida de Mayo wemelt het van de spandoeken van de boeren. Ook Gabriela, die ons op haar ranch heeft uitgenodigd, loopt hier rond. We zullen haar verhaal later wel uitgebreid horen. Andres heeft aangeboden om met ons mee te varen naar onze winterplaats, hij weet een veel kortere weg. Donderdag komt hij heel verrassend met zijn vriendin Roxana aansjouwen en vertelt dat het plan gewijzigd is. Er staat zo veel wind uit het westen dat het water uit het kanaal wordt geblazen. En het korte traject kunnen we alleen afleggen met voldoende water onder de kiel en dat lukt nu dus niet. Dat betekent via Canal du Mitre veel meer mijlen en dus langer onderweg. Zelf zouden we dan vroeg in de ochtend zijn vertrokken, maar nu is het reeds 13.00 uur als we losgooien in Buenos Aires. Door de forse wind, 20-35 knopen, lopen we met een snelheid van ruim 5 knopen lekker snel en schiet het goed op. Met Roxana schiet het niet zo lekker op, ze heeft erg weinig ervaring op het water en dat wreekt zich snel. Sneu voor haar en eigenlijk niet zo slim van Andres om haar vandaag mee te nemen. Later wordt het gelukkig wat rustiger maar wel spannend wat de diepte betreft. Twee keer lopen we vast en dankzij advies dat Andres per telefoon regelt, komen we zonder kleerscheuren onder een volle maan aan bij Club de Veleros Barlovento. Een mooie beschutte ligging met bomen die ons veilig genoeg lijkt om hier de komende maanden te overwinteren. Er ligt wel wat werk op ons te wachten. Het dek gaat een nieuwe verflaag krijgen, we moeten op zoek naar iemand die twee aluminium luiken voor ons kan maken. De achterste bakskist luiken blijken nog steeds niet waterdicht te zijn en we willen geen zout water meer in de boot. Binnen hebben we al een gedeelte van het houtwerk gevernist, maar nog niet alles. Ons reddingsvlot moet gekeurd worden, de toiletpomp lekt, de motor krijgt een onderhoudsbeurt. En als klap op de vuurpijl gaat de Nightfly nog een weekje op het droge, zodat we het onderwaterschip opnieuw in de antifouling kunnen zetten. Maar daarvoor moeten we eerst op zoek naar de juiste verf. De meeste tijd zit vaak in het zoeken naar de juiste adressen. Al met al genoeg te doen de komende weken. Dus spannende verhalen houden wellicht even op, tenslotte is het nu ook zomervakantie in Nederland. Geniet er lekker van!

Donderdag 31 juli 2008   "Overwinteren"

Als we terug komen van het dorp, ligt er bij de portier een briefje voor ons van Carlos. We hebben Carlos in Florianópolis ontmoet en onze e-mail adressen uitgewisseld. Via de mail hadden we hem al op de hoogte gesteld van onze aankomst in Buenos Aires. De volgende ochtend komt hij op de koffie en we worden uitgenodigd voor dezelfde avond. Zijn dochter Isabelle is 26 jaar geworden en hij wil ons graag kennis laten maken met de hele familie. Hij haalt ons met de auto op en we rijden naar één van de suburb wijkjes van BA. Isabelle verwelkomt ons vrolijk bij de voordeur en ons cadeautje, een flesje massageolie voor de voeten, scoort goed. Ze is namelijk fervent hardloopster en is momenteel samen met haar vriend Ignacio (Nacho voor vrienden) aan het trainen voor een driedaagse wedstrijd in februari die over de Andes voert. Nagenoeg de hele familie, neven nichten ooms en tantes, spreekt allemaal goed Engels, behalve oma van 94 jaar. Zij spreekt nog een woordje Frans en ze vraagt me verbaasd hoe ik toch de was doe aan boord. Uiteraard komt het gesprek ook op Prinses Maxima en de zus van Carlos vertelt dat ze uitgenodigd waren voor de bruiloft. Haar dochter is wel in Nederland geweest voor het grote feest, ze hebben samen gestudeerd. Na de nodige hapjes en drankjes wordt om middernacht een grote feesttaart met kaarsjes door Carlos binnen gebracht. Ze houden hier wel van snoepen, alle toetjes en taarten zijn ongelofelijk zoet. Nacho vraagt of we al een echte "asado" hebben meegemaakt. Dat is de traditionele barbecue grill waarop het vlees wordt klaar gemaakt. Dezelfde week nog krijgen we een telefoontje dat we vrijdagavond welkom zijn op het verjaardagsfeestje voor de vriendenclub. Isabelle haalt ons op en deze keer komen we terecht in een chique countryclub met prachtige huizen die op bewaakt terrein staan. Het huis van Nacho's familie ziet er bijzonder mooi uit, een overdekte veranda met uitzicht op een azuurblauw zwembad. Op een immens grote barbecue ligt idioot veel en grote stukken vlees van allerlei pluimage. Nacho staat het zweet inmiddels op zijn voorhoofd, de brandende vuurkooltjes verdeelt hij telkens onder de roosters. Met totaal een man of 25 verorberen we alles wat op de bbq ligt. En het smaakt hemels, lekker mals vlees met een stukje brood erbij. Binnen zie ik schalen met sla op tafel staan en voor de broodnodige variatie ga ik daar lekker veel van opscheppen. Ondertussen proberen we de Spaanse gesprekken een beetje te volgen. Het is een erg gezellige avond en we kruipen ver na middernacht ons koude bedje in. Op zondag hebben we alweer een feestje! De club bestaat 50 jaar en om elf uur 's ochtends wordt het startsein gegeven door de Prefectura band die begint te spelen. Een uur lang wordt er door allerlei belangrijke mensen gesproken en veel leden en personeel krijgen een medaille. Daarna volgt de borrel met lekkere sandwiches. En we doen weer nieuwe contacten op, zowel binnen als buiten de club. Maar er wordt zo nu en dan ook nog gewerkt door ons. Nadat de eerste roestplekjes op het dek in de grondverf staan, wordt het te koud om verder te gaan met verven. We vragen overal prijzen op voor de verf die we nodig hebben. De genua brengt Warren met de bijboot van onze buurman (de onze is nog steeds lek) naar een naastgelegen jachtclub waar een zeilmaker zit. Over 2 weken is ie klaar. De toiletpomp gaat ook naar een reparateur, hiervoor pakt Warren de trein naar Tigre. Dat betekent dat we (ik) 1 dag en 1 nacht op de emmer moeten, want voor de toilet op de wal hebben we de lancha (taxibootje van de club) nodig. En dat kan zomaar te laat zijn als je heel nodig moet. Zit je met geknepen billen op zijn bootje te wiebelen....Ondertussen doe ik wat handwasjes, loop alle kleding in de kasten na en vind helaas weer schimmel. Bah, lastig tegen te gaan. Ons reddingsvlot is aan de drie jaarlijkse keuring toe. We vinden een RFD dealer die zowel ons als het vlot bij de club ophaalt. We willen er graag bij zijn als de koffer wordt geopend. Op het moment dat Warren hem van de boot afsjouwt, loopt er water langs zijn benen. Geen goed voorteken! En dat blijkt ook zo. Op het keuringsstation maken de mannen de koffer open en er loopt bruin water uit. Ondanks dat het gehele vlot in een gesealde zak zit, is ook daar het water binnen gedrongen. De perslucht cilinder is gecorrodeerd en het geheel ziet er triest uit. Ze zullen een rapport opmaken en contact opnemen met RFD inzake garantie. Voorlopig laten we hem daar, zodat ze alles kunnen vervangen wat nodig is. We lopen wat af, alle dorpen schakelen hier aaneen. Wij liggen in Victoria, links hiervan ligt San Isidro en rechts hiervan Tigre. Leuke plaatsen met allerhande winkels. Als we te moe zijn, pakken we de trein terug. Op elke hoek van zo ongeveer elke straat staat een piepklein hokje waar 24 uur per dag een bewaker in zit. Het ziet er voor ons niet noodzakelijk uit, maar blijkbaar is het wel nodig. Wat een baan! Het is weer tijd voor vertier. Met Rolf & Jacintha en Pierre & Lucette gaan we naar tangoles in San Isidro. We hebben veel lol en spierpijn na twee uur oefenen. Ik krijg op m'n donder van de dansleraar dat ik niet mag leiden, dat doet de man! Volgende week les 2, dat wordt oefenen om het niet te vergeten, gaat een beetje spastisch in de kleine kajuit. En elke ochtend begint onze dag met het lezen van de Telegraaf tijdens het ontbijt. Lang leve internet en de wifiverbinding!

