Dinsdag 1 januari 2008 Happy New Year!!!!!
Wij wensen iedereen een heel gelukkig, gezond en vrolijk
2008! Een nieuw jaar én een nieuwe tijd voor ons.
De klok is weer een uur terug gezet waarmee we nu 3 uur verschil met Nederland
hebben. Simpel gezegd zouden we 1 uur opnieuw kunnen beleven, welk uur zullen we
daarvoor uitkiezen? Het Neptunes uur of het Oud en Nieuw uur? Verstandiger lijkt
het om een crisis uur te nemen. Op 30 december zie ik tijdens de laatste
ochtendwacht opeens een grote plooi onder in het voorlijk van de Genua. Wat
krijgen we nou! Het voorzeil zakt vanzelf naar beneden. Dat betekent maar 1
ding; de val (lijn die het voorzeil naar het topje van de mast omhoog hijst)
boven in de mast is doorgesleten. Nu al? En we hebben niet eens zwaar weer
gehad. Snel Warren uit zijn kooi roepen en samen het zeil binnen de reling zien
te houden, daarna met zeilbandjes aan de reling vastbinden tegen wegwaaien.
Alleen met het grootzeil op liggen we nu bijna stil, afgezien van het rollen
door de deining. Warren trekt de klimbroek aan en gaat via de maststeps naar de
top van de mast, hopende dat de val nog uit de mast komt. Ik sta onder aan de
mast met de veiligheidslijn in de aanslag. Het ziet er vervaarlijk uit zoals de
mast van links naar rechts en van voor naar achter zwiept met Warren die zich
bovenaan vast moet klampen. Helaas is de val in de mast gezakt en moeten we hem
vervolgens beneden in de mast uit de doorvoer trekken. Die is dus echt stuk,
finaal doorgesleten op een plek die je niet verwachten mag. Voorlopig hijsen we
de werkfok op de kotterstag, zodat we weer enigszins vooruit gaan. Warren
probeert een splits voor een nieuwe lus te maken, waar dan de wartel aan
kan om de Genua weer mee omhoog te trekken. Om een lang verhaal iets korter te
maken, we bezwijken bijna van de hitte (en opwinding) en de splits wil niet
lukken. We zetten er tijdelijk een alternatieve knoop in, Warren weer de mast in
met een dun touwtje waaraan moertjes geknoopt als gewichtjes. Dit touwtje moet
boven in de mast de doorvoer in en via de binnenkant van de mast weer naar
beneden. Daar moet ik hem er dan uitpulken en vervolgens zouden we de val aan dat
touwtje geknoopt door de mast naar beneden moeten trekken. Je raadt het al, dat
wil ook niet lukken. Warren kan er niet goed bijkomen om dat touwtje met
gewichtjes de mast in te krijgen. Dit kan dus niet eerder gerepareerd worden dan
in Brazilië. We gebruiken de Genaker-val om de Genua weer te kunnen hijsen en de
werkfok kan er weer af. Dan blijkt ook nog dat het invoerblokje aan de voorstag
verdwenen is, dat kan er ook nog wel bij. Het lukt gelukkig om toch de Genua in
de rail te krijgen, voorzichtig stukje voor stukje omhoog en we zeilen weer. We
duimen dat het allemaal blijft zitten tot aan Recife. Dus, als we een uurtje
over mogen doen, hadden we voortijdig de bijna gebroken val naar beneden kunnen halen en was
hij in de mast blijven zitten. Dan was een nieuwe splits voldoende geweest om
het probleem te verhelpen. Over de watermaker, ja alweer, heb ik te vroeg
gejuicht. Hij doet nu niks meer en we zijn er helemaal klaar mee. Zodra we in
Recife zijn, sturen we het hele apparaat terug naar Zwitserland. Daar moeten ze
hem eerst maar eens goed laten functioneren, voordat we hem terug willen. We
hebben af en toe opstappers, 3 vogels die 's nachts om beurten een tijdje komen
uitrusten op de overlooprail op de buiskap. Als we zeilen moeten verstellen,
trekken ze zich daar niets van aan, geweldig! Het Oud en Nieuw ritueel gaat,
evenals Kerst en Sinterklaas, een beetje aan ons voorbij. Ook nu kunnen we weer
kiezen wanneer HET moment is. Zullen we gelijktijdig met Nederland toasten,
nemen we UTC tijd of is het echter als we onze lokale boordtijd aanhouden. Weet
je wat, we doen ze alledrie. Het spreekwoord is niet voor niets: drie keer is
scheepsrecht. Aldus geschiedt. We hebben nog geen vuurpijlen die over de
datum zijn, dus vuurwerk denken we er wel bij. Proost, lieve schat, ik wens de
Nightfly met haar bemanning een behouden vaart in het nieuwe jaar!
Vrijdag 4 januari 2008 06.30 lokale tijd Recife, Brazilië
Het is donderdag ochtend, bijna 03.00 uur. Nog heel even en
dan mag ik Warren zijn plekje op bed overnemen. Opeens kraakt de marifoon en
hoor ik een stem. Op zich niet zo vreemd, want daar is dat ding voor gemaakt.
Maar als je dagen geen schepen ziet of hoort, schrik je altijd weer even. Ik
vlieg dus naar buiten om te zien of ik een schip over het hoofd heb gezien.
Zitten we al op aanvaringskoers? Buiten in het donker kijk ik goed rond, nee,
geen schip te zien. Maar wel zie ik de Genua die weer met een plooi in het
voorlijk staat te klapperen. Ik doe snel het deklicht aan en constateer dat het zeil
onderaan uit het lijk is gescheurd! Alweer moet ik Warren wakker roepen en samen
halen we de Genua naar beneden. Het blijkt dat de halshoek is uitgescheurd,
daardoor kreeg de wind vat op het zeil dat nu te los zat. Nou, dat wordt dus een
dikke reparatie. We binden de Genua met zeilbandjes netjes op aan de reling en
halen een kleinere Genua (High Aspect) te voorschijn die ook in de Furlex rail
past. Dit zeil is eigenlijk bedoeld voor zwaarder weer, maar is nu de beste
oplossing die we hebben. Allebei komen we behoorlijk nat en zout weer terug in
de kuip en denken: het zit ons niet mee op het laatste stuk. Inmiddels is het
3.30 uur, dus ik duik gauw mijn kooi in. Warren laat me bij de volgende wissel
een half uurtje langer liggen. Hij mag daarna zo lang blijven liggen als hij
wil. Regelmatig komen er donkere dreigende luchten over jagen. Warren merkt op
dat er aardig wat wolken druk aan het regenen zijn. Boven de Nightfly
blijft het meestal droog wat soms jammer is. Het is een welkome afkoeling en
wasbeurt voor schip en bemanning. De eerste golf heeft de weg naar binnen ook
gevonden. Omdat het zo bloedheet is, proberen we af en toe eventjes te luchten
door een raampje of dakluik open te zetten. En dat gaat natuurlijk een keer
fout. De zee lijkt rustig, maar er zit altijd een venijnige
golf tussen die zo nodig hoger wil komen dan de rest. Via het keukenraampje komt er een dikke plons
binnen die lekker sopt op het achterbed. Kussen, dekbedhoes, slaapzak kunnen
naar buiten, de zon is genadeloos heet, dus het droogt vrij snel. Ondertussen
lezen we alles in de pilot wat er over Recife geschreven wordt. Er zijn 3
jachtclubs waarvan er 1 ongeschikt is vanwege te geringe diepgang. We worden nu
steeds ongeduldiger om aan te komen. Het zout zijn we zat, het klamme
beddengoed, de stinkende was en de zooi binnen zijn aan een opknapbeurt toe. Het
geslinger en gehobbel heeft nu lang genoeg geduurd. De blauwe plekken en
schrammen zijn nog steeds aan de orde van de dag. Maar ons geduld wordt nog
danig op de proef gesteld. De windrichting (ZZO) werkt niet mee, we moeten de
laatste dagen hoog aan de wind varen en worden door de stroming met 2 knopen
naar het NW weggezet. Mijn 1e aquarelletje, de Braziliaanse vlag, hangt fier te
wapperen in het want onder de Q-vlag (quarantaine). Daarmee geef je aan dat je
voor het eerst voet aan wal gaat zetten in het land. Het is telkens een
sport wie van ons het eerst land ziet of ruikt. Warren wint op zicht, ik op geur. In onze laatste
nacht op zee genieten we weer van een prachtige sterrenhemel. De Grote Beer en Orion zijn nog steeds
te zien. Straks gaan we op zoek naar het Zuiderkruis. En
dan..........na 24 dagen en 14 uur liggen we vast aan een mooring bij Pernambuco
Iate Clube in Recife.
Zondag 6 januari 2008 Recife, Pernambuco Iate Clube
Een roeibootje maakt zich los van de kant en roeit naar de
enige vrije mooring die beschikbaar is. Twee getaande bruine mannen maken met
gebaren duidelijk dat wij daar mogen liggen en helpen met vastmaken. Ze maken
een douche gebaar en wijzen naar de kant dat we mee mogen, zouden we zo stinken?
Met een gevoel van lichte opwinding bekijken we ons nieuwe uitzicht. De
jachtclub zelf stelt niet zoveel voor, hij ligt binnen het rif waarop een
breekwal is gebouwd. Er liggen nog 5 zeilboten waarvan maar 1 buitenlandse waar
de Franse vlag wappert. Om ons heen roeien vissersbootjes met hun netten achter
zich aan en iedereen zwaait met een dikke glimlach op het gezicht. Schuin aan de
overkant van de brede riviermonding liggen vrachtschepen die gelost moeten
worden, sleepboten en een enkel cruiseschip. Er zijn veel vervallen kleurloze
gebouwen met daartussen hoge torens in aanbouw. Nadat we eerst een stevig
ontbijtje met een kop koffie nemen, roeien we met onze douchespullen naar de
kant en voelen sinds lange tijd weer vast bodem onder onze voeten. Er is een
openlucht restaurant die in de pilot als heel goed wordt beschreven. Verder een
langwerpig gebouwtje waar links de keuken met de nodige bedrijvigheid zit en aan
de andere zijde een gezin woont. Een rondbuikige bruine Braziliaan reikt ons een
formulier van de club aan dat we in moeten vullen voor de inklaring en wijst ons
de douche/toilet ruimte dat zich aan de achterzijde van het restaurant bevindt.
Er staan een paar bootjes op het droge waar aan gewerkt wordt. Na een heerlijke
koude douche waar we geen genoeg van kunnen krijgen, worden we door de meneer
van de mooring in zijn taxi roeibootje naar de overkant van de rivier geroeid.
Eerst gaan we naar een -door een handvol bewapende politiemannen beveiligde-
bank om Braziliaanse Real te pinnen. Vervolgens gaan we op zoek naar de diverse
instanties waar we ons moeten inklaren. Dat valt uiteindelijk niet mee. Het is
echt ontzettend drukkend warm weer waar we aan moeten wennen en we worden voor
ons gevoel van het ene kantoor naar het andere gestuurd. Ze liggen natuurlijk
niet naast elkaar, maar straten van elkaar verwijderd. De
één weet niet dat we ook bij de ander moeten wezen.
Het is echt lastig dat we de taal niet spreken, een paar woordjes maar. Als we
bij de Federal Police/Immigratie zijn geweest, hebben we ons 3 maands visum op
zak die we binnen 90 dagen voor maximaal 3 maanden kunnen verlengen. Deze meneer
vertelt vrolijk dat we nu klaar zijn en naar de Portobras (Capitanos de
Portos) kunnen. Bij een prachtig oud militair gebouw bellen we bij de poort aan
en mogen naar binnen. Nee helaas, we moeten eerst nog naar de gezondheidsdienst
(Sanitaria) en naar Customs (Alfandega) voordat zij ons kunnen inklaren. Afijn,
we zijn rond 10.30 uur begonnen en klokslag 17.00 uur zijn we klaar en kunnen
ons taxibootje op de afgesproken tijd terug halen. 's Avonds willen we in het
restaurant gaan eten, maar onze Franse buren vertellen dat ze maar tot 19.00 uur
open zijn. Da's nou erg jammer als je daar op rekent, maar we worden uitgenodigd
bij hen mee te eten. Geweldig, zulke buren. Dan hebben we gelukkig nog 1 dag
voordat onze vrienden arriveren. De hele zaterdagochtend gebruiken we om schoon
schip te maken en 's middags lopen we over de 1 km lange weg langs de breekwal
naar de wijk Brasilia waar winkeltjes te vinden zijn. Hier krijgen we echt het
gevoel dat we in een andere wereld terecht zijn gekomen. We lopen over
ongeasfalteerde stoffige wegen waarlangs huizen staan die niet af lijken en
zonder glas in de ramen. Iedereen is buiten, hangt in een stoel of staat met
elkaar te kletsen. Bijna elk huis verkoopt wel iets in de vorm van eten of
drinken. We vinden een stalletje waar het zoet ruikt van het mooie fruit en
groenten die er goed uitzien, waarvan we lekker veel kopen voor weinig geld. In
een supermarktje kunnen we vers brood en vlees van het mes krijgen. Ook al lijkt
de tijd hier stil te hebben gestaan, natuurlijk is er wel een -airconditioned-
internet café waar we voor 0,40 eurocent per uur kunnen internetten. Eindelijk
kunnen we alle verjaardags -en nieuwjaarswensen lezen die jullie allemaal hebben
gestuurd. Jammergenoeg is er geen Skype geïnstalleerd, wat we later wel vragen
en ze alsnog doen. Iedereen is erg vriendelijk en behulpzaam. Bij het gezin dat
bij de jachtclub woont, zegt één van de aanwezige mannen dat de vrouw des huizes
onze twee C1000 tassen vol was (met de hand blijkt later) wel wil doen.
Zondagochtend gaan we bijtijds met de bus naar het vliegveld waar we Roeland en
Marjon op gaan halen. Het blijkt dat we echt bijtijds zijn, want we lopen nóg
een uur voor op de tijd. Ze hebben hier zomertijd waar wij geen rekening mee
hebben gehouden, dus 4 uur verschil met Nederland. Het is een vrolijk weerzien
en we hebben allemaal veel te vertellen over ieder onze eigen reis. Zij hebben
Oud en Nieuw in Rio de Janeiro op het Copacabana strand gevierd en daarna nog
meer plaatsen bezocht. We eten heerlijk op het terras bij onze jachtclub in de
ondergaande zon en na het installeren op ons bootje gaan we allemaal lekker slapen.