Maandag 18 augustus 2008    Op de pampa's

Het lijkt wel een markt in de trein. De ene na de andere venter loopt door het gangpad zijn spullen luidkeels aan te prijzen. Kauwgom, pleisters, hangslotjes, plakplaatjes, kleurplaten, chocoladerepen, net wat je nodig hebt. En tussendoor een verdwaalde muzikant die de boel nog levendiger maakt. Wij maken veel gebruik van de trein, want alle bootjeswinkels liggen ver uit elkaar. De benenwagen komt toch wel voldoende in beweging, want vanaf Club Barlovento is het al een half uur lopen naar het station. En anders wel tijdens de tangolessen. Inmiddels hebben we de derde les achter de rug. Onze leercurve gaat gestaag omhoog, evenals de spierpijn. Mijn voeten doen ongelofelijk zeer van al het draaien. We hebben de grootste lol wat eigenlijk niet hoort bij deze serieuze dans. Maar daar hebben we maling aan. Er zit nog steeds een pampa bezoek in de pijplijn en eindelijk lukt het ons om met Gabriela een afspraak te maken. Vrijdagochtend 15 augustus 05.30 uur wandelen we richting station bepakt met rugzak. We moeten op tijd in Buenos Aires zijn, want we hebben twee plaatsen in de bus van tien voor acht gereserveerd. Die brengt ons in 4,5 uur naar Azul, 400 km landinwaarts. Daar staat Gabriela ons op te wachten en met haar rode truck rijden we over zandwegen naar de Campo, oftewel boerderij. Zij is veearts van beroep én heeft de leiding op de "Santa Amalia" ranch. We krijgen een rondleiding per truck, het gebied is zo'n 20 km lang bij 5 km breed, waarop tussen de 1200 en 1600 runderen lopen, plus een 10-tal paarden, schapen en nog wat van dat losse spul. We komen haar vaste werknemers tegen, een echtpaar, die er als echte gaucho's uitzien, te paard met een soort alpinopet op het hoofd. Gabriela is niet alleen als veearts voor de omliggende boerderijen werkzaam, ook op haar eigen ranch natuurlijk. En wij vallen met de neus in de boter (ballen). De volgende ochtend zijn een stuk of 60 runderen van 5 maanden oud aan de beurt voor een knipbeurt. Alle dieren zijn door de gaucho's verzameld in de kraal waar de meisjes vrij doorgang krijgen. De mannetjes daarentegen worden door 2 gaucho's eerst geveld met een lasso, waarna Gabriela ten tonele verschijnt met een vlijmscherp mes in haar handen. Vakkundig zoekt ze de ballen van het dier op en snijdt het vel los. Daarna worden de zaadballen met zaadleider afgesneden en in een plastic tasje gedaan. Er wordt hier niets verspild, want dit is straks onze lunch......Warren kan een aardig handje helpen met drijven en mannetje/vrouwtje bepalen. Hij wordt door Gabriela uitgedaagd om ook een keer het gevecht aan te gaan met een stier. Dat laat hij niet op zich zitten en echt waar, het ziet eruit alsof hij dagelijks een stier neerlegt. Tussentijds is het houtvuur al aangestoken en na het werk kunnen de lekkernijen op het rooster. Zoals ze me daar rauw liggen aan te kijken, word ik er nog niet echt hongerig van. Maar met een knapperig bruin velletje zijn het net kleine kippenpootjes. Met die gedachte én een flinke homp stokbrood valt het best wel mee. Hier en daar een taai zaadleidertje, maar ach, een kleinigheidje hou je. Na een lekker warm bad thuis steken we de open haard aan en kletsen de avond vol. Rond een uur of negen komt er nog een stel uit Buenos Aires te logeren. En zoals gebruikelijk in Argentinië wordt er laat gegeten. Om middernacht staat er weer een groot stuk rundvlees op tafel en om 02.00 uur zitten we aan de koffie met zoete taart. Zondagochtend worden we wakker met een blauwe lucht en zon, dus de grote tafel buiten in de tuin kan gebruikt worden. Daniel, de werknemer, brengt een vers geslacht lam en pint dit vast op een rooster. Met wat droge bladeren en takjes branden de grote houtblokken al snel. In de schaduw is het best koud en ben ik blij met het warme vuurtje. Voor mijn gevoel zitten de vleesresten van gisteren nog tussen mijn tanden, maar na 3 uur roosteren is het lam klaar voor de lunch. Het lam heeft lekker zacht mals vlees. Met wat salades, brood en wijn smaakt het allemaal weer heerlijk. Gabriela stelt voor om aan het eind van de middag het nabijgelegen monnikenklooster te bezoeken. Er wonen nog steeds een 15-tal monniken die tevens de bijbehorende ranch bestieren. Je kunt ze soms in kledij op de tractor aantreffen. Als wij aan komen rijden, begint er net een ceremonie in de kapel die we bijwonen. Heel ingetogen zingen de mannen en het geeft een heel vredig gevoel daar te zitten. Als we de kapel uitkomen, wordt de horizon door de ondergaande zon in brand gezet. Zo ver als je kunt kijken zien we paarden en runderen over de wijdse vlakten grazen. Deze avond gaan Warrren en ik maar eens wat vroeger naar bed, anders houden we het niet vol. Vanochtend staan we bijtijds op om weer met de bus terug naar Buenos Aires te gaan. De rijp ligt hier en daar op het land, het vriest nog steeds een beetje. Gabriela, muchos gracias voor je gastvrijheid, dit hadden we beslist niet willen missen. Prachtig om te zien hoe zij als stoere sterke vrouw de boel in haar eentje runt. Met grote bewondering voor haar nemen we afscheid op het busstation. En wie weet, als we straks in Mar del Plata zijn, komen we nog een keertje logeren.

Vrijdag 19 september 2008      Intermezzo in Nederland

Ja, lekker op vakantie! Nightfly ligt hier in de club Barlovento veilig en beschut. We durven ons huisje met een gerust hart even "alleen" te laten. Wij gaan 4 weekjes naar Nederland, oorzaak is ons kleinkind. Dit stond niet in ons oorspronkelijke draaiboek, maar we vinden het absoluut geen straf. Er wacht ons een warm onthaal op Schiphol. Sandra en Wendy met Tamar zwaaien ongeduldig met bordjes "Pake" en "Oma" in de aankomsthal. Wat een heerlijk weerzien en een heel bijzonder moment om Tamar in de armen te kunnen nemen. Iets verderop blijken mijn 2 zussen, een nichtje en 1 broer met zijn vrouw stiekem naar ons te staan kijken en te wachten op hun beurt. Knuffels, zoenen, tranen, omarmingen en blijde gezichten. En zo gaat het ongeveer elke dag vanaf nu. Alleen onze families weten van onze komst af, de rest gaan we zelf verrassen. We krijgen de luxe van ons eigen oude vervoermiddel, de groene VW bus die onze zwager vorig jaar van ons gekocht heeft. Zodra we erin rijden, voelt het alsof we nooit zijn weggeweest. Dus we snorren zo snel we de files kunnen ontwijken.....naar Friesland om Mem op te zoeken. Zeker hier vallen er tranen van blijdschap. De eerste week genieten we dag en nacht van Tamar, we wonen tijdelijk in hetzelfde huis. 's Ochtends legt Wendy haar bij ons in bed, we knuffelen en besnuffelen haar van alle kanten. We mogen ze in badje doen, luier verwisselen, wandelen. Dit is gewoon een test voor ons hoor, want in de derde week gaat Wendy weer aan het werk en mogen wij de allereerste oppasdag doen. Dat vinden we echt een hele eer!! Bijna alle andere dagen zitten vol met bezoekjes afleggen, we rijden van Friesland naar Groningen, naar Arnhem, Culemborg, Duiven, Doetinchem, Heteren, Bennekom, Nunspeet, Ketelhaven, Nijmegen, Belgische Ardennen, Wageningen, in elke mogelijke volgorde. In Burgum zitten we op de eerste rij bij de NK Fierljeppen. We krijgen een rondleiding op de plaatselijke Brandweer kazerne van Wendy, die Brandwacht 1e klas is. Bij iedereen krijgen we heerlijk te eten, het worden overal lange dagen met veel praat en daarbij de nodige drank. Een verrassingsfeestje met een klein clubje oud-collega's van Warren wordt een geweldige avond. Een sauna bezoekje met mijn volleybal maatjes is lekker zweten en eten. Een avondje zwemmen bij de duikclub loopt uit op alleen maar kletsen. Onze laptop is weer helemaal als nieuw dankzij de inspanningen van Bert. Mijn verjaardag vier ik in een warm bad dat familie Koenders heet. Een heel weekend lang zitten we in de Belgische Ardennen in een prachtig oud gebouw met een watermolen en we hebben als vanouds veel lol samen. Om 1 seconde na middernacht word ik toegezongen en zondagochtend is alles versierd. Met familie Elzinga gaan we een avond uit eten waar Mem ons voor uitnodigt. Mijn twee zussen willen me een dag voor henzelf hebben en laten Warren een dag alleen aankeutelen. We maken twee heerlijke wandelingen op de Veluwe met daar tussendoor een smakelijke lunch. Zo heeft niemand last van ons geklets de hele dag. En met onze kinderen en hun mannen eten we gezellig in Drachten. Als ik daar naar het toilet ga, besef ik opeens hoeveel ik iedereen gemist hebt. Blijkbaar is een verre reis nodig om te voelen en te zeggen dat je van je familie houdt. De laatste avond voor ons vertrek mag ik nog genieten van de theater voorstelling Ciske de Rat, een cadeautje voor mijn verjaardag van Sandra en Wendy. Lieve mensen allemaal, we hebben ontzettend genoten van onze tijd in Nederland. Geweldig bedankt voor alle gastvrijheid en graag tot een volgende keer. Tamar gaat nog even mee naar Schiphol om ons uit te zwaaien. Genieten tot het allerlaatste moment.