Zondag 13 januari 2008 Recife
(stond vroeger bekend als het Venetië van Brazilië, een wirwar van moerassen en
eilanden. Prins Maurits maakte het gebied bewoonbaar door de aanleg van kanalen)
Het is een warme week waar we op terug kijken. Op de boot creëren we binnen wind door met
een douchegordijn (dat heb je toch allemaal aan boord nietwaar) een windvanger te maken die
de wind door het dakluik naar binnen blaast. Dit is echt broodnodig, want je smelt hier werkelijk
waar. Gelukkig waait het langs de kust altijd. Dinsdag gaan we met de bus naar Olinda, een stadje
ten noorden van Recife, dat als een openluchtmuseum op de heuvels ligt met uitzicht over de
oceaan. Het is door UNESCO uitgeroepen tot Wereldcultuurmonument. Zodra we uit de bus stappen,
worden we aangesproken door een jongeman in een geel shirt die ons wijsmaakt dat we gratis een
rondleiding kunnen krijgen. Hollands als we zijn, gaan we daar graag op in. Iets verder op worden
we overgedragen aan een collega (in het geel) van hem die beter Engels spreekt. We wandelen totaal
zo'n 3 uur door nauwe straatjes met prachtige 17e-eeuwse koloniale huizen in felle kleuren. Veel
gebouwen zijn oorspronkelijk uit de 16e eeuw, maar in 1631 hebben de Hollanders bijna alles platgebrand!
Het meeste is later gereconstrueerd. Aan het einde van de rondleiding blijkt wel degelijk dat de gids
geld wil hebben. We onderhandelen een tijdje en voelen ons genaaid. We vinden een heerlijk met bomen
overdekt openlucht restaurant, waar je per kilo je eten betaalt. Er is een buffet met lekkere salades,
warme gerechten en toetjes. Elk bord dat je opschept, zet je op een weegschaal en het bijbehorende bedrag
wordt op je nota gezet. Werkelijk heel goedkoop (en lekker), want we eten ieder inclusief drank voor nog
geen 6 euro. Er worden ook wat klussen geklaard. De val voor de Genua wordt weer in de mast geschoren,
nu gebruiken we visloodjes voor het gewicht aan het touwtje. De watermaker wordt door de mannen onder de
loep genomen en ieder onderdeeltje beredeneerd. Waar kan het euvel zitten. Uiteindelijk vinden we twee
plekken waar geen O-ringetje zit. Nadat deze er in zitten, lijkt hij op gang te komen. Vooralsnog juichen
we niet te hard, maar testen hem elke dag, tot nog toe met succes. We struinen een dag met zijn vieren door
de historische wijk Santo Antônio, lopen over pleintjes, drukbevolkte nauwe straatjes met allemaal venters.
Overal staan karretjes met vers tropisch fruit en drankjes van o.a. suikerriet, zo af en toe proberen we
iets uit. Jochies verzamelen oud karton en lege blikjes, plastic bekertjes waar ze geld voor krijgen. We
komen langs een kerk waar een dienst bezig is. We kijken met verbazing hoeveel godsdienst verering er is.
Het kruis waar de priester mee door de kerk loopt, wordt vol overgave aangeraakt en bejubeld, er huilen mensen
en er wordt massaal geapplaudisseerd. Een grote markthal staat vol met kraampjes waar kleding, lokale
handarbeid, prullaria en nog veel meer wordt aangeboden. Winkels puilen uit met attributen voor de komende
carnaval. Het is al met al een vrolijke boel. Onze vrienden hadden zich een andere voorstelling gemaakt
van onze ligplaats en dromen van strand en baaitjes. Ze voelen zich opgesloten en dat kunnen wij best
begrijpen. Je kunt niet zomaar aan wal stappen, altijd moet er eerst geroeid worden naar de kant. We
hebben hier echter geen andere keuze en we willen nog niet verder zeilen voordat de meeste zaken gerepareerd
zijn. Ze besluiten een paar nachten een hotel 50 km zuidelijker aan het strand te nemen. Voordat ze
dinsdag weer naar huis vliegen, gaan we maandag nog gezellig samen dineren, waar we voor worden uitgenodigd.
Warren neemt alle roestplekjes onder handen, zodat Nightfly er weer spic en span uitziet. Als we na de
dagelijkse boodschapjes door de wijk Brasilia lopen, staat de deur open van het fitness lokaal. Achterin
staan een aantal mannen en 2 vrouwen klaar om de dans Capoeira te gaan uitvoeren. Binnen krijgen we allebei
een stoel aangeboden en bekijken het schouwspel. Het is van oorsprong een door slaven ontwikkelde vechtsport
met de voeten die als dans gecamoufleerd is. Zij mochten van hun eigenaren uiteraard niet vechten en deden
het voorkomen als gymoefeningen. De dans wordt begeleid door muziek van een berimbau, een metalen Afrikaanse
boog met 1 snaar en een tamboerijn. Er wordt driftig bij gezongen en telkens gaan twee mannen samen de dans
doen. De atletische bewegingen zijn combinaties van vliegende trappen, draaiende bewegingen in handstand en
achterwaartse sprongen, die ze van elkaar moeten zien te ontwijken. Het ziet er heel enerverend uit en de
zweetdruppels vliegen in het rond. Een klein jongetje en een meisje mogen af en toe ook meedoen, wat een
komisch gezicht is. Het jongetje wijst naar de grote man dat hij verder moet bukken, anders past zijn
draaiende voetbeweging niet over hem heen. Aan het eind worden de lokale dames ook bij de hand genomen
om mee te doen en je raadt het al, Warren en ik worden ook de vloer opgetrokken. Tussen die temperamentvolle
mensen voelen wij ons stijve harken, dus dat wordt meer oefenen. Waar we ook nog iets aan moeten veranderen,
is de fio dental ofwel mijn tandenflos. Naast het gebruik voor mijn gebit, kan het ook dienst gaan doen als
stringetje voor op het strand. Dan val ik tenminste niet meer op met mijn degelijke bikini die ik nu heb.
Zondag 20 januari 2008 Recife
Onze kluslijst is alweer geslonken! Het voorzeil is weer picobello gerepareerd door Warren, zowel het
voorlijk is stevig vastgenaaid als wel de halshoek waar we een ring in hebben genaaid om schavielen te
voorkomen. We hebben extra lijnen kunnen kopen voor een prikje, de prijs gaat hier per kilo i.p.v. per
meter. Daarvan hebben we alvast een extra val in de mast geschoren, zodat we nu een reserve hebben. Ons
afscheidsetentje met Roeland en Marjon laat ons tonnetje rond naar buiten komen. Ze hadden zich
voorgenomen om ons gewicht weer een beetje op peil te brengen en dat is ze goed gelukt. We kunnen
van een ongelofelijk uitgebreid saladebuffet halen wat we willen, daarnaast komen obers af en aan
langs met spiesen met allerlei soorten gegrild vlees en vis. Deze weigeren we vaak genoeg, we zijn
het niet meer gewend om zoveel keus te hebben. Op dinsdagochtend zwaaien we onze vrienden uit bij
de gate op het vliegveld, die een lange terugreis voor de boeg hebben. We nemen de bushalte naar
shopping center Recife, waar alle mogelijke moderne winkels te vinden zijn. We lopen bij de profider
van onze Braziliaanse telefoonkaart binnen, waar gelukkig één dame Engels spreekt. Zij vertelt ons dat
elke staat in Brazilië net zo gezien wordt als elk land in Europa, waarbij de kosten bij grensoverschrijding
hoog oplopen. Dat betekent dat we in elke staat een nieuwe kaart zullen moeten kopen. Daarna gaan we naar
oud Recife waar we heerlijk over de markt struinen en genieten van de oogstrelende fruitkramen, vrolijke
Brazilianen en constateren dat we ons erg prettig voelen in deze geweldige stad. Ook de wijk Brasilia
vinden we gezellig om regelmatig doorheen te wandelen. We worden al herkend en met veel plezier steken ze
de duim naar ons op, roepen van alles en wij drinken een biertje bij de lokale kroeg vlakbij het strand.
Ook de jachtclub geeft ons het gevoel dat we erg welkom zijn. Het is hier bovendien spotgoedkoop om te liggen,
we betalen per dag 5 real (± 2 euro) waarbij de eerste 2 dagen gratis zijn, dat vindt je nergens in
Nederland. Op de ankerplek is het weer wat drukker geworden, inmiddels hebben we gezelschap gekregen
van twee Zwitserse jongens en een Belgische solozeiler. Onze Nightfly mag zich tot de grootste en meest
luxe boot rekenen deze keer, vrij uitzonderlijk. Beide buurtboten hebben niet eens een toilet aan boord.
We eten een avond bij de Zwitsers met de nodige caparinha's, rum met suiker en limoen erin. En één avond
gaan we samen op stap en begeven ons de tussen de hossende mensen die nu al vieren dat het Carnaval in
aantocht is. Alle straten en pleintjes zijn versierd met lange slingers en kleurige afbeeldingen op grote
borden, maskers worden bij de tafeltjes verkocht. We dansen mee met de lokale bevolking op de live muziek
van bandjes. Nergens voelen we ons onveilig, ook al ziet niet iedereen er even fris uit. Het water om ons
heen is ook erg vuil, er drijft allerlei rotzooi is. Het is duidelijk dat ze zich daar niet erg druk over
maken. Wel jammer dat we nu geen verfrissende duik kunnen maken. Warren waagt zich toch een paar keer in
het water om de boot rondom wat schoner te maken. Er is ontzettend veel aangroei door het warme water (29° C).
En dat is niet bevorderlijk voor de snelheid als we straks weer gaan zeilen. En dat moment is weer aangebroken.
We willen weer verder, genoeg gerust. Op vrijdag gaan we vol goede moed op stap om ons uit te klaren bij de
diverse instanties. Maar bij de Federal Police (immigratie) vertelt een vriendelijke meneer ons dat we uiterlijk
48 uur voor vertrek pas kunnen uitklaren. En aangezien we a.s. maandag willen vertrekken, kunnen we zaterdag pas
terecht voor de noodzakelijke stempels. Als we zaterdag met de gestempelde uitklaringformulieren van zowel de
immigratie als van de customs bij de Capitanos de Portos aankomen, is daar de stempelbevoegde meneer er niet.
Of we om 13.00 uur terug willen komen. Oké, wij gaan in de tussentijd wat verse groente en fruit inslaan op
de markt en bekijken de Capela Dourada, de gouden kapel. Volgens de verhalen bevat deze kerk meer goud dan
alle andere kerken in Brazilië, met uitzondering van de São Francisco kerk in Salvador. Het is inderdaad
overdadig veel goud wat er blinkt in deze 17e eeuwse barokke kerk. Als we ons klokslag 13.00 uur weer
melden bij de Capitanos, worden we opnieuw weggestuurd om zelf fotokopieën te laten maken van de formulieren
die zij nodig hebben. Ik zeg dat de vorige keer de kopieën bij hun gemaakt konden worden, maar helaas het
is zaterdag, dus het fotokopieerkamertje is gesloten. Nadat we dit circus uiteindelijk klaar hebben, zijn
we "vrij" om binnen 48 uur verder te gaan. Mochten we om welke reden dan ook later willen vertrekken, moeten
we ons eerst weer inklaren om vervolgens weer uit te klaren. Doe je dat niet, dan heb je een forse boete
van 2000 US$ aan je broek hangen. Te bedenken dat we dit traject bij elke volgende haven zullen moeten
ondergaan. Dus, na onze siësta vandaag gaan we voor de laatste keer naar Brasilia om onze mail op te halen
en nog een skype sessie te proberen met familie. En morgenvroeg kunnen we de gerepareerde zeilen weer
aan het werk zetten.
Vrijdag 25 januari 2008 Maceió
Wat een onverwacht, leuke
laatste avond in Recife. Als we na het skypen teruglopen naar "onze' jachtclub
(duur woord voor wat het hier voorstelt trouwens), zijn ze bij de keuken van het
inmiddels gesloten restaurant met wat keuken- en bedieningspersoneel en de
eigenaresse, Christina, aan het nakletsen. Daarbij wordt door één van de mannen gitaar
gespeeld en gezongen. Ons wordt gevraagd of we ook een biertje meedrinken en
zingen mee met diverse soms wat moeilijk herkenbare Engelstalige liedjes. Op
verzoek zingen we ons Nederlands volkslied. We wisselen onze e-mail adressen uit
en duiken ons bed in. De zeiltocht van 40 Mijl op maandag eindigt bij het privé
eilandje Ilha de Santo Aleixo waar we tussen de riffen onze weg zoeken naar een
ankerpek. Als het laag water wordt, verkassen we nog net op tijd, want we voelen
dat we al op de bodem liggen! De volgende dag maken we een tochtje van 10 Mijl
zuidwaarts naar een dorpje Tamandaré. De aanloop tussen de riffen is niet echt
moeilijk. Er liggen 2 vissersschepen vast aan een steigertje met voor en achter
lange lijnen zonder ankerboei. Wij blijven op redelijke afstand, maar opeens
voel ik iets aan het roer. Ik zet direct de motor in zijn vrij en zie onder onze
boot een lijn, de ankerlijn van die vissersboot! We worden door de wind verder
naar die boten geblazen en even later liggen we muurvast met hun lijnen onder
onze kiel. Er staan nu wat mannen op die vissersboot een beetje dom te kijken
hoe wij dat op gaan lossen. Er komt een motorbootje ergens vandaan om ons te
helpen, we leggen een lijn vast aan hun bootje en ze proberen ons er vandaan te
trekken. Ik zet onze motor met vol vermogen in de achteruit, maar er gebeurt
niets. Warren trekt zijn handen open aan 1 van die lijnen waar allemaal
schelpjes op zitten. Daarna probeert hij in het water telkens op die lijnen te
springen en naar beneden te duwen. Iedere keer als hij weer onder water
verdwijnt, ben ik bang dat ie niet meer boven komt. Uiteindelijk lukt het Warren
om ons definitief te bevrijden en varen we opgelucht naar een ankerplek ver weg
van hen. Behalve een gebroken windvaan blad, verfschade onder de kiel en ons
beschadigde ego loopt het verder allemaal met een sisser af. Zodra we met ons
bromvliegje door de branding op het strand landen, worden we aangesproken door
een Zwitserse meneer die hier een vakantiehuis heeft. Hij biedt ons direct
zonder pardon zijn auto, een buggy, aan om het dorp te bekijken. We bedanken
vriendelijk omdat we liever lopend de omgeving verkennen. Die geeft ons een
beetje de indruk van "de hut van Oom Tom". Als je je ogen dicht doet, zie je zo
de slavenhutjes staan. We vinden een Italiaanse pizzeria waar we heerlijk eten.