Woensdag 24 september 2008   Club Barlovento, weer thuis.

Tranen biggelen over mijn wangen. Het doet lijfelijk pijn op het moment dat het vliegtuig zich losmaakt van de startbaan en we Nederland alleen maar kleiner zien worden door het raampje. Ik weet nog steeds niet of ik het leuk vind om terug naar Argentinië te gaan waar nu ons thuis is. Voorlopig laat ik het maar over me heen komen en we kijken samen naar het landschap in de avondzon. Heel duidelijk zien we Zuid-Holland overgaan in het waterige Zeeland. Ja, we kunnen zelfs Tholen onderscheiden en zwaaien naar mijn broer en schoonzus. In Madrid hebben we 4 uur te wachten tot ons vliegtuig naar Buenos Aires vertrekt. Eenmaal op onze stoelen gezeten, worden twee heren in het midden achter ons vriendelijk maar vastberaden weer naar de uitgang gedirigeerd. Ze verkeren beiden in verre staat van dronkenschap en daar heeft de bemanning geen trek in. Een opgelucht gevoel, want we hadden ze al in de wachthal horen boeren en zien wankelen, veiligheid gaat voor alles. Na 12,5 uur landen we op een grijs en bewolkt Ezeizas, de internationale luchthaven van BA. Dat helpt enorm voor de sfeer, zullen we maar zeggen. Ondanks dat we redelijk hebben kunnen slapen onderweg, val ik in de taxi weer in slaap. Warren blijft gelukkig bij de tijd en kan de taxichauffeur de weg wijzen. Ja, het voelt toch wel een beetje als thuiskomen als je dat overkomt. Onze Nightfly ligt er ongeschonden bij alsof we nooit zijn weggeweest en de lancha begroet ons vriendelijk en heet ons weer welkom. 's Middags breekt de zon door en als we terug zijn van de supermarkt, komen we de andere cruisers tegen. We omhelzen en zoenen elkaar, ze vragen allemaal hoe het was in Nederland. En dan vertellen we vol trots over Tamar en over alle lieve mensen die we weer gezien hebben. De lente is hier overduidelijk begonnen, de bomen hebben al weer jong groen blad en overal ruik je de bloesem. De bestelde verf is zowaar op tijd en nu de weersverwachting voor deze week zonnig en rond de 20 graden Celcius is, kunnen we weer aan het werk, in de korte broek! Het dek maakt Warren grondig schoon, daarna lichtjes schuren en in drie dagen hebben we alles geverfd. Het resultaat mag er zijn, ondanks de rug die een beetje zeurt na zo'n explosieve arbeid. Vandaag hoeven we niet te koken, wat heel goed uitkomt als je aan het verven bent. James en Nicole, een Frans stel, regelen een barbecue voor alle cruisers. Dus we hoeven alleen maar aan te schuiven. Met een lekker glas wijn erbij wordt het een gezellige boel, gelukkig wordt er vanmiddag niet meer geschilderd. Om de onderkant van de boot te schilderen wordt iets problematischer. Hier op de club is een lange wachtlijst om met je boot op de kant te kunnen, bovendien krijgen de leden voorrang. Als die nou maar een beetje door zouden werken, maar nee, die hebben geen haast. Een afspraak maken lukt gewoonweg niet, dus we moeten op zoek naar een andere plek.

Maandag 6 oktober 2008  Club Barlovento

Ons eerste postpakketje, wat leuk!!! Het blijkt wel wat voeten in aarde te hebben gehad, voordat dit pakketje van Nederland in Buenos Aires aankomt. De bedenkers hiervan zijn Pierre en Inge, onze duikvrienden. Het is reeds op 4 september op de post gegaan, met een precieze opgave van de tijd dat het nodig heeft om van daar naar hier te komen. Aldus een e-mail van Pierre, citaat:

"Acht dagen", zei de mevrouw op het postkantoor in Zutphen.
Want zoiets verstuur je natuurlijk vanuit Zutphen.

En zo'n mevrouw in Zutphen doet daar dan, alsof ze precies weet hoe lang het
duurt met zo'n pakketje, helemaal naar Argentina.
"Acht dagen", belooft ze je dan.
Niet negen of zeven, maar acht.

Als ze het echt zo goed geweten had, dan had ze het anders wel naar
Friesland gestuurd. Of ze zou iets gezegd van: hou het zelf nog maar even
bij je, want binnenkort zie je ze toch.

Maar nee hoor, gewoon met stellige zekerheid "acht dagen".

En dan die manier, waarop.
Overgoten met een dikke saus professionaliteit.

Want ze zei niet gewoon "acht dagen".
Ze zei dat toen de printer net een etiket had uitgepoept en toen ze dat met
zo'n gezicht van 'ik weet precies hoe de vork in de steel zit' van het
beschermvel aftrok en op het pakketje plakte.
Maar daarna kwam het pas écht.
Die goed gemikte klap met die professionele stempel op de vers geplakte sticker.
Pang!
"Acht dagen!"
Niet negen, niet zeven, maar acht.
"Hoe lang moet ik zitten, meneer de rechter?"
"Acht dagen!"
Pang!
Niet negen, niet zeven, maar acht.
"Orde in de zaal."

Nou, orde was er wel bij die mevrouw van het postkantoor in Zutphen.
Want weet je wat die had?
Een gleuf!
Die liet ze me gelijk zien toen ik mijn ingepakte verrassing te voorschijn had gehaald.
En die schoof ze toen maar dankbaar gelijk erin.
Gewoon, waar ik bij stond.

Het was ook nog eens geen gewone gleuf, maar een draagbare gleuf.
Niet eens een kleintje, hoor.
Maatje brievenbus.

Gelukkig heeft ze alles uitgelegd.
Als het pakketje door de gleuf kon was het een brief.
En zo nee, dan was het een pakketje.
"Dit is een brief", concludeerde ze vakkundig.
En toen mocht ik kiezen hoe ik het wilde versturen.
Ze noemde een aantal opties.
Bij elke optie hoorde een speciaal tarief.

Voor de verzendtermijn had ze echter geen opties.
Ze wist het zeker.
"Acht dagen".


Einde citaat.  Spannend om zo'n pakketje uit te pakken. Een verjaardagskaart voor mij, een aantal tijdschriften en natuurlijk 3 clubbladen van "De Clown", onze duikclub Amphiprion die dit jaar hun 30 jarig bestaan hebben gevierd. Nog van harte proficiat. En uiteindelijk is het pakketje op 4 oktober bij ons aangekomen. Hartelijk dank, lieve vrienden.

rijdag 10 oktober 2008    Club Barlovento op het droge!!!!