De volgende ochtend maken we eindelijk weer eens een duik in het niet echt
verkoelende water (30°C). Bij Recife was het water te vuil en bovendien werd
daar behoorlijk gewaarschuwd voor haaien! Een lange wandeling over het niet al
te drukke strand waar we ons blijven verbazen over de toch al bruine/zwarte
mensen die nog bruiner willen worden. Kleine kinderen lopen onbeschermd in de
brandende zon. Over kanker wordt hier niet nagedacht lijkt het. Daarna langs de
vele piepkleine winkeltjes. De een verkoopt alleen maar haarproducten, een ander
alleen water en eieren. Zo zul je niet gauw nee hoeven te verkopen. Over de
stoffige wegen lopen soms ook paarden en ezels, die een bende maken van de
vuilnisbakken. Bijna elk huis hier is afgesloten door een traliehek waarachter
een veranda met wat plastic stoelen en een hangmat. Van de binnenkant hoef je je
niet veel voor te stellen, het ziet er allemaal erg sober uit. Als we weer bij
de bromvlieg komen, ziet de Zwitser ons lopen. Hij nodigt ons uit voor koffie en
een borrel 's avonds wat we graag accepteren. Freddy en Ursula, gepensioneerde
zestigers, wonen in een prachtig huis met een weelderige tuin. Ze wonen al 40
jaar in Brazilië en hun vaste huis staat 200 km het binnenland in. Ze willen de
volgende ochtend met ons in hun buggy naar de mangrove, waar het toerisme
inmiddels ook heeft toegeslagen. Bora Bora ligt aan een lagune aan zee waar
natuurlijk een restaurant met terras is verrezen. Ook hier maken we een lange
strandwandeling en praten honderduit. Ze trakteren op een drankje met hapjes en
daarna lunchen we gezamenlijk. We genieten van hun bijzondere gastvrijheid en
vriendelijkheid.
Na vertrek heeft Tamandaré een apart plekje in onze reis
gekregen. We zeilen weer een nacht door, wederom een heldere sterrenhemel met
volle maan. Af en toe worden we opgeschrikt door een vissersbootje waarvan we
alleen kunnen raden of hij nu van ons af vaart of naar ons toe komt.
Navigatieverlichting bestaat bij hen alleen maar uit een dikke tl verlichting
waar je bijna door verblind wordt. Al vroeg in de nacht, laten we het grootzeil
vallen om de snelheid er uit te halen. Anders komen we in het donker aan. Vanochtend zijn we voor anker gegaan in de
baai bij Maceió, de hoofdplaats van Alagoas, de volgende staat. We zijn er niet erg door
gecharmeerd, onze landing met bromvlieg gaat over een strand met ontzettend veel
rotzooi en stinken! De stad zelf heeft voor ons niets aantrekkelijks en we besluiten direct
bij het inklaren dat we ons ook gelijk weer laten uitklaren. Daarvoor moeten we
natuurlijk nog een keer extra terugkomen bij de Capitanos do Portos en wel op
zaterdagochtend om 08.00 uur! Ik heb me voorgenomen om voortaan mijn liefste
gezicht te trekken en ze vervolgens in het Nederlands de huid vol te schelden
over hun idiote bureaucratische papier winkel.
We vertrekken zondag weer en gaan dan in een ruk door naar Salvador, 2 1/2 dag
varen.
Donderdag 31 januari 2008 Salvador de Bahia
Wat is dat toch een aparte gewaarwording, de opkomst van de
maan. Dat kun je alleen maar in volle glorie beleven als je op zee zit met een
vrije horizon van 360°. Overal is het donker, op
wat lichtjes in de verte van vissersbootjes na. Opeens verschijnt er een vurig
rood schijnsel wat je niet direct kunt thuisbrengen. Soms lijkt het of het een licht
is van een groot schip. Maar dan begin je de vorm te herkennen die steeds ronder
en geler wordt. De Maan vergezelt ons weer vannacht. Het geeft een gevoel alsof
er een gezellig schemerlampje aan is, zolang er geen wolken voor gaan zitten
klieren. Na ruim 2 1/2 dag varen we rond 18.00 uur, net voor donker, de Marina
van Clube Nautico de Bahia binnen. We zijn in Salvador, de hoofdstad van de
staat Bahia. We worden op de pontoon enthousiast opgewacht door Jan en Joanneke
van de Witte Raaf, die we alleen nog maar via de radio hebben gesproken
tijdens de oversteek. Een hartelijke kennismaking volgt én een weerzien met Paco,
de Belgische solozeiler op de Rocinante, en de twee Zwitserse jongens,
Ben en Frederique van de Dira. Ons "nieuwe" vriendenkringetje begint zich
weer een beetje te vormen. Er ligt nog 1 Nederlands schip hier, Tranquilo
een prachtige Bestevaer 56, waarmee Bart onderweg is ook naar Antarctica. Onze
eerste avond in Salvador laten we ons op sleeptouw nemen door de 4 jongens en
maken kennis met een bruisende stad. Salvador is opgedeeld in de historische
Cidade Alta (hoger gelegen delen) en de nieuwere Cidade Baixa (lagergelegen
stad). Deze twee worden verbonden met een lift, de beroemde Elevador Lacerda,
een op art deco geïnspireerd bouwwerk uit 1930, die 80 meter loodrecht omhoog
gaat. Overal muziek en kleurrijke mensen, er is hier duidelijk een Afrikaanse
invloed terug te vinden. Er wordt bijzonder gewaarschuwd voor zakkenrollers en
dieven, dus nemen we zo min mogelijk mee. Inmiddels heb ik mijn trouwring ook
maar even veilig opgeborgen. Het is best weer luxe om in een haven te liggen,
lekkere douches en toiletten, water en elektriciteit op het pontoon. Niet
onbelangrijk de gezellige steigerpraatjes en bijna iedereen heeft wel ergens een
probleempje mee waar de ander weer bij kan helpen. En dan is Warren als
oorspronkelijke elektricien best wel favoriet. Vooral de defecte koelkasten zijn
vervelend als je een lekker koud biertje wilt. Na zo'n middagbiertje bij de één
volgt een borrel 's avonds bij de ander. Het inklaren hier gaat redelijk snel
bij een ongelofelijk nors en streng sprekende dame. Het lieve glimlachen van mij
werkt helaas alleen bij mannen. De hele dag door klinkt er zo af en toe een
gefluit met de mooiste melodietjes door de haven. Verspreid in de haven liggen
er wat militaire gebouwen en om te laten weten dat er een of andere officier is
gearriveerd, geven ze dan signalen door en wordt er gebruik gemaakt van een
fluitje. Vanochtend bij een mega supermarkt boodschappen gedaan. Hier is
eigenlijk alles wel te krijgen, zelfs gedroogde tomaatjes in olie, jammie! Maar
de mensen zijn hier behoorlijk asociaal aan het winkelen. Je moet oppassen dat
je niet omver wordt gereden door een overvolle kar. Als ze dan vervolgens bij de
kassa komen, besluiten ze om toch maar niet zoveel te kopen en gooien stukken
bevroren vlees, zakken verse broodjes en weet ik wat in een mandje dat onder de
kassa staat. Rare jongens die Romeinen, zou Obelix gezegd hebben. We maken ons
hier op voor hét Grote Feest, Carnaval. Onafgebroken 4 dagen én nachten gaan ze
hier de straat op tot ze er bij neervallen. We zullen zien hoelang wij het
volhouden. En na Carnaval komen dinsdag Wendy, Jan-Durk en de pinda aan in
Salvador. Ze blijven zo'n 2 weekjes bij ons logeren en we willen met ze gaan
cruisen door de Baía de Todos os Santos, Baai der Allerheiligen, vernoemd naar
de ontdekking op 1 november 1501 door Amerigo Vespucci. Het schijnt een
paradijsje voor de zeilers te zijn met mooie strandjes, baaitjes en
vissersdorpen. We zijn ongeduldig en kunnen bijna niet wachten tot ze er zijn!!!
Maandag 4 februari 2008 Salvador (Suzanne en Carool, proficiat!! )
De haven loopt langzaam leeg. Vandaag start hier vandaan de
rally Route du Soleil die via Fernando de Noronha naar de Amazone rivier gaat.
Ook de Witte Raafhebben we vanochtend met weemoed uitgezwaaid. Ondanks
de korte tijd samen en onze verschillende routes, hebben we beiden het gevoel
dat we elkaar zeker weer gaan ontmoeten. We hebben met hen een paar avonden
Carnaval gevierd. Zodra je je tussen de feestende mensen begeeft, begin je
vanzelf te dansen. Wat een temperament hier en werkelijk iedereen kan geweldig
bewegen met vooral de heupen. Ik kijk zoveel mogelijk af en krijg soms het goede
ritme te pakken. We hebben ons strategisch opgesteld langs de straat. Er komen
af en aan grote groepen, geen verklede maar versierde mensen langs, daartussen
grote hoge auto's waar bovenop muziek wordt gemaakt, gezongen en ook weer
gedanst. Ze staan er zo hoog omdat de boxen die eronder zitten, zo groot zijn!
Zodra de auto langs rijdt, stoppen we snel oordopjes in onze oren. Er komt een
ongeloofelijke dreun uit de boxen, ze kennen hier geen volumeknop, alleen maar
een knop "voluit aan" en "uit". Aan de overkant van de straat staat een groepje
hele jonge meisjes naar ons te gluren. Zodra we naar ze lachen en zwaaien, komen
ze op ons afgerend en zijn de hele avond niet meer weg te slaan. Ze blijven ons
met adoratie bekijken, we hebben ter plekke een vriendschap gesloten! De
volgende avond zijn ze er weer en geven ons een warme knuffel als begroeting,
prachtig. Als ons bierblikje leeg is, hoeven we niet te zoeken naar een
prullenbak, ze komen vanzelf voorbij. De armere mensen lopen hier met grote
zakken rond en verzamelen daarin de lege blikjes die voor hen geld opleveren.
Als er een jonge jongen met een dikke smile ons bedankt (!), vraag ik of ik een
foto van hem mag maken.
Hij
gaat tussen Warren en Jan instaan, Joanneke erbij, het is een prachtplaatje. Maar
daarna komt altijd de "rekening", ze willen er iets voor terug. Hij wrijft over
zijn maag en kijkt erg hongerig. Warren wijst naar een eetstalletje vlakbij,
maar nee, dat is niet de goede. Hij trekt Warren mee aan de hand en loopt naar
zijn favoriete plek. Hij kiest een taartje en een blikje cola uit en is helemaal
blij. Zo kun je ze beter helpen dan geld te geven, meestal gaat dat naar crack
of andere foute zaken. Er is ontzettend veel politie op straat, op elke hoek is
een post gebouwd en staan op zicht afstand van de volgende groep. Het lijken net
de zware jongens uit Donald Duck, ze zijn allemaal genummerd. De optochten
houden nooit op, de hele dag en avond gaat het door. Tussendoor kunnen we
gelukkig internet verbinding krijgen om te skypen met de kinderen
én om "aanwezig" te zijn op het verjaardagsfeestje
van mijn twee zussen. Een mooie manier om bijna de hele familie in één keer te
spreken en even te zien!
Donderdag 14 februari 2008 Itaparica voor anker (Nynke, nog van harte)
We puffen wat af met z'n vieren, en niet eens om te oefenen
voor de bevalling! Vanaf 's ochtends 6 tot 's avonds 6 uur is het zo ontzettend
warm dat de minste inspanning al zweetdruppels oplevert. Bijna elke nacht regent
het wel, op zich heerlijk verfrissend. Maar dan moeten alle luiken weer dicht,
gevolg, binnen loopt de temperatuur direct omhoog. Je krijgt echt het gevoel dat
je stikt in je bed. We maken een mooie zeiltocht door Baía
Todos os Santos. Nadat we Wendy en Jan-Durk midden in de nacht op het vliegveld
hebben opgehaald, kunnen ze eerst nog een staartje van Carnaval zien en wat
acclimatiseren in Salvador. Dan laten we donderdag 7 februari de warme haven
achter ons en zeilen in 4,5 uur naar Aratu, waar we eindelijk weer een duik in
zee kunnen maken. Een hele rustige ankerplek bij een redelijk chique jachtclub
waar op dat moment weinig te beleven is. De biertjes op het terras smaken wel.
Na een bord macaroni kijken we een (onze eerste) dvd-tje in de kuip, maar Wendy
mist zoals gewoonlijk het einde. Ze is al in dromenland. De volgende ochtend
gaan we om 9.45 uur anker op. Jan-Durk ontpopt zich als een goeie dekmaat. Hij
maakt er wel een sport van om telkens in een schone witte korte broek het anker
binnen te halen, dat helemaal onder de drek zit. Jan-Durk dus ook. Daarna hijst
hij het grootzeil en we kunnen op pad. Tussen wat mangrove eilandjes door vinden
we weer een mooi plekje voor de nacht. Met de bromvlieg gaan we naar een
steigertje op het eilandje Ilha do Bom Jesus. Door een tuin omsloten door een
muur met een deur komen we op een zandweggetje uit. We kuieren door het dorp op
zoek naar een eethuisje. Helaas vinden we niet iets waar we durven te eten.
Zeker met een zwangere Wendy willen we geen risico lopen. Via de andere kant van
het eilandje lopen we terug. Bij de aankomst van een zogenaamd veerpontje staan
diverse jongens met hun kruiwagen te wachten of er nog een vrachtje te vervoeren
valt. Er zijn hier geen auto's te vinden, ook niet echt nodig, alles is te lopen
of te fietsen. Bij terugkomst aan de tuinmuur blijkt de deur op slot te zitten.
We proberen nog een ander pad, maar kunnen zo niet bij de bromvlieg komen. Weer
terug, nog eens voelen aan de deur, ja, nu is hij open. Maar een meneer komt
gebarend aanlopen dat dit privé is en we er niet door mogen. Wij laten ons niet
van slag brengen, stappen brutaal de deur door en lopen achtervolgd door de
mopperende meneer snel door de tuin naar ons bijbootje. We zeggen de Braziliaan
vriendelijk gedag en brommen opgelucht in het donker terug naar de Nightfly.
Aldaar flansen we een maaltijd in elkaar en proberen aan de hemel nog wat
sterren te herkennen. Na het ontwaken gaan we met bromvlieg naar een ander
eilandje Ilha do Frade, waar volgens de pilot aapjes zouden zijn. We klauteren
wat bergjes op en af door het bos, maar geen aap te zien. Nadat we een handjevol
mango's krijgen van een meneer, varen we weer terug naar ons huisje. Na een
zwemuurtje gaan we weer anker op en steken de baai helemaal over om de rivier
Paraguaçu op te varen met als bestemming het dorpje Maragojipe. We worden
getrakteerd op een paar dolfijnen, een mooi stuk natuur langs de rivier, kortom
een prachtige route! Op zondag gaan we vanuit Maragojipe met de bus naar
Cachoeira, een historisch stadje, een uurtje rijden landinwaarts. We lunchen
lekker op een schaduwrijk pleintje aan de rivier. Als we verder lopen, zijn we
getuige van een lokaal feest. Prachtig geklede dames zitten in een kring, er
worden grote bloemstukken op een lange tafel neergelegd. Wij denken nog steeds:
wanneer arriveert het bruidspaar? Maar het blijkt een offerfeest te zijn. Alle
bloemen worden later die middag aan de zee geschonken ter bescherming van de
vissers. De terugreis met de bus laat langer op zich wachten dan ons lief is.
Niemand kan ons vertellen hoe laat de bus komt. Uiteindelijk hangen we 2 uur
rond op het busstationnetje voordat we kunnen instappen. Maandagochtend gaan we
vroeg op pad. Met hoog water laten we ons met het tij mee de rivier afspoelen,
waardoor we 2 knopen extra snelheid cadeau krijgen. En wederom de dolfijnen
zien. Bij aankomst in de baai bij het eiland Itaparica zien we weer een aantal
oude bekenden liggen. We blijven hier 4 dagen liggen wat ons goed bevalt. Beetje
luieren, wandelen door het dorp, lekker uit eten, een onderbroekenwasje van de
hele familie tussendoor en 1 dag zijn we heel actief. We huren 4 fietsen en gaan
eigenlijk veel te ver. Het wordt behoorlijk heuvelachtig en met deze
temperaturen is dat best afzien. En al helemaal voor Wendy. Eindelijk komt er
weer een afslag voor de goede terugweg. Een jongetje op zijn fiets begint met
ons te "kletsen" en vergezelt ons het hele stuk tot vlakbij onze ankerbaai. Om
beurten gaat hij naast één van ons fietsen en lacht dan breeduit. Als we voor
een broodnodig drankje stoppen, vragen we hem mee naar binnen. Beleefd gaat hij
aan een tafeltje achter ons zitten. Dat is niet de bedoeling, gezellig bij ons
aanschuiven hoor! Hij drinkt een flesje cola mee, maar bedankt voor een 2e
flesje. Zijn naam ben ik alweer vergeten, maar vertelt dat hij 13 jaar is en
vindt school helemaal geweldig. Op het laatste stukje is hij opeens verdwenen.
Wij zijn behoorlijk oververhit geraakt en eten op het pleintje ter afkoeling een
heerlijk ijsje, dat op gewicht wordt afgerekend. Hier op Itaparica kunnen we
onze watertanks weer vullen, dit keer met echt zuiver bronwater, helemaal
gratis. Er zijn zo'n 35 kranen op rij gemonteerd waar iedereen, ook de lokale
mensen, dankbaar zijn water tapt. Het is even wat gesjouw, want alles moet met
de bijboot vervoert worden. Maar dat hebben we er graag voor over.
Zondag 17 februari 2008 Salvador da Bahia
Vrijdagochtend gaan we weer terug naar Salvador. Het wordt
een wisselvallig tochtje, weinig wind, veel wind, hete zon afgelost door hele
dikke buien. Wendy is niet helemaal fit en is veel benedendeks. 4,5 uur later
leggen we weer aan in de Marina. Lekker even douchen, en na de siësta pakken we
weer de Elevador naar boven en zien we een Salvador zonder Carnaval. Het is er
rustig geworden. Zo af en toe komt er nog wel een groepje mensen in kostuums en
met bijbehorende muziek langs. Erg vrolijk worden we van een paar jonge jongens
die op trommels staan te spelen. De dans Capoeira wordt ook te pas en te onpas
geshowd op straat. Vanaf een terrasje hebben we er goed zicht op. De bedelende
jongens en meiden blijven langs lopen. Eén ervan
zit vlak voor ons op het plein, peutert wat tussen de stenen uit en maakt even
later zijn tanden ermee schoon! Het lijkt ons ook een goed idee om een
toeristische bustour te doen, in korte tijd zonder veel inspanning veel zien. Na
een ontzettende dikke wolkbreuk afgewacht te hebben, stappen we vlakbij de haven
in een bus.
Nou, dit is de trip van onze week geworden zeg. Het is echt een
lachertje. We gaan een kerk bezoeken, Igreja Bonfim, om daarna nog een stop te
maken in Ribeira om een ijsje te kunnen kopen. En dat is het. Na 2 uur zijn we
weer terug bij de haven. Helaas komt het moment van afscheid nemen weer in
zicht. Vanochtend nemen we de normale bus naar het vliegveld, een rit van 1 uur
waarbij we meer zien dan gisteren. Prijsvergelijking per persoon: 30 Reais tegen
nu
1, 80. We zijn mooi op tijd voor nog een bakje koffie op de luchthaven en bij de
douane knuffelen we de kids nog even goed. Nu gaan ze weer met zijn tweetjes
terug, een volgend bezoek komen ze met zijn drieën!
Dinsdag 26 februari 2008 Itacaré
De stilte valt erg op, nadat
Wen en Jan-Durk zijn vertrokken. We hebben het erg gezellig gehad en we missen
de vrolijke lach van Wendy en het geouwehoer van Jan-Durk. Als we van het
vliegveld terug naar de haven gaan, zijn er enorme donkere luchten boven
Salvador. Wij missen net de bui, maar er staan heel wat straten blank als we
vlakbij de haven zijn. We bereiden ons weer voor op het volgende traject en
laten Salvador achter ons als we woensdag op weg gaan naar Morro Sao Paulo, 34
Mijl zuidwaarts. Er liggen nog 2 schepen voor anker die we beiden kennen. De
Ubatuba ( de zingende kano) van een Braziliaans echtpaar en de Tanja
van een Zwitsers echtpaar. De Tanja blijken we via de marifoon eerder
gesproken te hebben na vertrek van de Canarische eilanden, toch wel grappig dat
je elkaar zo weer tegen komt. Morro Sao Paulo is een dorp waar redelijk wat
toeristen verblijven in Pousada's. Dus ook terrasjes en restaurantjes, waar je
op je stoeltje zit en met de voetjes in het kabbelende water verkoeling zoekt.
Een lekkere caipirinha en een biertje erbij, mmmm en langzaam gaat de zon onder.
De straten zijn van zand en er rijden alleen tractoren voor het vervoer. Verder
is het er rustig en leuk om huisjes binnen te kijken. We eten aan het water "moqueca"
een vis stoofgerecht, samen met Helen en Hans-Jürg van de Tanja. De lege
bierflesjes worden onder tafel gelegd, anders weten ze bij het afrekenen niet
meer wat je gedronken hebt. En dan nog is het lastig voor ze. Veel mensen kunnen
dat echt niet. De simpelste rekensommetjes leveren al denkrimpels op. Er is geen
onderwijs plicht in Brazilië, de motivatie om de kinderen naar school te sturen
komt voort uit eten en geld voor de ouders. Dat is nog eens wat anders dan in
Nederland! Maar helaas kunnen de leraren zelf vaak ook niet rekenen, schrijven
of lezen, dus dat schiet lekker op. Voorbeeld; een onderwijzer vroeg aan een
zeiler hoe je met de bus van Brazilië naar Europa kan komen.....Maar er lijkt
hier überhaupt niemand te werken, iedereen hangt of ligt bij zijn eigen huisje
te slapen of ze spelen domino met een groepje mannen, uiteraard met een biertje
erbij. Je vraagt je echt af hoe ze hier aan hun geld komen. Het minimum loon is
zo'n 350 reais, omgerekend 140 euro per maand. Wie in ieder geval wel
werken, zijn de lokale vissers. Met hun specifieke kano's gaan ze de netten
uithangen, doen ff een dutje en daarna zien wat de vangst is. Maar je ziet hier
weinig magere mensen, de bedelaars daargelaten. Je vraagt je af hoe die
teenslippers, waar iedereen op loopt, de zware lichamen kunnen houden. Men eet
wel elke dag hetzelfde, 's ochtend vroeg wordt er al begonnen met het koken. Bij
de middenklasse staat altijd op tafel: vlees (bief), vis én kip, rijst,
maniokwortel gekookt of gefrituurd, bruine bonen en salade. De man moet elke dag
kunnen kiezen wat hij daarvan wilt eten. Als wij uit eten gaan, is dat ook voor
ons meestal de keuze, smaakt prima, maar je wordt die bonen wel een keertje zat.
We gaan in de diverse baaien de rivier een stuk op, mooie natuur met mangrove
bossen. Het nadeel van deze binnenwateren is dat ze erg ondiep zijn. We moeten
echt zoeken naar de doorgangen. En soms loop je wel eens op een zandbank. Maar
geen paniek, we zorgen er altijd voor dat we dan van laag naar hoog water getij
gaan. Mocht het echt een keertje goed fout zijn, dan kom je vanzelf los als het
water stijgt. Cairú is ook weer zo'n rustig dorpje aan het eind van de rivier.
We bezoeken de kerk die in restauratie is. We krijgen een rondleiding in het
Portugees, en mogen zelfs in de sacristie in de prachtige houtsnijwerken kasten
de laatjes opentrekken. De volgende baai wordt Baía de Camamu, waar we net
op tijd voor zonsondergang het anker uit kunnen gooien bij Camphino. Met de
Bromvlieg gaan we de volgende dag rond lunchtijd een zijriviertje op en als het
te ondiep wordt, leggen we hem aan de kant. Laat dit nou net bij een lokaal
restaurantje zijn waar het gezellig druk is. Zodra we maar een voet op het
terras zetten, krijgen we al een gefrituurd visje (Agulha) aangeboden om te
proeven. Hier gaan we natuurlijk een hapje eten, lokaler kan het niet. As we
zitten te wachten op onze bestelling, zien we iedereen met een bingo kaart
lopen. Jawel, ook wij worden overgehaald om een kaart te kopen. Goed voor onze
kennis van getallen in het Portugees. We krijgen van een man wel wat hulp bij
het doorstrepen van de genoemde getallen op ons briefje, maar wij zijn soms
sneller met het aanwijzen van het juiste getal dan hij. Hij heeft dan ook al de
nodige biertjes op en bovendien hebben ze dus echt moeite met getallen te lezen.
Helaas, we komen net 4 cijfers te kort voor de hoofdprijs. Door de enthousiaste
spelleider, die met een razend tempo allerlei onzin via de microfoon uitkraamt,
worden we nog " en public" bedankt voor onze deelname. Van een lieve
Braziliaanse dame mogen we een ander gerecht proeven, rijst met de "ingewanden"
van een krab. Dus alles wat de krab zelf heeft gegeten wordt fijngemaakt en met
dendê olie en kruiden aangemaakt. Het is een van de vele specialiteiten die we
zo af en toe proberen te proeven. Maandag 25 februari staan we al om 05.45 uur
klaar om opgepikt te worden door de taxiboot. We gaan naar Camamu, op eigen kiel
kunnen we daar niet komen. Wat een groot gebied met eilandjes en heel veel water
moeten we door voordat we na een uur aankomen. Langs de mangrove struiken en
kleine gehuchtjes waar we op de terugweg niet meer langs kunnen doordat het dan
eb is. Camamu is langzaam aan het wakker worden. De bakker is al wel open en we
nemen een heerlijke koffie met melk (kennen ze bijna niet) en een tostibroodje
met ham en gebakken ei, uitzonderlijk lekker! Wij voelen ons erg prettig
in dit dorp, wat ooit bedoeld was als hoofdstad van de staat Bahia. We doen weer
wat boodschappen in de supermarkt en vinden zowaar een internet café. Klokslag
11.30 uur gaat onze taxiboot weer terug en 's middags varen we nog een mijltje
verder om tussen 2 eilandjes in te ankeren. Prachtig plekje waar we ook weer een
gezellig restaurantje vinden voor onze warme hap. We hebben een vrolijk
gezelschap Brazilianen aan de tafel naast ons die ons ook op hun groepsfoto
willen hebben. Later deze middag komt de Tinto aangevaren, Thea en Tom
zijn met hun zelfgebouwde Wharam catamaran al een aantal jaren op reis. We
drinken wat bij ze en nu liggen we wederom allebei in de volgende baai bij
Itacaré en hebben we ze uitgenodigd om vanavond gezellig bij ons te eten.
Nu maar hopen dat we genoeg water onder onze kiel
houden als het laag water wordt, anders moeten we nog verkassen tijdens het eten.
Woensdag 27 februari 2008 Klussen bedrijf!