Nee, nee, ja, weet niet, misschien na toestemming van het bestuur, waarvoor we een schriftelijk verzoek in het Spaans moeten indienen. Zo hebben we een aantal jachtclubs om ons heen waar we vragen of we snel op de kant kunnen voor drie dagen om anti-fouling aan de onderkant te smeren. We hebben het plan om in ieder geval op 8 oktober hier weg te varen en 3 clubs verderop een mondelinge toezegging uit te proberen. Lukt het daar niet, dan varen we door en zien wel of het in Mar del Plata kan. Intussen hebben we nog een barbecuetje op de Wata bij Sylvain en Vanessa. Die liggen een heel eind richting de stad, dus we gaan eerst een dagje Buenos Aires in waar we een extra warme slaapzak kopen. Op de terugweg stappen we op station Nuñez uit. Daarna zijn we nog een uur aan het lopen om de club te vinden. Maar het is prachtig weer, dus geen klagen. Leuk om elkaar weer te zien, laatste keer was in juni in Brazilië, Rio Grande. Sylvain wil wel een aantal zeekaarten van Patagonië en Chili van ons kopiëren. Vlak bij ons in San Fernando zit een goede kopieerzaak, dus hij komt maandagochtend bij ons de kaarten ophalen. We wachten met de koffie op Warren, die naar de bank is om geld te pinnen. Met een brede glimlach op zijn gezicht komt hij terug. De mannen van de werf hier, Charlie en Sr Peña, hebben Warren gevraagd hoe zwaar onze boot is, hoe lang en breed, en hoelang we op de kant willen. Nou, dan kan het deze week wel op donderdag......!!!!!! Zo verrassend hè, want hier zeiden ze op kantoor dat we pas in november ergens aan de beurt zouden zijn. En nu komen ze er zelf mee. We zijn helemaal opgewonden. En donderdag wordt zelfs dinsdag, tegelijk met de Pupyca van James en Nicole. Zij wachten al sinds dat wij naar Nederland gingen. We hadden ze aangeboden om op onze boot te slapen, dan zouden wij bij hun slapen als wij aan de beurt zijn. Probleem, denk je nu. Maar hiervoor komt spontaan een oplossing. Ann (Ierse) en Paul (Fransman) hebben een prachtige grote boot, Only one life, waar wij mogen slapen. Nicole en James hebben inmiddels Argentijnse vrienden waar zij kunnen slapen. Iedereen blij. Pupyca en Nightfly komen gezusterlijk naast elkaar te staan op een mooie plek, waar we 's ochtends al zon hebben. Ons onderwaterschip is vrijwel ongeschonden, we hoeven alleen te schuren en kunnen woensdag al de eerste anti-fouling laag aanbrengen. De volgende dag de tweede laag en klaar is Nightfly. Tussendoor loop ik nog wat zaakjes af waar we onze canvas zakken willen laten naaien. Ik ben met de hand begonnen, maar het lijkt niet zo stevig. En dat moet wel, want er gaan straks lijnen van meer dan 100 meter in, zwaar dus. Ik maak een mooie deal voor 25 pesos (± 5 euro) per zak. Morgen kan ik ze ophalen, lekker snel klaar. Warren schildert nog de ankerbak en een gasfles, controleert de schroefas, de roerkoning wordt weer rijkelijk in het vet gezet. Elke avond komen wij doodmoe bij Ann en Paul aan, ons 5-sterren hotel voor deze week, waar we om 21.00 uur uiterlijk in ons bedje liggen. En 's ochtends heeft Ann de koffie voor ons klaar staan om 07.00 uur, wat een lieve schat!

Dinsdag 14 oktober 2008   De laatste hindernis   (Rita, van harte gefeliciteerd)

Er mist nog steeds iets op het voordek. Sinds zaterdag liggen we weer in het water en maken we alles vertrek klaar. Alleen ons reddingsvlot moet nog terugkomen van het servicestation BA, niet geheel onbelangrijk. Na onze terugkomst uit Nederland bellen en e-mailen we wat af. Maar never nooit een reactie op onze vraag hoe het met de garantie afhandeling gaat. Wij hadden zelf al met onze leverancier Kniest kortgesloten dat alle waterschade onder garantie van RFD valt. Dus hebben wij de contactgegevens van RFD NL doorgegeven aan het servicestation hier in BA, makkelijk voor ze toch? Na eindelijk een keer terug gebeld te worden, vertelt de man dat ze geen contact hebben kunnen krijgen met NL. Hoezo niet! Wij klimmen direct in de Skype telefoon, bellen en e-mailen met RFD NL en een paar uur later wordt er door hen een e-mail naar het servicestation BA gestuurd, waarbij wij worden ingecopied. Het kan dus best. Afijn, wij bellen weer met BA en zeggen met klem dat het vlot a.s. maandag op onze boot moet liggen, want we gaan vertrekken. En stuur dan vast de rekening voor de service kosten per e-mail,  want we moeten contant afrekenen met de chauffeur die hem terugbrengt. Geen e-mail ontvangen, maar maandag na een 3-tal telefoontjes van ons horen we dat het 561 US dollar gaat kosten. Nee meneer, dat klopt niet, de service kost volgens afspraak 200 dollar en wat er dan bij komt, kan nooit zoveel zijn. Dit moeten Pesos zijn. Nou, zegt 'ie, dat handel je dan maar met de chauffeur af??? Zeven uur 's avonds, jawel, de chauffeur staat ons bij de pier op te wachten, met de rekening in de hand, 561 Dollar, het vlot nog in de auto. Weer hetzelfde verhaal, vergissing, moeten pesos zijn. Hij kijkt zeer bedenkelijk, ik sta al klaar met precies 561 pesos in mijn handen te wapperen. Hij pakt het garantie certificaat en terwijl wij dat checken, loopt hij de rekening nog eens kritisch door. Na veel gediscussieer over pesos en dollars, stelt hij voor om de volgende ochtend terug te komen met het vlot en een nieuwe rekening. Nu is het geduld van Warren op. Nee, niks ervan, ik wil ons vlot nu mee hebben, want we vertrekken morgen naar het Zuiden. En dat hebben we meermalen aan jullie laten weten. Dat de rekening nu niet klopt, is niet onze fout. Uiteindelijk duwt hij Warren het vlot zuchtend en steunend in de handen. Ik kan eindelijk dat geld aan hem kwijt. Maar hij is pislink, hij smijt de deuren van zijn auto dicht en sist tegen mij dat dit echt een cadeautje voor ons is. En dat is ook zo. Maar jammer dan, moeten ze maar geen verkeerde rekening opmaken. Met kloppend hart gaan wij terug naar Nightfly met het vlot. Hè hè, we zijn klaar om te gaan.

Dinsdag 21 oktober 2008    Buenos Aires - Mar del Plata

In BA liggen we nog drie daagjes waar we eindelijk op donderdagmiddag de kans krijgen om het wekelijkse protest van de Dwaze Moeders te kunnen zien. Ze lopen allemaal met een wit hoofddoekje op een aantal malen om het monument op Plaza de la Mayo. Er is één vrouw bij met een foto van haar broer die op 58 jarige leeftijd in 1977 verdwenen is. Wat dwaas toch van de Argentijnse regering om geen openheid van zaken te geven, zodat deze mensen eindelijk zekerheid krijgen. Vrijdagmiddag 17 oktober worden de zeilen weer gehesen en gaat onze reis naar het verre Zuiden beginnen. Het is prachtig zonnig weer, waarbij het eerste stuk wind tegen. Maar in de nacht wordt onze koers beter t.o.v. de wind. Hij blaast een lekker deuntje en het gaat lekker. De volgende dag is nog warmer en in ons blote niksje genieten we van de warme stralen. Na een paar windstille motoruren gaat de knop van de wind weer op "aan". De hele nacht en de zondag zijn we records aan het verbreken. Met de wind (20-25 knopen) schuin in de rug surft Nightfly met 1 rif in het grootzeil van de golven af waarbij we op de meter een bootsnelheid van 11 knopen aflezen. Gedurende een etmaal leggen we maar liefst 177 NM (door het water) af, werkelijk ongekend. In de nacht is de hemel vol sterren en daaronder een veld met lichtgevende schuimkoppen die ook van de golven afsurfen. Het bruine modderwater van de rivier Rio de la Plata is ingewisseld voor smaragdgroen zeewater inclusief de zilte geur. We spotten weer een aantal kleine pinguïns en de stormvogeltjes scheren met hun vleugels over de toppen van de golven. Onze eerste tocht sinds 3 maanden is er een om door een ringetje te halen, in elk opzicht. We hebben zelfs geen last van inslingeren, koffie en snoep gaan erin als koek. 358 Mijl en 2½ dag later stuiven we in de nacht met 9 knopen de haven kom van Mar del Plata binnen. Dit gaat veel te hard, snel de zeilen naar beneden en zoeken naar de ingang van de jachthaven. Om 03.00 uur liggen we lekker in bed waar we een tijdje later de boegschroef van de Tranquilo horen. Bart is een dag na ons uit BA vertrokken en we zijn hem (deze keer) toch nog voorgebleven, schouderklopje voor ons bootje. We melden ons gezamenlijk bij de Prefectura die na veel nadenken een beetje wazig stempels zet. Dat is wel weer een biertje waard. Maandagavond zitten we al in de kuip van een Canadese echtpaar te tafelen, waar Mary-Ann en Larry ons alle drie voor hebben uitgenodigd. Ieder van ons heeft een selectie met foto's meegebracht, die we bij hen aan boord op een groot scherm bekijken. Maar ze zijn vooral zelf veel en graag aan het woord over hun belevenissen op Antarctica en South Georgia. Wij luisteren met gespitste oren naar wat ons te wachten staat.