Zoals jullie al vaak hebben kunnen lezen, gaat er aan boord
van alles kapot of moeten er aanpassingen plaats vinden. Hiervoor kunnen wij
gelukkig beschikken over een groot arsenaal van deskundige mensen op diverse
gebieden. Deze zoeken oplossingen voor de problemen die wij tegen komen en staan
ons met raad en daad bij. Hierbij denken we in de eerste plaats natuurlijk aan
onze familie, maar we hebben ook een klussenbedrijf. Martin en Bert. Nu wij
buiten Europa zijn, en bijna niet meer aan de walstroom liggen (is trouwens ook
110V/60Hz), is onze energie voorziening natuurlijk heel belangrijk. Wat
consumeert hoeveel stroom en wat hebben we nodig om de accu's vol te houden. We
hebben een batterij monitor, maar die geeft alleen aan wat er in totaal in/uit
gaat. We stelden echter vraagtekens bij het zonnepaneel of deze wel voldoende
opbrengst had. Daarop de vraag aan Bert en Martin gesteld, kunnen jullie iets
maken wat dit continu voor ons meet o ja kunnen het er ook twee zijn zodat we de
windmolen ook kunnen meten? De jongens zijn er voortvarend mee aan het werk
gegaan, hebben een werkgroepje opgezet en binnen afzienbare tijd lag er een
meetinstrument voor ons klaar. Deze werd zelfs bij onze dochter in Burgum
afgeleverd, zodat het werkstuk mee kon worden genomen naar Brazilië. Alles is
keurig voorzien van handleiding en bekabeling, we hebben dan ook maar een
dag nodig om alles in te bouwen. Ze hebben wel aangegeven dat ook zij weer wat
hulptroepen hebben ingeroepen, maar ook dat zijn allen vrienden van ons. Graag
willen wij iedereen die aan dit project hebben mee gewerkt dan ook hartelijk
danken, wij prijzen ons gelukkig met zulke goede vrienden. Martin, Bert, Richard
Schapers (R2R),
Peter van Ham, Susanne en Annette En alle overig genoemde
sponsoren, waarvan wij niet echt de indruk krijgen dat deze van het project af weten.
Project
Resultaat
Woensdag 5 maart 2008 Cumuruxatiba
Zo, de was is ook weer eens klaar. Deze keer moet ik alles
in zeewater wassen en 1 keer naspoelen in het kostbare zoete regenwater dat we
hebben opgevangen. We kunnen al goed merken dat het weer een beetje aan het
veranderen is. Bijna elke dag zijn er flinke stortbuien en donkere wolkenluchten
die de herfst aankondigen. Zodra de regen weer voorbij is, merk je overigens nog
niets aan temperatuurs-wijzigingen, nog steeds is het de hele dag door heet. De
weerkaarten worden nu ook belangrijker, af en toe komt er al een frontje uit het
Zuiden opzetten. Die willen we nog niet, tot aan Rio de Janeiro zal de NO wind
en stroming ons nog in de goede richting helpen. Soms pakt dat qua ankerplaats
helaas slecht uit. Samen met Tinto zeilen we naar Ilhéus,
dat aan een grote baai ligt die helemaal open is naar het NO. Juist, en daar
komt nu een beste deining en wind vandaan. Zodra we beiden arriveren, roepen we
elkaar op via de marifoon. Zien jullie ook hoe die bootjes daar voor anker
liggen te dansen op de golven? Is het wel slim om hier te blijven? Het is dan
14.45 uur en een andere optie is ruim 100 Mijl doorvaren voordat er een volgende
ankerplaats is. Wij hebben daar niet zo veel zin in en proberen het een nachtje
toch maar hier. Tinto aarzelt nog even, maar blijft ook. Aan boord eten
koken wordt natuurlijk niks als je zo ligt te rollen, echt niet. Je wordt al
bijna misselijk zonder iets te doen. Gelukkig hebben ze ook hier weer een
geweldige Iate Clube, ditmaal compleet met zwembad, sauna, douches én
restaurant. Wij maken dankbaar gebruik van de douche en genieten daarna van een
heerlijke maaltijd met een koud biertje erbij, die door een bijzonder aardige
jongen wordt gebracht. Ondertussen zien we een verschrikkelijke donkere lucht
langs trekken met veel wind en onweer flitsen. Bij ons blijft het nog net droog,
maar Nightfly is een speelbal van de golven. We bestellen nog maar een
biertje om de terugtocht met de Bromvlieg wat uit te stellen. Het wordt me het
nachtje wel, we doen bijna geen oog dicht, want we rollen van de ene kant naar
de andere kant van het bed. Ik ga buiten op het brugdek liggen, daar kan ik
dwars gaan liggen met de deining mee. Maar ook nu word ik midden in de nacht
door een regenbui naar binnen gejaagd. Ons besluit is de volgende ochtend snel
gemaakt, wegwezen hier. Jammer dat we de stad niet kunnen bekijken, geen
boodschappen doen. Tinto gaat vanaf hier weer terug naar het Noorden van
Brazilië, ze hebben geen zin in minder mooi weer. De eerste mijlen gaan wat
langzaam, maar later gaat het steviger waaien tot zo'n 20 knopen (5/6 Bft).
Warren waagt het nog maar eens om de vishengel uit te gooien, deze keer met
nieuw kunstaas, een kleinere inktvis met een grotere haak daaronder verborgen.
Wat denk je, na een klein half uurtje, rrrrrrrrrrrrr, de lijn loopt af. We
hebben BEET. En wat voor één, een 75 cm grote barracuda. We snijden er 6 dikke
filets uit waarvan de eerste 3 de volgende dag in de grill pan belanden. Smullen
met een hoofdletter! Het was de bedoeling geweest dat we dit rustig voor anker
in Porto Seguro zouden eten. We beschikken alleen over de pilot waarin een
tekening staat van de aanloop die bij laag water soms maar 2 meter diep is, net
zo diep als onze diepgang. Tevens staat beschreven dat het met veel wind lastig
binnen varen is. En als wij aankomen, staat er natuurlijk veel wind. Via de
marifoon hebben we contact met een pilotboot die zegt dat we de zeilen maar
moeten laten zakken en wachten tot we worden opgehaald om binnen geloodst te
worden. Het is juist hoog water, dus moet er in ieder geval meer water staan dan
die 2 meter. Na een drie kwartier wachten nog steeds niemand te zien. We
proberen het 2 keer zelf, maar keren snel om als we maar 10 cm water onder de
kiel hebben. Nu is vastlopen echt uit den boze, want het water gaat alleen maar
zakken. Shit, wat hebben we voor opties. 10 Mijl naar boven terug waar een
ankerplaats achter een rif is, maar met deze wind ook weinig beschutting zal
geven. Of doorvaren naar Cumuruxatiba, ook een ankerplaats achter een rif, 50
Mijl zuidelijker. Maar dat betekent dat we daar in het donker aankomen, dat is
helemaal niet slim als er riffen in het spel zijn. We kiezen voor doorvaren en
smijten een beetje chagrijnig de visfilets in de pan. De goddelijke smaak krikt
ons moreel weer een beetje op.
Eind van de middag komt er een ongelofelijk langgerekte rolwolk vanaf land aanzetten.
Het wordt steeds donkerder en zodra de wolk over ons heen trekt, draait de wind
compleet naar de andere kant. Uiteindelijk valt het allemaal wel mee met de
dreiging die er vanuit gaat. Om 21.00 uur strijken we het hele grootzeil en de
fok laten we met een klein puntje staan. Dan gaan we nog steeds 2,5 tot 3 knopen
per uur. Met deze snelheid kunnen we het rekken tot de volgende ochtend en varen
voorzichtig volgens de aangegeven route op wederom alleen een beschikbare
tekening het rif binnen. Aan de elektronische kaarten hebben we niks hier,
alleen bij de grotere steden geven die gedetailleerde kaarten weer. Erg lastig
en soms heel spannend, maar het belang van goede pilot boeken is hier wel mee
bewezen, ook al zijn die erg duur en sommigen zeker gedateerd (editie 2002).
Nou, eindelijk kunnen we ons anker laten vallen en hebben we weer even rust. Na
een paar uur te hebben bij geslapen, zwemmen we een paar rondjes om de boot en
gaan vervolgens naar de kant. Telkens weer word je heel nieuwsgierig wat je zult
vinden aan land. Vanaf de boot zien we wel wat mensen over het strand lopen en
hier en daar een huis, maar of er een dorp is en of er een supermarkt zal zijn,
wie weet.
Dinsdag 11 maart 2008 Abrolhos Archipel
Mislukte poging. Gewoon geen wind, 150 Mijl voor de boeg,
we gaan weer terug! Het is 08.00 uur en al snikheet, snorkel en flippers aan,
heerlijk afkoelen in het heldere water van de Abrolhos Archipel. Na een paar
leuke dagen in Cumuruxatiba, dat een verrassend groot dorp blijkt met alles erop
en eraan, zijn we aanbeland in de baai van Ilha de Santa Bárbara
in de Abrolhos Archipel. Dit is het enige van de vijf eilandjes dat bewoond
wordt door een paar militaire gezinnen. Het is verboden voor ons om hier aan
land te gaan. Alleen op Ilha Siriba mogen we onder begeleiding aan wal. Niet
meer dan 800 meter in doorsnee meet dit door vogels en salamanders bewoonde
bultje. Zodra wij op 7 maart hier voor anker gaan in het extreem heldere water,
komt er een andere zeilboot aan. Jawel, Tinto is in aantocht. Toch weer
omgedraaid en besloten om verder zuidwaarts te gaan, gezellig. Met z'n vieren
maken we de volgende ochtend de rondwandeling op Ilha Siriba waar Brenda, onze
Braziliaanse gids, ons van alles vertelt over de flora en fauna hier.
De prachtige Atobás, wit met zwarte vogel en gelige
snavel, blijven gewoon zitten waar ze zitten, ook al naderen we ze tot op 2
meter afstand. De fregatvogels, wit met rode snavel en een hele lange spitse
staart, maken duikvluchten in de zee op zoek naar een lekker maaltje. Als we na
onze wandeling gaan snorkelen met Brenda, zien we met eigen ogen welke lekkere,
maar vooral mooie maaltjes er onder water zijn. Prachtig gekleurde
papegaaivissen, barracuda's, blauwe koraalvlinders en zelfs een schildpad! Voor
al dit moois hebben wij geen duikuitrusting nodig, dus die blijft lekker
ingepakt. Elke dag gaan we met de Bromvlieg naar andere plekken om te snorkelen,
waar we telkens weer andere vissen zien en ook weer schildpadden. We genieten
hier van de rust en de stilte. De laatste dag ligt er een joekel van een
barracuda net onder de oppervlakte naast onze boot. Hij is zeker meer dan 1
meter lang. Voorzichtig gaat Warren met duikbril op het water in om hem te
bekijken. Hij is gewoon angstaanjagend zo groot, blijft met een open bek vol
scherpe tanden naar Warren kijken en komt steeds meer dichterbij. Onze lust om
te snorkelen wordt opeens een stuk minder, we hebben geen idee of ze zouden
aanvallen. Jammer dat we hier niet mogen vissen, anders zouden wij hém aan de
haak slaan. Onze voorraad vers eten raakt een beetje op. We zijn tot de
conclusie gekomen dat Brazilië op culinair gebied niet zo veel voorstelt. Heel
veel van hetzelfde en de kwaliteit is vaak ver te zoeken. Groente en fruit ligt
soms al te rotten in de winkel. Brood is alleen in de kleur wit verkrijgbaar,
slecht voor de afvoer. Zelfs de kippen kunnen geen eieren leggen, hele dunne
schaal, dus snel stuk en snel bedorven. Nee, ze bakken er niet zoveel van. En
het toiletpapier is zo dun, dat je weinig fantasie nodig hebt om je voor te
stellen wat er, bij gebruik ervan, met je vingers gebeurt. Wat eten buiten de
deur betreft, staat het grill restaurant in Recife nog steeds eenzaam met stip
op nummer 1. Uiteindelijk zijn we 5 dagen in dit mooie natuur gebied. Volgens de
gribfiles zal er morgen echt een windje waaien, dus wagen we het dan nog een
keer om verder te gaan.
Vrijdag 14 maart 2008 Vitória
Hoera, ons eerste achternichtje is geboren. Michael en
Linda, van harte gefeliciteerd met jullie dochter Anouk!
Dinsdag 18 maart 2008 Vitória
Wat een bijzonder aardige
mensen heeft de Iate Clube de Espirito Santo. Op zaterdag is er een regatta en
wij wandelen over de steiger en bekijken de voorbereidingen die op de diverse
zeilbootjes worden getroffen. Al snel komen we aan de praat met een Braziliaan
en hij nodigt ons direct uit voor het feestje dat uiteraard na de wedstrijd
volgt. Er is een barbecue en drank geregeld en we zijn van harte welkom. Als we
terugkomen van de boodschappen doen, zien we bij de ingang van de club iemand
met een t-shirt met het logo ABN AMRO Volvo Ocean race en hij spreekt perfect
Engels. Hij vertelt dat hij 2 jaar in Nederland is geweest en heeft gewerkt voor
Roy Heiner. Vervolgens nodigt ook hij ons uit voor een barbecue op de club. Rond
een uur of vier 's middags roeien we met Bromvliegje naar de kant en vinden een
groep mensen die druk aan het eten en drinken zijn. Gelukkig komt het ABN AMRO
shirt er al aan en hij (Bruno) neemt ons mee naar de tafel met eten, stelt ons
vervolgens aan allerlei mensen voor die familie van hem zijn. Wat blijkt, we
zijn op het verjaardagsfeestje van zijn zus die 25 jaar is geworden. Dit wordt
toevallig ook op de club gevierd. Had ik weer eens niet goed mee gekregen. Maakt
niet uit, dit is net zo gezellig. Zuslief gefeliciteerd en we worden helemaal in
de familie opgenomen door ooms, tantes, nichtjes. Later op de avond lopen we nog
even over het clubterrein en bij het zwembad zitten zowaar nog een paar zeilers
van de regatta. Degene die ons uitgenodigd heeft, roept al dat we het feestje
gemist hebben. Maar we kunnen nog gerust een biertje meedrinken. Hij speelt op
zijn gitaar en een ander heeft een mondharmonica en het wordt een vrolijke boel.