Zaterdag 1 november 2008  Mar del Plata

We hebben onze plannen maar weer eens aangepast. De Falkland eilanden laten we (dit jaar) nog even links liggen, dus geven we onszelf hier meer tijd. Dat betekent dat we een tweede bezoekje aan Gabriela op de pampas kunnen inplannen. Maandag gaan we met de bus naar haar toe en komen vrijdag terug. We zijn alweer 2 weken in Mar del Plata. In de vissershaven ligt een grote zeeleeuwen kolonie waar we met de snelle bijboot van Bart naartoe varen. Ze liggen rijen dik naast elkaar te luieren. Een paar komen nieuwsgierig om ons heen zwemmen, wat zijn ze groot zo dichtbij. Om aan de snelle weers-veranderingen te gaan wennen, krijgen we hier ruimschoots de gelegenheid. Als we in korte broek langs het strandje vlakbij lopen, schijnt de zon uitbundig en is de wind echt warm. Vanuit het zuid-westen komt er dikke bewolking opzetten en alsof de deur van de vriezer open gezet wordt, de wind komt uit tegengestelde richting en is direct koud. Het strand loop onmiddellijk leeg, de zeilbootjes in de binnenkom van de haven zetten koers naar de club en het beloofde biertje op het terras kunnen we wel vergeten. Een klein uurtje later barst er een onweersbui los en de rest van de middag/avond blijft het regenen. Met toch een biertje binnen handbereik kunnen we alles volgen vanuit onze winterkuiptent, wat zijn we daar toch blij mee. De volgende ochtend is de lucht weer blauw, maar de wind is steeds aanwezig. Hier binnen in de haven waait het gemiddeld boven de 20 knopen, dan zal het buiten op het water vast meer zijn. We verwisselen de grote genua alvast voor zijn kleinere broertje. Warren koopt een lange houten stok voor aan een bronzen pikhaak, waar we straks het ijs mee kunnen wegduwen. Het teakhout in de kuip krijgt een zoutwater schrobbeurt en ziet er daarna uit als nieuw. De canvas zakken voldoen prima voor de hier aangeschafte 2x 100 m polypropyleen lijnen, die we nodig gaan hebben als we moeten ankeren in de caleta's in het zuiden. Ik check alle kleding en stop een aantal dingen in plastic vacuüm zakken, daar kan zeker geen schimmel meer bijkomen. Bovendien geeft het wat ruimte in de kasten voor de warme kleding. De lange onderbroeken liggen grijnzend tussen de slipjes te wachten op hun tijd. De klusjes raken op, de boot is klaar voor het Zuiden. Nu wij nog.

Zaterdag 8 november 2008   Mar del Plata

Het regent en de lucht is loodgrijs. Warren zal dadelijk wel zeiknat thuiskomen, hij is met de lege gasfles op pad. Op de pampas hebben we beter weer gehad. Elke dag schijnt de zon en is het behoorlijk warm. We voelen ons al snel weer thuis bij Gabriela. In de zwoele schemeravond zitten we met de traditionele maté achter in de grote tuin. De beker met daarin losse thee krijgt telkens een nieuw scheutje heet water opgegoten uit de thermosfles. Je drinkt kleine slokjes met een zilveren pijpje waar onderin een zeefje zit, dan geef je hem door aan je buurman/vrouw. En dat gaat door tot de thermosfles leeg is. Eerst is het weer wennen aan de bittere smaak, maar het is wel lekker. Om ons heen dansen de vuurvliegjes door de lucht. Eindelijk vinden we met behulp van Gabriela het Zuiderkruis aan de sterrenhemel. Vanzelfsprekend eten we weer veel vlees en idioot laat. Dat geeft wat last bij de ontlasting, eerst wat paardenvijgen en daarna gaat het over in koeienflatsen, gelukkig van tijdelijke aard. Warren gaat in de leer bij Daniel, de Gaucho die bij Gabriela in dienst is. Samen gaan ze te paard de pampas over om de afrasteringen te controleren en paaltjes met schrikdraden te verzetten voor de graasvelden. De spierpijn in zijn benen voelt hij nog dagen daarna. We kijken mee als Gabriela met een lange handschoen tot haar oksel gaat checken welke runderen zwanger zijn. Ze heeft er werkelijk schijt aan hoe ze eruit ziet na deze onderzoeken. Op de laatste dag dat we er zijn, worden er een aantal runderen geselecteerd voor de slacht. Dat valt nog niet mee om ze op de vrachtauto te krijgen. Een paar koeien weten over de 1,5 meter hoge afrastering te vluchten, het lijkt wel of ze het aanvoelen dat hun tijd gekomen is. Na 4 dagen nemen we weer afscheid van elkaar. We hebben voor ons leven een vriendin en een huis in Zuid Amerika waar we altijd welkom zijn. Als we thuis komen, kunnen we eindelijk weer internet verbinding krijgen. Met rillingen over de rug lezen we de email van Bert. Zijn broer Willem, onze duikvriend, heeft de strijd tegen de kanker niet kunnen overwinnen en is op zondagavond 2 november overleden. We voelen ons ver weg en machteloos.

Woensdag 19 november 2008  Mar del Plata - Puerto Madryn

Wat een grote strop, we zijn ons reddingsvlot kwijt! Deze keer voorgoed, verzwolgen door de zee. Zo fijn dat 'ie net nog een servicebeurt heeft gehad. We zijn in de Roaring Fourties aanbeland en dat is te merken. Per dag krijgen we wind uit afwisselend elke richting, met snelheden tussen 5 en 45 knopen (1-10 Bft). De barometer zakt gestaag en we zien een front uit het Zuiden aankomen waarin veel wind wordt voorspeld. De eerste dagen is het heerlijk zonnig zeilweer. Ik lig wat te lezen op het brugdek, Warren doet binnen een tukje. Spletsh, spasssh, ssswwof, swssss, wat nou? Een vrolijke bende dolfijnen om ons heen, ze maken kop-staart salto's, dubbele flik flaks, springen een paar meter vrij boven het water om daarna lekker plat op de zij in het water te vallen. Ze spetteren en maken kleine fonteintjes. Het is een drukte van jewelste en ruim een uur lang komen er nog steeds nieuwe kandidaten langs. Het blijft fantastisch om ernaar te kijken. Na bijna een hele nacht en dag motoren draait de wind naar het ZO en trekt steeds verder aan. Inmiddels hebben we het 2e rif in het grootzeil gezet. In mijn avondwacht waait het tussen 25 en 35 knopen en worden we bedolven onder muren van water. De pest is dat de windvaan de boot niet goed op koers lijkt te kunnen houden. We loeven telkens enorm sterk op en dan staat de hele boot te trillen en te schudden, een onaangenaam gevoel. We rollen de genua helemaal in, hijsen de werkfok aan de kotterstag en zetten -voor het eerst- het 3e rif in het grootzeil. Midden in de nacht registreert de windmeter snelheden van 35-40 tot maximaal 45 knopen. We besluiten Nightfly bij te leggen, de neus in de wind, grootzeil strak in het midden en de fok bak, helmstok zetten we vast naar lij. Opeens lijkt het relatief rustig, we hellen nog steeds veel, maar nu meer gecontroleerd. Warren mag gaan slapen en ik houd binnen de wacht, zittend en hangend op de kajuitvloer. Ik heb het koud, geen wonder met dat zeiknatte zeilpak aan. Als het weer licht wordt en de golven wat rustiger zijn geworden, zetten we Nightfly weer op koers. Tijdens het bijliggen zijn we zo'n 18 Mijl terug naar het Noorden gedreven. Warren probeert van alles uit en denkt op een gegeven moment dat hij niet meer kan zeilen. De windvaan blijft slecht sturen en ik hoor hem buiten foeteren. Uiteindelijk vindt hij het probleem bij een uit zijn vertanding geschoten tandwiel, hè hè. Het 3e rif gaat er weer uit en dan zien we het pas. Een lege plek op het voordek! We kijken allebei verbijsterd, het reddingsvlot is vannacht kennelijk door de kracht van het water van dek geslagen. Maar het rare is dat de sjorbanden niet stuk zijn getrokken, ze liggen erbij alsof ze netjes losgemaakt zijn. Je zou denken dat het vlot door de hoeveelheid water op dek opgeblazen is en zo overboord gegaan. Door alle herrie van de storm hoor je zoiets niet eens. Dit is echt shit. We melden het via de radio bij de Prefectura, voordat ze straks een zoekactie op touw zetten naar een leeg drijvend reddingsvlot. Hierna willen ze elke 4 uur i.p.v. elke 8 uur radiocontact met ons. Ze willen onze positie, koers en snelheid weten, de verwachte aankomsttijd in Madryn (alsof we die kunnen voorspellen hier). Zo kunnen ze, indien nodig, ons snel vinden in geval van nood. Het voelt wel prettig dat ze ons blijven volgen. De hele dag blijft het grijs, koud en flink waaien. We houden lekker binnen de wacht met het luik dicht en een fleece deken over ons heen. Het is behoorlijk vochtig binnen door onze natte zoute kleding die niet wil drogen. We zetten de Webastokachel even aan, maar helaas, die laat het afweten. In de handleiding worden we niets wijzer van de foutcode die hij aangeeft. Nog een probleem op te lossen, net als de watermaker die nog steeds niet goed draait, je wordt er flauw van. Zaterdag begint de dag vrolijk met heldere luchten en een zonnetje, alle natte zooi kan naar buiten om te drogen. We varen met alle zeilen bij om enige voortgang te houden. De wind is gezakt naar 8 knopen en we hebben dichterbij de kust van Península Valdés 4-5 knopen stroom tegen. Toch maar even de motor erbij, anders gaan we zelfs achteruit. Dan zien we plots door het blauwe water witte vlekken schieten. Drie prachtig getekende Commerson's dolfijnen komen een kijkje nemen. Spierwit lijf met zwarte vin en staart en een zwarte kop. We zien deze trip opvallend meer vogels, albatrossen, petrels, maar ook Magellan Pinguïns, grappige beesten. De laatste nacht gaat de wind weer naar NNO 20-25 knopen en komen we met een beste vaart de ingang van Golfo Nuevo binnenzeilen. Een grote binnenzee waar aan de westkant Puerto Madryn ligt, maar dat is dan nog 35 Mijl varen. Hier komen de walvissen en de orka's hun baby's baren en dat zou nu de goede tijd moeten zijn. We zien zeggen en schrijven 2 sloom drijvende Southern Right Whales die met hun vinnen een beetje liggen te flapperen. Zodra we Madryn naderen, komt er een motorbootje langs varen. Een man en vrouw zwaaien enthousiast en hij roept "Bonjour". Waarop Warren adrem reageert, "Héé, bandera de Maxima" (daarmee scoor je hier altijd!) en wijst naar onze wapperende driekleur. Het is niet de eerste keer dat ze ons voor Fransen aanzien. We mogen een mooring van de club gebruiken, maar moeten een flink eind met de bijboot varen om bij het strand te komen. Dus kom ik voor de landing weer in actie, deze keer gestoken in zeilbroek en jas, want de temperatuur van het water is inmiddels gezakt naar 16º C, te koud om in te vallen. Er is een klein cafeetje van de club waar we heerlijk van een biertje nippen. We maken kennis met Mariano, de Comodore (voorzitter) van de club en mogen gebruik maken van zijn trailer om de bijboot van en naar het water te rijden, wat bij laag water een heel eind sjouwen is, tijverschil is 5,5 meter. Op de administratie helpen ze ons met zoeken naar adressen voor een nieuw reddingsvlot, maar dat wil niet echt vlotten. Ze schijnen in heel Argentinië alleen maar 6-persoons vlotten te hebben, veel te groot voor ons. Dus dat wordt in Nederland bestellen en laten versturen naar de Customs in Ushuaia. We gaan vroeg naar bed om de klok maar eens rond te slapen. Na 3 uur ben ik nog steeds wakker, maar gelukkig komt Warren me niet roepen voor de wachtwissel. Ik kruip lekker tegen zijn warme lijf aan en wacht geduldig tot het zandmannetje mij gevonden heeft. De dagen en nachten hierna zijn uiterst onaangenaam aan boord, de wind is naar het NO gedraaid en daarmee liggen we hier nu aan lager wal. De golven en de deining krijgen 35 Mijl de tijd om bij ons te gaan klieren. Het lijkt wel of we aan het zeilen zijn, Nightfly wordt af en toe door brekende golven overspoelt en we liggen te hotsen en te klotsen. De afwas op het aanrecht valt vanzelf in de gootsteen en als ik een scheet laat, moet die zelfs moeite doen om zich staande te houden. We hebben van een clublid een aanbod gehad om op zijn schip op de kant te slapen, maar we laten Nightfly liever niet alleen. Vanochtend is de wind gelukkig wat gaan liggen en gaan we maar weer eens de wal op om wat zaken te regelen, de was, diesel, water, een museum bezoeken en een excursie regelen naar Península Valdés.