Zo heb je dus plotseling twee feestjes op 1 avond. Wat ook een feest op zich
genoemd mag worden, is het verlengen van ons visum. Bij het binnenkomen van
Brazilië, krijg je een visum voor 90 dagen en dat moet je op tijd verlengen voor
nog eens 90 dagen, maximaal mag je 6 maanden in het land blijven. Vrijdag 14
maart gaan we samen met Thea en Tom van de Tinto gewapend met alle
papieren naar de Polícia Federal op het vliegveld. Daar kunnen ze helaas niet
onze visa verlengen, maar wel de inklaring en tevens weer de uitklaring voor
deze nieuwe staat regelen. Voor ons visum moeten we aan de andere kant van de
stad zijn, dus hup met de bus een ritje van ruim een half uur naar het andere
kantoor. Krijgen we wel voor hetzelfde geld een sightseeing van de stad. Na
anderhalf uur zijn we daar aan de beurt, maar er moet eerst een formulier via
Internet worden ingevuld en daarmee moeten we naar de bank om de tax te betalen.
Nou, dat lukt natuurlijk allemaal niet meer op vrijdagmiddag, dus voor maandag
is de daginvulling ook weer bepaald. In het weekend komen er nog 2 andere boten
voor anker liggen en zij vertellen doodleuk dat we ook voor onze boot een
verlenging moeten regelen. Huh, hebben we dan ook een visum voor Nightfly?
Als we onze papieren nakijken, blijkt dat we in Recife inderdaad een formulier
voor de boot hebben ontvangen. Op maandagochtend gaan we in optocht met 8 man
naar de Polícia Federal, betalen eerst bij het bankkantoortje de kosten en gaan
vervolgens in de rij staan. Welke rij? Er staan en zitten wel 30 mensen in de
ruimte en het lijkt een willekeur wie er wanneer aan de beurt is. Voor de
buitenlanders zijn er 2 balies beschikbaar, gelukkig is het merendeel Braziliaan
dat zit te wachten. Na twee uur kunnen we elkaar feliciteren en hebben we
allemaal weer een verlenging op zak. Nu de boten nog. Daarvoor moeten we bij de
Receita Federal zijn, midden in het centrum van de stad. We gooien er twee
taxi's tegenaan en zijn in een mum van tijd op de juiste plaats. Tom mag niet
mee naar binnen vanwege zijn korte broek (doet ie uit principe), de andere
mannen hebben allemaal met voorbedachte rade een lange broek bij zich. We
leveren om 10 minuten voor half 12 de gevraagde papieren in en ja, daarna zijn
ze van half twaalf tot half drie gesloten! Verplichte lunchpauze voor ons ook,
maar dat is geen ramp. Als we om 15.00 uur terugkomen, lijkt er nog een andere
kink in de kabel te komen, want er wordt blijkbaar gestaakt door een
aantal mensen. Gelukkig valt het mee en lopen we rond 15.30 uur het gebouw
opgelucht uit. 's Avonds drinken we op de Belair van Betsy en Bob uit
Bermuda met zijn allen op onze succesvolle dag. Zij kunnen ons veel tips geven
over onze route naar het Zuiden, want daar komen zij nu vandaan. En nu is het
dus wachten op de juiste wind, er is of geen wind of zuidenwind. We hebben geen
haast, er staat nog 1 stop in de planning voordat we in Búzios aankomen, waar we
Sandra en Jaap op 26 maart zullen weerzien!
Woensdag 26 maart 2008 Búzios
Jezussss, wat een sterke
stroming. Ik heb de motor in zijn vrij staan en nog worden we met 5 knopen
snelheid de rivier weer afgespoeld. Bovendien is er weinig manoeuvreer ruimte en
er liggen allemaal schoeners langs de kade die we moeten ontwijken. We hebben
net weer anker opgehaald, het voelt niet prettig midden op de smalle rivier te
liggen met deze sterke stroming. We zijn bij Guarapari, een badplaats met
allemaal torenflats voor de toeristen. We varen een stukje terug en ankeren nog
net voor donker in de grote baai Morro da Pescaria aan het strand. Het valt mee
met de deining, dus we kunnen lekker slapen. Langs de boulevard staat om de 200
meter een houten hutje met terras en sommigen hebben live muziek in de vorm van
een gitarist/zanger. Aan het einde van de baai is een grote groene berg die door
IBAMA, een Braziliaanse milieu organisatie, wordt beheerd. Het is een mooi
stukje natuur om te wandelen, eerst onder een dak van groene bomen met kleurige
bloemen, dan een stuk vrij steil omhoog in de brandende zon. Aan de andere kant
van de berg kom je weer op zeeniveau waar de branding op grote platte rotsen
bruisend uiteen spat. De verschillende lagen in het gesteente zijn goed te
onderscheiden door de prachtige kleuren die de eeuwen verraden. Langs de
waterkant klauteren we ons weer een weg terug. Als we niet verder kunnen, zien
we een smal paadje omhoog tussen de struiken en bomen door. Via de mail
ontvangen we wat foto's, mijn broers en zussen zijn het palmpasen weekend naar
Terschelling geweest. Dit jaar voor het eerst zonder mijn moeder en mij. Om er
een beetje bij te kunnen zijn, geef ik ze de opdracht een internet café met
Skype mogelijkheid te zoeken. Zo kunnen ze zich een beetje inleven hoe wij dat
hier moeten doen. Helaas vinden ze geen Skype, dus maken ze van een mislukt
gebakken brood (in een broodmachine notabene) een gezicht wat mij moet voorstellen.
Ik troost me met de gedachte dat hun broodbakken ook geen geweldig succes is,
bij ons ook niet en dat voor kinderen van een molenaar! Op Paaszondag vertrekken
we met weinig wind richting Búzios. Onderweg gaat Warren alle plafondlatjes en
dakluiken schuren en lakken. Het resultaat mag er zijn, het glimt je tegemoet.
Tegen de verwachting in zijn we twee nachten op zee en moeten we flinke stukken
motoren wegens gebrek aan wind. Bij aankomst in Búzios is het grijs en bewolkt,
dat hebben we lange tijd niet meer meegemaakt. Door de regen gaan we op zoek
naar het hotel waar Sandra en Jaap de komende twee weken verblijven. Het blijkt
helemaal verscholen aan de andere kant van het dorp in een kleine baai. We
vragen aan een visser hoe diep het hier is en het lijkt erop dat we hier wel
kunnen ankeren. Dus vanmiddag gaan we het proberen en als Sandra en Jaap
vanavond aankomen, liggen we zo goed als voor de deur van hun hotel. Zolang de
wind uit de goede hoek waait, is het hier wel veilig. En anders gaan we weer
verkassen. Wat ons erg tegenvalt hier, zijn de prijzen. Zowel de jachtclub,
restaurants en supermarkt hanteren torenhoge prijzen. Bij de jachtclub
proberen we nog wat korting te bedingen, maar uiteindelijk vinden we het toch te
duur. En de meerwaarde is alleen maar een toilet en douche, een steiger voor de
bijboot en een mooring. Ons eigen anker vertrouwen we soms nog beter, wc hebben
we zelf en douchen in de zee vinden we al heel gewoon. Voor het geld dat we
hiermee uitsparen, kunnen we wat makkelijker uit eten gaan. Tenslotte komen de
kids hier voor vakantie, laten wij ook maar eens mee doen. Kijk, de zon doet ook
weer een beetje zijn best.
Zaterdag 5 april 2008 Arraial do Cabo
Sandra en Jaap staan de eerste ochtend van hun vakantie op
het strand te wachten op hun taxibootje. Warren roeit naar de kant om ze op te
halen. De regen is gelukkig verdwenen en de zon schijnt weer uitbundig. Sandra
brengt een 1e tas vol met boodschappen uit Nederland mee (er zullen er nog meer
volgen). Er zit ook heel veel leesvoer bij, door deze en gene aangeleverd,
heerlijk. We drinken lekker koffie en kletsen eerst eens bij. Deze week brengen
we luierend door. Er wordt gesnorkeld, gelezen, gekletst en het dorp gaan we
wandelend verkennen. Búzios wordt het St. Tropez van Brazilië genoemd. Dat
vinden we wel meevallen, behalve dan de prijzen. Brigitte Bardot heeft dit
plekje ooit op de kaart gezet door er vaak op vakantie te gaan. De boterham eten
we standaard bij ons aan boord. Een paar keer kook ik zelf om de kosten niet de pan
uit te laten rijzen. Eenmaal lukt dat zelfs prima, want we krijgen van een
langsvarende visser een tiental vissen (branco's)
op het dek gegooid, voor niets. Op de barbecue smaken ze heerlijk. Het hotel van
Sandra en Jaap heeft een eigen strand met ligstoelen en parasols. Als we daar
een middagje naar toe gaan, voelt het voor ons echt als vakantie. We liggen zelf
nooit op het strand en al helemaal niet zo luxe. De wind blijft ons voornamelijk
gunstig gezind in deze baai. Onze ankerplek is daardoor veilig op
één onrustige, hobbelige nacht na. Dinsdag maken we
een georganiseerde dagtocht naar Rio de Janeiro. Als de reisleider hoort van
onze zeilreis, wil hij met ons op de foto voor het geval wij beroemd mochten
worden. Het voetbalstadion Maracanã wordt aangedaan, dan het beroemde Sambadrõme,
de paradestraat van Carnaval die je altijd op televisie ziet. Je kunt voor 3
Reais een kostuum uitkiezen en zelf over de parade lopen. Het letterlijke en
figuurlijke hoogtepunt vormt de berg Corcovada met daarboven op het
Christusbeeld. We hebben geluk dat het een mooie heldere dag is, dus de
uitzichten in alle vier de windstreken zijn fenomenaal. Daarna rijdt de bus
langs de beroemde stranden LeBlon, Ipanema en Copacabana. Bij de laatste wordt
gestopt en mogen we even het strand op. Hier vindt de reisleider het veilig
genoeg voor ons. Bij de overige stranden liggen de favela's vlakbij en schijnen
de berovingen aan de orde van de dag te zijn. Het Braziliaanse schoon op het
strand is ver te zoeken die middag, want de zon is al aan het zakken. Dus we
moeten nog een keertje terug! Tussendoor hebben we een uitgebreid lunch buffet
waar je zo vaak op kunt scheppen als je wilt. Het smaakt heerlijk. Ook voor
Sandra levert haar coeliakie (gluten allergie) geen problemen bij het eten van
een buffet. Ze kan kiezen wat ze mag hebben. Op donderdag zeilen we een dagje
door de baaien en om eilandjes heen rondom Búzios. Het is lekker zonnig met een
licht windje. Voor de lunch ankeren we in de Taratuga baai, waar schildpadden
zouden moeten zijn. Helaas, wij zien natuurlijk niets. We houden nauwgezet de
weerberichten bij, want de bedoeling is dat Sandra en Jaap op zaterdag meezeilen
van Búzios naar Arraial do Cabo, zo'n 20 Mijl zuidwaarts. Dan blijven ze 1
nachtje aan boord slapen en gaan met de bus weer terug naar hun hotel. Het weer
wordt wisselvalliger en forse buien worden voor het weekend voorspeld. Als we
vanochtend vertrekken, is het wel droog, maar de lucht ziet er niet veelbelovend
uit. Halverwege begint het te druppen en wordt het niet meer droog. Als we rond
17.00 uur aankomen, valt de aanblik van Arraial een beetje tegen, mede door het
grijze weer. Maar we vinden een goed restaurantje met livemuziek. Ons
Bromvliegje mogen we vastknopen aan een vissersschuit die aan de kade ligt. Nu
nog hopen dat hij straks niet uitvaart met Brommetje eraan vast.
Dinsdag 8 april 2008 Niteroi, tegenover Rio de Janeiro
Tsjonge jonge, wat voel ik me stom. Ik lig plat op mijn
gezicht languit in de branding. Alweer ben ik verkeerd van de Bromvlieg
afgesprongen met de bedoeling deze aan wal te trekken. Maar in plaats daarvan
struikel ik en val voorover in het water. Lekker lullig gevoel. Door de schrik
blijf ik te lang liggen, waardoor een golf over mij heen spoelt, rugzak nat en
de broekzakken vol zand. Soms haat ik deze zaken die ook bij het zeilen horen.
Geef mij maar een steiger waar ik makkelijk op en af kan stappen. Sandra en Jaap
blijven op het strand wachten, terwijl wij al bekvechtend terug gaan naar de
boot om droge kleren aan te trekken. Warren kan er niet over uit hoe dit nu weer
gebeuren kan. Ik snauw terug dat ik dit voor mijn lol doe. Jammer dat we er niet
om kunnen lachen. De ochtend in Arraial begint zoals de dag ervoor geëindigd is,
regen, lage bewolking en slecht zicht.
Maar hier zwemmen er wel veel schildpadden in de buurt van onze boot. Gelukkig klaart
het wat op en schijnt er een flauw zonnetje. In plaats van met de boot gaan we
met de bus naar Cabo Frio. Dit staat bekend om zijn zilverwitte stranden met
spectaculaire branding. Ik blij dat we hier niet hoeven te landen met de
Bromvlieg! Maar het weer blijft ook hier roet in het eten gooien. Het gaat
alleen maar harder plenzen, dus de lol om hier rond te dwalen is ver te zoeken.
We beperken ons dan ook tot een restaurant aan de rivier waar we een paar uur
vertoeven. We eten weer lekker en hebben leuke gesprekken. Sandra en Jaap gaan
vervolgens met de bus een uurtje noordwaarts terug naar hun hotel in Búzios en
wij weer zuidwaarts naar Arraial do Cabo. Wij varen maandag door naar Rio de
Janeiro met lichte wind. Bij het naderen van Rio zien we veel troep op het water
drijven, het lijkt wel of ze hele vuilniszakken legen in het water, bah. En dan
is alweer een afscheid in zicht, woensdagmiddag vliegen Jaap en Sandra weer
terug naar huis. Hun vakantie zit er helaas weer op. We gaan ze natuurlijk
uitzwaaien.
Dinsdag 15 april 2008 Niteroi (Johan, van harte gefeliciteerd!)
De kersteditie van de Margriet lezen op het Copacabana
strand van Rio de Janeiro, dat is een leuke combinatie. Alleen komt er niet veel
van lezen, ik word teveel afgeleid. De meeste dames hier zijn rijkelijk bedeeld
met prachtige vóór - en achter
uitstekende rondingen, waarbij ik aardig uit de toon val. Wonderlijk hoe de
minieme lapjes stof om deze lichaamsdelen op hun plaats blijven zitten. En er
wordt driftig gesmeerd. Hele potten kokosmelk worden op de blote delen in
gemasseerd (ze zien er wit van), dan blijven ze een tijdje staan om de boel wat
in te laten trekken. Vervolgens onder de douche om het weer af te spoelen (??)
en dan gaat er een olietje overheen. Ze ploffen weer in hun ligstoeltje in de
brandende zon en na een half uurtje begint het circus overnieuw. Hoe bruin ze al
van zichzelf zijn, het moet dus nog bruiner. Warren heeft zijn collega's beloofd
om een foto te maken waar ze jaloers van kunnen worden. Eigenlijk is het de
bedoeling dat hij door 2 dames in bikini wordt geflankeerd, maar niemand wil
zich beschikbaar stellen. Iedereen is hier voorzichtig en gelijk hebben ze. We
krijgen inmiddels al aardig wat van Rio te zien, dan wel bussend als wel
wandelend. Op één van deze struintochten stuiten we op een hele grote
vlooienmarkt. Werkelijk, er komt geen einde aan en je komt de meest maffe dingen
tegen. Geen moment voelen we ons onveilig en genieten op onze manier van deze
onmetelijke grote stad met zijn 16 miljoen inwoners. Niteroi, aan de oostkant
van de Guanabara baai, is een prima uitvalsbasis hiervoor. Onze ankerplek is
lekker rustig bij de luxe jachtclub Naval Charitas. Voor 20 reais per dag mogen
we alle faciliteiten gebruiken, zwembad, sauna, douches, toiletten, water,
fitness, er is zelfs een kapper. Bovendien is er een niet te duur restaurant en
ze hebben Wifi! We zitten dan ook heel wat uurtjes met onze laptop op het
terras. Dat het hier een veilige omgeving is, blijkt wel als op zondag hele
gezinnen met kinderen het zwembad en terras komen "bezetten". Je komt hier ook
niet binnen zonder pasje, de ingang wordt 24 uur per dag bewaakt. Tot onze grote
verrassing ligt Pako, onze Belgische vriend van de Rocinante, hier ook
nog voor anker. Een hartelijk weerzien en voordat hij weer verder gaat, eten we
gezamenlijk bij de club. Hij laat zijn eigen boot in Angra dos Reis (60 mijl
verder) achter en gaat als opstapper meezeilen in de Chileense scheren. Als hij
daarvan terugkomt, vaart hij door naar Buenos Aires om dan 1 jaar voor Artsen
zonder Grenzen te gaan werken, zijn oude werkgever. De kans is dus groot dat we
elkaar daar weer treffen. Na het weekend slaat het weer om. Het begint hard te
waaien en we slaan van ons anker af. Gelukkig zijn we thuis en kunnen op tijd
actie ondernemen. Vandaag regent het de hele dag en moeten we echt even wennen
aan het onstuimige weer. 's Avonds zijn er harde windvlagen die met 30 knopen
tussen twee bergen door onze baai in komt zeilen. Ons huisje gaat er gewoon
scheef van hangen. Warren heeft ook weer een klusje geklaard. In Salvador hebben
we rvs stang van 10 mm kunnen kopen, waarmee we onze dakluiken hebben beveiligd
tegen insluiping. Zo kunnen ze gewoon open blijven staan voor de frisse lucht.
Voor de ingang hebben we hier in Niteroi een raamwerk ervan laten lassen.
Vervolgens heeft Warren dit op ons bestaande houten luik, waarin horrengaas zit,
bevestigd, zodat dit nu ook potentiële inbrekers moet afschrikken. Het geeft ons
een goed gevoel.
Zaterdag 26 april 2008 Angra dos Reis
Een aardbeving voor de kust bij Santos, wij hebben er niets
van gemerkt. We horen dat de grote Guanabarabaai afgesloten is geweest, omdat er
golven zijn gesignaleerd van 3 meter tengevolge van een vloedgolf. Wij zijn dan al vertrokken, noem dat maar
eens geen geluk. Voordat we Rio verlaten, bezoeken we het Fort van Niteroi dat
de baai ooit heeft bewaakt. Het fort is in Portugal gebouwd, waarna het steen
voor steen is afgebroken en als ballast onder in de schepen is vervoerd naar Rio.
Daar is het weer opgebouwd. Onze gids vertelt dat er maar 1 kanon tegelijk mocht
worden afgevuurd, anders zou het hele fort in elkaar storten. We worden ook nog
een ochtend door Susy op sleeptouw genomen.
Zij en haar man wonen al 19 jaar op hun zeilboot Samba die ook bij de
jachtclub ligt. Samen met een Frans echtpaar gaan we met haar auto de berg op om
het uitzicht vanaf Niteroi richting Rio te bewonderen. Het is werkelijk een
prachtig panorama wat we te zien krijgen. Her en der tegen de bergen geplakt
vallen de vele Favela wijken erg op, totaal zo'n 700 in Rio. Ze liggen vaak
naast de rijke buurten. Beide partijen hebben hier voordeel van, de rijke blanke
buren hebben goedkope arbeidskrachten, zoals hulp in de huishouding, oppas of
portier. Rio de Janeiro en Niteroi liggen aan de Baía
de Guanabara (arm van de zee), die door een 15 kilometer lange, 60 meter hoge en
26 meter brede brug met elkaar verbonden zijn. In deze baai wordt naar
schatting dagelijks zo'n 1,5 miljoen ton afval gestort. Geen wonder dat wij
regelmatig vissen zien die opeens een eind boven water uitspringen. Ze hebben
gewoon frisse lucht nodig! Het is dan ook een (letterlijke) verademing als wij 60 mijl verder
bij het eiland Ilha Grande in de Baía Ilha Grande
ons anker kunnen laten vallen in schoon water. Er schijnen hier 365 eilandjes te
zijn met prachtige baaitjes en zandstranden. Ilha Grande is na Rio, de
miljoenenstad, één groot natuurgeweld, flinke hoge bergen met groene bossen. Bij
één van onze wandelingen zien we eekhoorns met hun dikke staarten, aapjes en
felblauwe en groene kolibri's die zich in een poel water wassen. Het heeft hier
wel wat van een jungle. Er loopt een kronkelig, glibberig pad omhoog over een
soort pas heen. We komen aan de andere kant van het eiland uit aan de
Atlantische Oceaan. Met onze ogen dicht horen we onder onze voeten het
knisperende geluid van sneeuw. Maar we lopen op het prachtige zandstrand dat ook
qua uiterlijk veel weg heeft van een versgevallen sneeuwtapijt. De branding is
hier voor veel surfers een uitdaging. Na flinke regenbuien krijgen de weergoden een oppepper en
hebben we dagen met weinig wind en felle zon. Dat weerhoudt ons er niet van om
de zeilen te hijsen, met een slakkengangetje komen we vooruit. Heerlijk relaxed,
terwijl de meesten op de motor van baai naar baai tuffen en daarbij de stilte
verstoren. Tot onze verrassing ligt de Braziliaanse boot Ubatuba van Otto
en Márcia vlak naast ons als we na een wandeling terugkomen. Zij wonen hier in
de buurt en we hadden in Salvador al afgesproken dat we contact met elkaar
zouden opnemen als wij ook hier zouden zijn. Helaas is Márcia ziek en gaan ze
eerst maar eens naar een dokter. We wachten even af. Veel mensen hebben ons
verteld dat Baía Ilha Grande geweldig mooi is, ze hebben geen woord te veel
gezegd.
Woensdag 7 mei 2008 Parati aan de horizon
No way, dat gaan we echt niet betalen! De havenmeester wil
dat wij 50 Reais (± 20 euro) betalen, omdat we
volgens hem 1 uur te lang aan de kade van Piratas Mall liggen. Dit is een
winkelcentrum aan het water, je kunt je boot aan de kade vastknopen,
boodschappen doen en inladen maar. Je mag er 3 uur gratis liggen. Als wij
aankomen rond 12.00 uur is de supermarkt nog gesloten en gaat pas om 15.00 uur
open. Intussen eten we wat en doen wat andere boodschappen. Half vier zijn we
klaar voor vertrek. De motor loopt al en we willen net losgooien als die kerel
opeens begint te vervelen. Wij zijn echt niet zo gek om zoveel te betalen voor
een half uurtje te lang parkeren. Gelukkig krijgen we hulp van een Engels
sprekende Braziliaan die het voor ons regelt. Wegwezen bij zo'n commerciële
Marina. Hierna hebben we een paar ankerplekken voor ons alleen, maar het weer
werkt niet mee. 30 April regent het de hele dag, het zicht is beperkt tot zo'n
500 meter, de hele baai is verdwenen. Wel weer gezellig om een dagje binnen te
klungelen. Muziekje aan, filmpjes bekijken die we tot nu toe gemaakt hebben.
Boekenkast opnieuw indelen, wel gelezen achteraan, nog te lezen vooraan. In
Bracuí gaan we aan de steiger en komen Jemanja 2 en Matajusi weer
tegen, respectievelijk Spaans en Braziliaanse bemanning, eerder ontmoet op Ilha
Grande. Dit weekend is er toevallig een reünie van ABVC, Association Brasileiro
Veleiro Crusera. Voor de deelnemers is van alles georganiseerd, workshops,
zeilinstructies en een kinderprogramma. Op zaterdagavond komen Susy en Renato
van de Samba een lezing geven over hun 5-jarige wereldreis (1979-1984) en
Isabela Pimentel (een 25-jarige jonge meid) die solo in een 6,5 meter bootje de
Atlantische oversteek heeft gedaan afgelopen november-december. Wij kunnen op de
kaartjes van de kinderen van Jemanja 2 mee naar de lezingen en daarna
volgt een buffet waar we zoveel kunnen eten als we lusten. Het wordt een
gezellige avond. Dinsdag 6 mei is het weer eens echt zeilweer, blauwe lucht,
warme zon en 15 knopen wind. We moeten aan de wind zeilen en het dek wordt weer
eens zout. De koers is enigszins slalommend tussen eilandjes door, en hoe klein
ook, er staat altijd wel een huisje op. Dit is werkelijk het prachtigste
zeilgebied van heel Brazilië. De natuur is overweldigend mooi met hoge groene
bergen overal om ons heen. Het heeft wel wat van Oostenrijk weg. Het regent hier
relatief vaak, de luchtvochtigheid is dan ook ontzettend hoog, vaak tegen de
100%. We hebben grote zorg om op te letten dat de schimmel niet de kasten uit
komt sjouwen. Een zwarte korte broek is in Buzios al helemaal wit uitgeslagen te
voorschijn gekomen. Regelmatig goed luchten, meer kun je niet doen. Na 6 uurtjes
zeilen arriveren we bij Ilha Cedro, een klein eilandje met een mooie beschutte
baai. Behalve een aantal vissersbootjes ligt er nog 1 zeilboot en 1 motorjacht.
Het Braziliaanse stel van het jacht nodigt ons uit om 's avonds te komen eten.
Wat jammer, weer niet zelf koken......Eenmaal bij hen aan boord lijkt het alsof
we in een gewone huiskamer zitten, vloerbedekking, een heerlijk zachte bank en
een 6-persoons eettafel waaraan we lekkere spaghetti eten met een voortreffelijk
wijntje. We krijgen weer een aantal tips over onze route naar het Zuiden en een
telefoonnummer van een vriend die vaak naar Antarctica is geweest. Altijd
handig, zulke adresjes. En vandaag zijn we motorend onder een strakblauwe
wolkenloze hemel op weg naar Parati, een oud koloniaal stadje. Om ons heen is
geen enkele andere zeilboot te zien. Nightfly alleen, genietend met hier
en daar een vissersbootje.
Donderdag 15 mei 2008 Ilhabela
Wat heb ik toch een slimme vent getroffen! Hij prutst wat
draden aan elkaar, ik mag een beetje helpen bij het solderen. En plotseling
(althans zo lijkt het voor mij) kunnen we met behulp van het programma
Shipplotter en de SSB radio de AIS (Automatic Identification Signal) signalen
ontvangen van grote schepen die op 30 Mijl afstand achter de bergen voor anker
liggen. Met de radar zou je deze schepen nooit zien. Dit is een geweldig
hulpmiddel, je ziet op het scherm alle gegevens van elk schip, naam, callsign,
koers, snelheid en bestemming. Zo kun je heel makkelijk een schip specifiek
oproepen, mocht je bijvoorbeeld op aanvaringskoers liggen. We gaan er altijd van
uit dat zij ons niet gezien hebben, dus moeten we zelf actie ondernemen. In
Parati is er ook actie, en wel vanwege een filmopname. Het gaat over een
Portugese koninklijke familie die begin 1800 naar Brazilië is geëmigreerd. Er
wordt net een scène opgenomen waarin het heel hard regent en dat moet natuurlijk
in 1 keer goed gaan. Dus het publiek wordt gevraagd om doodstil te zijn. We
slenteren op ons gemak door het stadje, de straatjes zijn met cobblestones
belegd. Zodra het vloed wordt, lopen de straten onder water, een typisch beeld
dat bij Parati hoort. Gelukkig lopen ze in het midden taps toe, zodat je aan de
zijkant kunt lopen zonder natte voeten te krijgen. Op onze ankerplek worden we
ook hier direct bij aankomst voor een barbeque aan de kant uitgenodigd. We
hebben zelf geen vlees om mee te nemen, maar ik flans snel een eiersalade in
elkaar, we hebben nog een heerlijk stuk kaas en als toetje gaat de verse ananas
mee. Zo snoepen we uit elkaars pannetjes. Bijzonder dat ook hier op het strandje
een zoetwaterbron is. Uit de bergen stroomt het water naar beneden en de mensen
hebben er een slang aangelegd. Zo komt men hier vers water tappen en je kunt er
zelfs onder douchen, wel koud maar ook luxe in onze situatie. Het wordt steeds
stiller om ons heen, we liggen steeds vaker alleen in prachtige baaien omzoomt
door mangrove bossen waar geen mens woont. Op maandag 12 mei laten we Baía
Ilha Grande achter ons liggen en gaan weer de Oceaan op.