Vrijdag 28 november 2008  Caleta Horno voor anker

"Aaaaarrgh kkkoud!" We liggen te spartelen in het water (15ºC), het lijkt wel het dompelbad in de sauna, maar dan zonder de voorafgaande hitte. Er zal toch een keer gedoucht moeten worden. Eenmaal weer het sop uit de haren gespoeld, volgt er een weldadige warme afspoel douche. De gevulde waterzak heeft al een tijdje op dek in de zon liggen op te warmen. Daarmee is alle leed weer geleden. Caleta Horno is een prachtig mooi beschutte ankerbaai, die stormproef wordt genoemd. Er passen misschien 3 of 4 boten in, maar momenteel liggen we hier samen met Zwitsersen Toby en Verena van de Sangoma. De tocht hierheen verloopt zonder ophef in twee dagen en nachten. Het vinden van de ingang naar de Caleta is lastiger. Pas op het laatste moment als je er al vlak voor vaart, openen de rotsen zich en vallen we beiden stil. Zonovergoten groen-blauw water met rondom roodbruine rotswanden die de baai helemaal omsluiten. Het enige dat verschrikkelijk uit de toon valt, zijn op de rotsen gekalkte namen van boten die hier geweest zijn. Wie doet toch zoiets! Duidelijk is te zien tot hoe hoog het water stijgt bij vloed, vijf meter boven de waterlijn zit een donkere aftekening met zeewier. We gooien ons anker uit, maar gaan nu ook voor het eerst de nieuwe 100 meter lijnen gebruiken. Er is geen ruimte om achter het anker te swingen, daarom leggen we vanaf links en rechtsachter een lijn naar de wal. Warren roeit eerst met 1 lijn naar een rots die er solide uitziet. Aan het eind van elke lijn hebben we een stalen lus gemaakt die om het rotsblok komt en niet gevoelig is voor doorschavielen. Hij moet behoorlijk omhoog klauteren, want het is nu laag water. Zodra we goed vastliggen, is het tijd voor een stevig ontbijt, eieren met spek en een lekker bakje koffie. De rest van de dag gebruiken we om nieuw ontstane problemen op te lossen. In de bevestiging van de helmstok aan de roerkoning is een schroef afgebroken. Bij het rechtuit varen stond de helmstok niet in het midden en dat vond vooral de elektrische stuurautomaat niet leuk. Warren klimt ook weer eens de mast in om alles te checken. Deze keer echt niet voor niets! Een splitpen van de voorstag (Furlex) is voor de helft doorgesleten. Als dat zo blijft zitten, kun je er op wachten dat de voorstag het begeeft en de mast naar achteren valt en zal breken. Nadat er een nieuwe splitpen in zit, is de watermaker weer aan de beurt. Warren haalt de hele boel weer uit elkaar en ziet hier en daar roestvlekken. Hij poetst alles grondig schoon met Brasso en zet het apparaat weer in elkaar. Als we hem aanzetten, krijgen we de schrik van de dag. Al na 5 minuten begint hij water te maken......Sindsdien doet hij het elke dag vlekkeloos. Als ik Warren niet hoef te helpen, ga ik ook maar een beetje handwerken. Kokkerellen, brood bakken, handwasjes. Zo, tijd om de wal op te gaan. Met ons Bromvliegje peddelen we naar een inham waar we bij een kiezelstrandje eruit kunnen. We klauteren omhoog en vanuit allerlei gezichtspunten zien we in de diepte onze Nightfly trots als een spin in haar web liggen dobberen. We kunnen ver over de oceaan uitkijken en aan de andere kant loopt de rivierbedding heel ver landinwaarts. Zover je kunt kijken is er geen mens te ontdekken, alleen maar vogels, schapen en guanaco's, een soort lama. Ze zijn ontzettend nieuwsgierig naar ons, lopen telkens weg, maar komen toch weer terug om te kijken waar wij heen lopen. We eten een avond bij Sangoma aan boord, vers geplukte mosselen als voorafje, daarna heerlijke spaghetti. Op dit goddelijke plekje houden we het nog lang vol, ware het niet dat de verse spullen opraken. En een winkel is hier ver te zoeken. Dus gaan we vast uitkijken naar een goed weerbericht om de volgende stap te zetten.

Zondag 7 december 2008   Caleta Horno  -  Puerto Deseado

Twee guanaco's doen ons uitgeleide. Aan elke kant van de uitgang van Caleta Horno staat er één hoog op de rotsen. Er wordt nog zo weinig wind voorspelt, dat we eerst een nachtje voor anker gaan aan de noordkant van Islas Leones, zo'n 5 mijl verder. Een onbewoond eiland met bovenop een verlaten vuurtoren en aan de westkant een kolonie Magellan pinguïns. Eerst zoeken we ons een weg naar boven over het pinguïnpad tussen prikkende struiken en grassen. Vanaf de top hebben we een mooi uitzicht over de oceaan. De vuurtoren wordt nog regelmatig gebruikt door vissers of expeditiegroepen om er te slapen. In de keuken staat van alles, gasflessen, kookpannen, olielampen, kasten met borden en bestek, etenswaren. In een andere kamer liggen matrassen en staan kasten met dekens. In nood is dit zeker een goede schuilplaats. We wandelen over heuvels richting de pinguïns. Opeens een venijnige pijn aan mijn kuit, alsof ik gebeten word. Hangt er een cactusbol aan mijn broek en prikt er dwars doorheen. Er blijft nog dagenlang een grote blauwe plek zichtbaar. Onder doornig dor struikgewas hebben de pinguïns hun nesten. Het is er erg druk, we moeten echt opletten waar we lopen. In sommige nesten liggen nog eieren, anderen hebben al jonkies. Zo grappig, ze kunnen niet zoals wij met twee ogen recht vooruit kijken. Dat hoofd gaat telkens van links naar rechts om ons in de gaten te houden. Op het kiezelstrand loopt de grote meute te kuieren en te paraderen. Een paar zeeleeuwen liggen lui in de zon te slapen. Het stinkt er geweldig en we worden belaagd door talrijke kleine vliegjes. Niet meer praten, want ze vliegen zo je mond in, net als bij de zeeleeuw die ligt te gapen. De volgende dag kunnen we weer met vliegende vaart verder. Regelmatig gaan we met 7 knopen grondsnelheid, voor Nightfly echt hard. Op 3 december lopen we rond 18.00 uur Puerto Deseado binnen. Het is grauw grijs regenweer, tijd voor een mok warme chocomel met pepernoten!  Wat leuk, ook Pupyca, Wata en Sangoma liggen hier voor anker. De volgende ochtend zijn we compleet als ook Only one life binnen komt. Met ons vijven wordt er natuurlijk veel over het weer gepraat. Allemaal weten we dat het volgende traject de lastigste tot nu toe gaat worden. Ruim 400 Mijl varen zonder enige mogelijkheid tot schuilen en het weer kan hier heel snel omslaan. Als "Sinterklaascadeautje" krijgen we eindelijk uitsluitsel uit Nederland dat er een nieuw reddingsvlot opgestuurd kan worden. Als alles goed gaat, ligt het over twee weken in Ushuaia op ons te wachten bij de Customs. Voor nu even één zorg minder. Afgelopen nacht werd het nog even spannend. Er is een fors lagedrukgebied uit het Zuiden overgekomen waar veel wind in zat. En op deze ankerplaats liggen we aan lager wal met heel weinig speelruimte naar de kant. Als we van anker af zouden slaan, liggen we binnen een paar tellen op de rotsen. Voor de zekerheid zetten we het ankeralarm én de wekker elk uur om te checken. Gelukkig is het ergste rond 01.00 uur voorbij en kunnen we redelijk rustig verder slapen. Vandaag de laatste boodschapjes, afmelden bij de Prefectura en dan gaan we morgen met zijn allen het anker lichten. Op naar de Furies Fifties!

Dinsdag 16 december 2008  Puerto Deseado - Ushuaia

"Ahoy, land in zicht". Het venijn zit 'm weer eens in de staart. Op de 5e dag op zee ontdekt Warren rond 10.00 uur 's ochtends links van ons de grillige contouren van Islas de los Estados (Staten eiland). Rechts zijn de vage bergen te onderscheiden van Tierra del Fuego (Vuurland). Daartussen door loopt de 16 mijl brede beruchte Strait Le Maire met zijn verraderlijke stroming en soms huizenhoge golven. De kunst is om daar op het juiste moment te zijn en gebruik te maken van de ebstroom die in zuidwestelijke richting loopt. Wij hebben helaas de hele dag nodig om de 20 mijl naar de ingang te overbruggen. De wind komt precies van voren, dus moeten we hoog aan de wind kruisen en extra mijlen maken. Bovendien merken we de tegenstroom heel goed. We schieten maar mondjesmaat op. Via het Patagonie radio netje horen we dat alle andere boten die gelijk met ons vertrokken zijn, allang een veilig plekje in een of andere mooie ankerbaai hebben gevonden. Voor ons duurt dat langer dan ons lief is. Voordat de ebstroom ons gunstig gezind is, vechten we tegen de golven en stroom in. We liggen zo schuin in het water dat de bovenste railingdraad meer in dan boven het water ligt. Maar met 2 riffen in het grootzeil is er echt geen gevaar, Nightfly voelt zich als een vis in het water en doet het geweldig. Uiteindelijk kunnen we pas 's avonds rond 22.00 uur het anker laten vallen in Baía Buen Suceso waar de Pupyca al een aantal uren op ons ligt te wachten. Na een heerlijke nacht slapen gaan we alweer om 06.00 uur anker op om optimaal voordeel van de ebstroom te hebben. En we hebben eigenlijk gewoon haast om zo snel mogelijk in Ushuaia te zijn. Want onderweg hierheen hebben we een e-mail uit Nederland gekregen dat het reddingsvlot alleen maar naar Buenos Aires opgestuurd kan worden. En dat is absoluut geen optie voor ons. Het kost daar dagen en handenvol smeergeld om het vlot in Ushuaia te krijgen. En dus hebben we geen andere keuze dan een 6-persoons vlot in Argentinië te kopen en vooral op tijd aan boord te hebben. Want zonder vlot geen Antarctica, dat is in onze ogen onverantwoord!! Het laatste stuk deze dag wordt nog even pittig door de telkens toenemende wind en daardoor veel zeilhandelingen, rif erin, nog een erin, rif eruit, en een nat einde door de gestaag vallende regen. Maar eenmaal in Baía Aguirre vergeet je dat allemaal weer. Wat een overweldigende natuur en zo bijzonder om op het Beagle Canal te varen. Te weten dat vroeger hier de Yamana indianen leefden en met hun kano's over ditzelfde water voeren, maar dan zonder kleding en een vuurtje in hun kano stookten om warmte te hebben. De avond wordt helemaal gezellig als we samen met de 3 Franse mannen van Only one life (Ann is even naar warmere oorden vertrokken) aan boord van de Pupyca zitten te borrelen. Nicole heeft de hele dag staan te kokkerellen en zet allemaal lekkere dingen op tafel. Het is bijzonder komisch hoe onze Franse vrienden zo ontzettend hun best doen om Engels met ons te praten. Waarschijnlijk vinden ze dat hetzelfde van ons Frans gepoekel, dat overigens met de dag verbeterd. De dag erna vertrekken wij weer als eersten, maar worden weldra ingehaald. De eerste uren draaien we op de motor, maar gelukkig komt de wind nog tevoorschijn en kan er weer gezeild worden. Ook deze dag alleen maar regen en kou. We overnachten in Baía Relegada, een voor alle winden beschutte baai. Bij het krieken van de dag laten we de Pupyca achter en motoren de laatste 40 mijl naar Ushuaia. We verbazen ons over de hoeveelheid sneeuw die op de bergtoppen te zien is, het is uiteindelijk zomer hier. Overal worden we in de peiling gehouden, want regelmatig roept dan weer de Chileense Armada ons via de marifoon op, dan weer de Argentijnse. En ze willen alles van je weten, van je callsign tot het nummer van de Epirb. Ik heb net tegen Warren gezegd: "Wat raar dat ze niet willen weten welke nationaliteit wij hebben en met hoeveel personen aan boord". Nog geen 5 minuten later worden we weer opgeroepen: "How many persons are on board". Een half uurtje later: "Which flag?". Als Warren aan de Chilenen vraagt hoe ze onze bootnaam weten, krijgen we jammer genoeg geen antwoord. Ik kan minder genieten van ons uitzicht, want ik lig deze dag veel op bed met rugpijn. Goddank hebben we weinig golfslag waardoor het redelijk rustig ligt voorin. Warren brengt regelmatig verslag uit en maakt mooie foto's. Als we nog een paar mijl te gaan hebben, worden we door de Nije Faam opgeroepen. Paul en Marietta zijn al een jaar in het zuiden en nodigen ons uit om langszij te komen liggen voor een borrel, een warm welkom. Via het Patagonië netje hebben we al vaak met elkaar gesproken, evenals met Paul en Carolien op de Giebateau. Toch wel heerlijk om weer eens Nederlands te kunnen praten met andere zeilers. Paul brengt ons met zijn dinghy even naar de kant zodat we ons kunnen melden bij de Prefectura. Daarna gaan we een ankerplekje zoeken en kunnen direct de eerste nacht testen of ons anker goed houdt, 40 knopen wind uit het Westen wat hier vrij vaak voorkomt. Wederom helpt ons ankeralarm om het goed in de gaten te houden. Het betekent wel dat Warren bijna elk uur het bed uit schiet als het alarm afgaat. Maar het gaat allemaal goed en het anker lijkt zich goed ingegraven te hebben. Vanochtend met onze eigen Bromvlieg naar de wal en op pad om een nieuw reddingsvlot te regelen. Paul en Carolien van de Giebateau hadden al voor ons geïnformeerd bij een zaak en inderdaad, we kunnen een vlot bestellen. Morgen horen we wanneer het in Ushuaia aankomt, ze praten over 7-10 dagen. We zijn benieuwd! Hierna hebben we de rust voor koffie en beseffen we dat we Al fin del Mundo zijn, aan het einde van de wereld, zoals een groot bord vermeld.

Donderdag 18 december 2008   Ushuaia,  fin del mundo

Het is werkelijk niet te filmen. Alles gaat stuk. En niet 1 keer, nee telkens weer opnieuw, ondanks reparaties. Tijdens de beruchte storm vorige maand is er in de afgesloten kacheluitlaat op het dek zeewater binnengedrongen. Het water liep via de kachel binnen over de vloer, bende dus. Warren heeft alles goed schoongemaakt, maar nog wil hij niet volop branden. Blijkt bij nadere inspectie de hele carburateur vol met drab te zitten en nee, natuurlijk brandt dat niet. Met een rietje de dieseldrab eruit zuigen en snel in een bakje laten lopen voordat het de mond in loopt. Desondanks deelt hij die dag lang dieselkusjes uit. Dan doe je toch de Webasto warme lucht kachel aan als de één het nog niet doet? Maar ook daar is zeewater de uitlaat binnengedrongen en in de motor gelopen. Dit heeft Warren reeds in Puerto Madryn helemaal uit elkaar geschroefd en schoon gemaakt. Daarna brandde hij prima. Maar als we tijdens de tocht hierheen de kou zat zijn, geeft de Webasto wéér een foutmelding, ggrrr☻rrr! Vandaag en gisteren de hele dag bezig geweest om alles weer uit elkaar te halen. De gecorrodeerde contacten schoongemaakt en een nieuw laagje tin erop gesoldeerd, alles nagelopen, vergeet het maar. Nog even en Warren dondert het hele ding overboord, zo frustrerend. Bij het opstaan schijnt de zon, heldere blauwe lucht en alles ziet er kalm uit. Na een uurtje jagen er donkere wolken langs de hemel en in een split second waait het een halve storm, met gemak 40-50 knopen. En dat gaat zo dag en nacht door. Dus je moet echt beducht zijn op de wind. Warren gaat de dieseltank maar eens bijvullen, we hebben drie jerrycans verbruikt. Voor de zekerheid gooit hij het door een filter. Warren is bijna klaar, opeens een geschreeuw buiten, alles vliegt door de lucht, vette windvlagen. Hij vist net op tijd het filter uit het water, de lege jerrycans op dek kan ik nog net redden. Maar het hele dek zit onder de diesel en erger, we vervuilen ook de zee. Met mijn rug schiet het ook niet echt op. Warren masseert me en dat helpt wel. Maar ik beweeg me als een houten klaas, dus hij heeft niet veel aan me tijdens het klussen. Gelukkig kunnen we weer naar de wal en wandelen is een goede therapie. We moeten ons visum nog verlengen bij de immigratie. Bij onze eerste poging staan we voor een gesloten deur, alleen tussen 9 en 12 geopend. Vanmorgen een herkansing. We stappen in de Bromvlieg, shiiiit, is de bodem alweer lek. Als Warren hem wil oppompen, breekt het aansluitstukje van de slang. Dan maar met een lege bodem op pad. Bij de immigratie worden zonder problemen de formulieren ingevuld door bemoeienis van maar liefst 3 dames. Zodra we de kosten betaald hebben op de bank - aan de andere kant van het dorp- kan de stempel in het paspoort. Ik heb nog een uur de tijd voordat ze sluiten. Warren loopt naar de shop van ons reddingsvlot om te horen wanneer hij binnenkomt. Ik loop als een gek naar de bank, een rij van 24 wachtenden voor mij. Klokslag 12 uur heb ik de reçu's in mijn zak, te laat voor de immigratie. Mañana dan maar weer. Eenmaal terug op ons huisje begint Warren vol goede moed weer aan de kachels. Ik ben op dek bezig de dieselzut van gisteren schoon te maken. Plotseling liggen we weer hartstikke schuin, dikke wind, ik moet me vasthouden om niet om te waaien. Ik kijk naar achteren, "Warren, de bijboot ligt op zijn kop en de peddels drijven weg!!!". Hij vliegt naar buiten, draait hem snel weer om, kan 1 peddel grijpen en roeit de ander achterna, hebbes. Hij roeit terug naar de boot, maar dan begint het weer zo hard te waaien.  Hij peddelt wat hij kan, maar het is echt tegen de klippen op, hij drijft steeds verder weg. Natuurlijk wil de motor, die ook in het zoute water heeft gelegen, niet starten. Het ziet er een beetje wanhopig uit, ik kan ook niets doen. Maar dan komt er een andere motorboot aan die hem een sleepje geeft. De rest van de middag een ongeplande klus, de motor schoonspoelen met zoet water, alles uit elkaar, met contactspray inspuiten en testen. Zo, dat loopt weer. Direct maar even goed draaien, met de lege jerrycans naar de kant om diesel te tanken. De voorraad willen we altijd op peil houden. Zonder motorproblemen komt hij een half uurtje later weer terug. Inmiddels draait de dieselkachel weer op volle toeren, dus we kunnen het weer warm stoken. Na het eten gaat Warren nog even naar de kant om te internetten. Ik blijf liever thuis vanwege mijn rug, die mijn lief overigens ook nog tussendoor heeft gemasseerd. Welke olie zou 'ie eigenlijk gebruikt hebben......De laptop gaat mee in de waterdichte zak, motor starten, hoezo, wat is dat, starten? "Tsjonge jonge jonge, wanneer houdt het eens op!" roept Warren vertwijfeld uit. Na een hoop geklooi krijgt hij  hem toch aan de praat en vertrekt. "Oja" zegt hij nog, " morgen weer een klus erbij, één houten peddel is gebroken". Voor mij is het wel duidelijk, we voelen ons nog niet echt thuis hier in het koude Zuiden. Het enige wat tot nu toe geen probleem geeft, de accu's blijven goed vol met deze winden. Het is inmiddels al 22.00 uur, Warren is nog niet terug. Ik hoop maar niet dat hij de boot weer heeft gemist in die windvlaag van zojuist..........

Donderdag 25 december 2008    1e Kerstdag

"Feliz Navidad"! Hartje zomer in Ushuaia, maar net geen witte kerst. Een paar dagen ervoor regent het de hele dag pijpenstelen en in de bergen is een aardig pak sneeuw gevallen. Maar die smelt al snel. Na onze pechdagen gaan we lekker aan de steiger van Afasyn-club liggen. Het is allemaal wat makkelijker én minder nat om de wal op te gaan, ondanks dat we over drie andere boten moeten klauteren. Het is topdrukte bij de club, er liggen veel grote charter zeilboten waaronder Toluuka van Eef Willems. Zij chartert hier al jaren in Patagonië, Antarctica en de Falklands, maar gaat het zeilgebied verruilen voor omgeving Noordpool. Nederland is al met al goed vertegenwoordigd met 5 boten. Van onze problemen zijn nog over: gebroken peddel, lekkende watermaker en een niet werkende Webasto kachel. Die laatste is echt helemaal binnenste buiten gekeerd en samen met Paul van Nije Faam zijn alle technische details gecheckt. Helaas nog steeds geen oplossing nabij. Gelukkig werkt de dieselkachel uitstekend, alleen kun je die niet gebruiken tijdens het zeilen. Maar in de kajuit is het warm en gezellig met de kerstboom op tafel. Kerstsfeer is ook te vinden in het centrum van Ushuaia. Kerstmannen en pinguïns komen we tegen, winkels en restaurants zijn versierd en kerstliedjes klinken uit de luidsprekers. Er lopen veel toeristen rond, grote cruise schepen meren af en aan bij de commerciële steiger. En met ons vest, jas, muts, sjaal en handschoenen aan voelt het alsof we in Oostenrijk zijn. Warren krijgt op zijn verjaardag een echt mooi cadeau, ons reddingsvlot is gearriveerd. Tevens is mijn rugpijn rap aan het verminderen. En het leuke van aan de de steiger liggen is, de wifi-verbinding blijft redelijk constant. De laptop staat de hele dag aan en familie en vrienden bellen via Skype om Warren te feliciteren. Helemaal leuk dat we elkaar ook kunnen zien via de webcam. Veel mailtjes en ons gastenboek is ook weer vol geschreven met lieve wensen. Op de club is nog geen post voor ons gesignaleerd. We krijgen visite van Nije Faam en 's avonds van Giebateau. De Fransen laten het allemaal afweten, ander feestje misschien? Vandaag, 1e Kerstdag is alles gesloten inclusief de restaurants. Wij blijven lekker kneuteren aan boord en op ons kerstmenu staat een gebraden kippetje uit de oven. Gelukkig Kerstfeest iedereen!