Ondanks het rustige weer hebben we allebei snel last van de deining en liggen om beurten
binnen op de bank. Ik heb de pest in, want we moeten iets koken en het brood is
op, dus zelf bakken. We verdelen de taken, zodat we niet al te lang binnen bezig
hoeven te zijn. Om 20.45 uur gaan we onverwacht voor anker bij Ilha Anchieta,
kunnen we lekker de nacht doorslapen. Daarna zijn we een paar dagen op Ilhabela,
het grootste eiland voor de kust van Brazilië. Bij de jachtclub mogen we aan een
mooring liggen en de 1e vier dagen zijn zelfs gratis. Met de bus gaan we naar
een paar watervalletjes, het duurt effe voordat we er zijn. Op de verkeerde plek
uitstappen, wachten op de goede bus, dan nog 1 kilometer omhoog lopen. We
krijgen een spontane lift van een jeep en stappen bij een gezellig houten
restaurantje uit. Daar krijgen we een repellent, een middel waar we ons mee
insmeren tegen insecten. Uiteindelijk wordt Warren later op zijn enkels lek
gestoken, Warren die ze anders nooit lusten! Ik zit sowieso al onder de
muggenbulten, ben de hele tijd in de weer met azijn tegen die verschrikkelijke
jeuk. Terug bij de bushalte weer wachten, de reis heen en terug duurt zeker 4
uur en het bekijken van de watervallen (die ook niet echt spectaculair zijn) een
half uurtje. Ach ja, we zijn van de straat. Een nuttige bezigheid dient zich de
volgende dag aan, als we uit de bakskist een paar schoenen vissen die hélémaal
onder de schimmel zitten. En niet alleen die schoenen, ook de leren zeillaarzen,
dus ga ik lekker aan de slag met leervet en schoenpoets. Na een noestig uurtje
arbeid glimmen ze ons weer tegemoet. Ik maak vast warm eten voor 2 dagen klaar,
Warren is met Shipplotter bezig om uit zoeken of deze kan samen werken met
andere computer programma's. Zo grappig, we zien nu op het beeldscherm hoe een
grote tanker verderop in het kanaal aan het "parkeren" is aan de kade,
wonderlijk die techniek.
Dinsdag 20 mei 2008 Paranaguá (Thea, proficiat)
"We kunnen jullie ook wel ophalen met onze taxiboot". De
jongen op de steiger bij de jachtclub Ilhabela kijkt iedere keer meewarig als
wij weer met ons Bromvliegje aan komen roeien. Terwijl zij gewoon heen en weer
racen tussen de voor anker liggende bootjes en mensen van en naar de kant
brengen. Dus maken wij daar ook maar dankbaar gebruik van. Ze zijn blij dat ze
iets te doen hebben. Het is duidelijk buiten het seizoen, de meeste
voorzieningen op de club zijn gesloten door de weeks. In het dorp zie je ook
veel restaurants zonder bezoekers, maar wel met een heel regiment aan personeel.
Blijkbaar staan ze liever de hele avond te niksen, dan dat ze minder mensen
indelen om te "werken". Onbegrijpelijk waar dit van betaald wordt, laat staan
dat ze winst maken. Intussen gaat de tijd voor ons supersnel, we zijn alweer
ruim 10 maanden onderweg! Inmiddels is het vakantiegevoel wel verdwenen, het is
een nieuwe manier van leven geworden, waarin we meer op de basis zijn gericht.
Waar halen we water, diesel, hoe ver is het lopen naar de bakker en de
supermarkt. Kunnen we weer eens een wasje draaien of doen we het met de hand,
meestal het laatste. Daarnaast is het belangrijk dat de boot regelmatig een
inspectiebeurt krijgt. Warren klimt de mast in om alles na te lopen op
slijtage/breuk en onderhoudt de boot heel trouw. Het rvs rondom glimt weer na
een poetsbeurt met Brasso. Zodra er weer een nieuw traject aankomt, maken we een
tochtplanning, waar we vervolgens doodleuk vanaf worden gebracht door gebrek aan
wind. Van Ilhabela naar Paranaguá zou 2 dagen en nachten in beslag nemen. Vanaf
de 2e nacht staat er geen zuchtje wind, eerst maar eens een tijdje dobberen.
Maar na een paar uur zijn we dat zat en starten toch maar de motor. Dit kan niet
meer voorkomen dat we in het donker aan gaan komen. We bestuderen de aanloop
goed en het lijkt niet lastig. Bovendien hebben we het voordeel dat het volle
maan is, en die licht behoorlijk bij. Er is een vaargeul met boeien die dwars
door zandbanken is gegraven, daarbuiten is het dus heel ondiep. We turen naar de
lichten ervan om te ontdekken welke de eerste is voor de aanloop van de geul.
Dat begint al goed, de eerste rode is zijn lichtje kwijt, een blinde boei dus.
Die volgen er meer, uiteindelijk hebben 7 boeien geen licht, wat het niet
makkelijker maakt. Dan sluit de wereld zich opeens om ons heen, de onverwachte
mist geeft ons nog een zicht van 100 meter. Langzaam gaan we verder, inmiddels
met de radar erbij. We gaan niet helemaal door tot aan Paranaguá, dat is nog een
hele slingerweg over de rivier tussen ondieptes door. Dat bewaren we tot het
weer licht is. We ankeren aan de zijkant van de rivier waar het tij niet zo hard
meer stroomt. Met het ankeralarm aan gaan we slapen. Rond 01.00 uur begint die
te jammeren, dat kan kloppen, want het is vloed geworden en dan draait de boot
mee op het tij. Warren gaat naar buiten om te checken of het goed gaat. Ik slaap
al weer bijna als hij na een tijd helemaal koud in bed kruipt. Bleek de lijn van
het ankerboeitje om het schroefblad vast te zitten en zou ons dan weer van het
anker af kunnen trekken. Dus is hij het water in gedoken om het lijntje te
bevrijden met daarna een buitendouche om zich schoon te spoelen, midden in de
nacht, de arme ziel! En vanochtend 6 uur later wordt het dan weer eb en zijn we
op tijd eruit om te zien of we niet vast komen te liggen. En jawel, de
dieptemeter geeft nul meter onder de kiel aan. Als we naast de boot kijken,
lijkt het ook of we zo naar de wal kunnen lopen. Dan begint de wind ons ook nog
eens naar de kant te blazen, "wegwezen hier" roept Warren. Snel start ik
de motor en Warren haalt het anker binnen. Net op tijd ontsnappen we aan de
grillen van de rivier. Het is nog 2 uur varen voordat we bij de stad aankomen.
Langzaam trekt de mist op en zien we om ons heen de rivierdelta tevoorschijn
komen met zijn mangroves, drooggevallen modderbaden en de karakteristieke
vissersbootjes. Bij de Iate Clube de Paranaguá leggen we Nightfly aan de
steiger. Eerst even douchen, dan naar de gebruikelijke officiële instanties om
ons te melden. Daarna gaan we op zoek naar de plaatselijke VVV om te informeren
hoe we naar de watervallen van Iguaçu kunnen komen,
zo'n 650 km landinwaarts op het drielandenpunt Paraguay, Argentinië en Brazilië.
Zondag 25 mei 2008 Paranaguá, Ilha Cotinga voor anker
Ongelofelijk indrukwekkend! We zijn net terug van een
4-daags tripje naar Foz de Iguaçu, waar we
de imposante watervallen hebben bewonderd. Voordat we gaan, besluit ik toch maar
om een kapper op te zoeken. Overal in de boot komen we losse haren tegen (bah),
die niet anders dan van mij kunnen zijn. Gewapend met een plaatje geknipt uit de Libelle
lopen we willekeurig een kapsalon binnen. Behalve de kapster knikken de andere
bezoekers ook enthousiast als ze het voorbeeld plaatje zien. Voor de
-hoognodige- blonde highlights gebruiken ze ook hier zo'n charmant regenkapje
met gaatjes en gaan met haaknaald aan de slag. Ik ben blij met het
uiteindelijke resultaat en geef de kapster een hand. Ik word spontaan door
haar gekust, een normale gang van zaken hier. De Nightfly leggen we aan
een mooring bij Ilha Cotinga, de ankerplek van de jachtclub een stukje terug op
de rivier. Met rugzak en
bergschoenen bepakt gaan we met de bus naar Curitiba, 110 km. verderop. Daar
stappen we donderdag avond in de slaapbus naar Foz de Iguaçu waar we de volgende
ochtend rond 07.00 uur aankomen. Op het busstation zien we een balie van
Hostelling International (Jeugd herberg) en komen tot een goede deal met de
jongeman, een eigen cabin met 2 persoons bed en douche, ontbijt
én we kunnen vandaag nog mee met de excursie naar
de Argentijnse kant van de watervallen, die eigenlijk nú vertrekt. Maar hij belt
even zodat ze op ons wachten. Vliegensvlug met een taxi naar Hostel Paudimar,
inchecken, en mee met het busje waarin al 7 dames klaar zitten met chauffeur.
Het wordt een lange dag, maar wat is dit prachtig. Al wandelend leggen we heel
wat kilometers af om alles te zien. De beenspieren verzuren lekker als we een
aantal trappen op moeten klimmen, maar boven gekomen is het de moeite waard. Je
krijgt weer nieuwe uitzichten op al die lange bruisende slierten schuimend water waar
regenbogen tussen gevormd worden. Het is duidelijk te zien dat
er veel minder water naar beneden komt
in dit jaargetijde, er zitten veel kale, droge rotsen tussen. Het hoogtepunt
wordt de Garganta del Diablo, ofwel Devil's Throat. Daar stort zich een
onophoudelijke immense watermassa in een kloof 90 meter naar beneden, je ogen worden gehypnotiseerd
door al dat vallende water. En je wordt er behoorlijk nat van de mistige waternevel die
door de wind wordt verplaatst. Maar het is erg warm weer, dus vinden we de
nattigheid een welkome afkoeling. We kunnen niet genoeg krijgen van dit
schitterende schouwspel. We zijn inmiddels wel bekaf en zoeken eind van de
middag een terrasje in de schaduw. Hier in Argentinië kennen ze ook bier in een
literfles en daar weten wij wel raad mee. Na een heerlijke nacht slapen in een
gewoon normaal bed (we weten niet wat ons overkomt na een jaar aan boord slapen) worden we uitgerust wakker. Vandaag bezoeken we de
Braziliaanse kant van de watervallen. Hier is het minder spectaculair. Er loopt
een wandelpad langs de steile rotswand dat de rivier volgt en waarbij je een prachtig
totaal zicht op de Argentijnse kant hebt. De grootsheid wordt hiermee juist
benadrukt. Zaterdagavond weer met de nachtbus terug om vanochtend in Curitiba op
de Serra Verde Express te stappen. Deze trein rijdt door het kustgebergte van
934 meter hoog naar de zeehaven Paranaguá 110 kilometer oostwaarts gelegen. Het
is een drie uur durende afdaling die langzaam over berghellingen, door
regenwouden, over viaducten en door tunnels voert. Iedereen hangt uit de ramen
om foto's te maken van prachtige vergezichten, groene wirwar van bomen en af en
toe een waterval. Op het laatste stuk staan er huisjes langs de spoorlijn, waar
kinderen langs de trein mee rennen. Zodra er uit de trein iets te drinken of
eten wordt gegooid, duwen ze elkaar op de grond om als eerste te kunnen vangen.
Onze ogen zijn inmiddels loodzwaar geworden en we dommelen stiekem weg. Van het
station lopen we naar de jachtclub en laten ons door een marinero met een taxi
bootje naar huis brengen. Benieuwd
of de Nightfly nog steeds op zijn plekje ligt......Ze ligt vredig aan de
mooring op ons te wachten. Om 20.30 uur kruipen we lekker in bed waar sinds
lange tijd weer een dekbedje over heen wordt getrokken.
Dinsdag 3 juni 2008 Florianópolis
Soms kom je per toeval de juiste mensen tegen. In Paranaguá
klaren we uit, bijna het land uit, de beambte wil onze paspoorten al driftig
gaan stempelen. Net op tijd blijft zijn hand in de lucht zweven en legt hij de
stempel terug als wij haastig uitleggen dat we alleen deze staat verlaten. We
zakken de rivier weer af op de motor en ankeren in een baai vlak voor de uitgang
naar zee. Het wordt een vervelende nacht, want we rollen op de binnenkomende
deining. Woensdagochtend kiezen we dan ook met alle plezier het ruime sop. Het
wordt mooi zeilweer, ruime wind uit het NO met zo'n 16 knopen. Midden in de
nacht krimpt de wind en blaast ons de verkeerde kant op. Ik wil gaan gijpen,
maar de wind trekt stevig aan en de genua schoot vliegt uit mijn handen. Warren
komt uit zijn bed gesneld (onderdeks hoor je onbewust alle vreemde geluiden) en
helpt me mee. Tegelijk maar een rif in het grootzeil en de genua een stuk
inrollen. Een dikke regenbui volgt en de wind (20-26 knopen) draait finaal om,
we moeten nu hoog aan de wind om op koers te blijven. Dat is lang geleden dat we
onder helling lagen, we moeten allebei weer wennen. Onze wachten door is de wind
erg veranderlijk, qua sterkte en richting, rif eruit, rif erin, dan weer 10
knopen wind. In de ochtend zien we het voorspelde koufront uit het zuiden
duidelijk aankomen. De lucht wordt dreigend van de zware donkere wolken in
allerlei vormen. In de verte zie je de buien als een gordijn naar beneden
vallen. Behalve de sterkere wind valt het hier nog steeds mee. We zeilen dan ook
door naar Ilha Santa Catarina zonder extra stop. Daar kunnen we beschermd tegen
de zuidenwind rustig wachten. We mogen een mooring van de jachtclub gebruiken en
ze halen en brengen ons weer naar de kant wanneer we maar willen, 24 uur per dag
zelfs! Eigenlijk willen we ongehoorzaam zijn en het inklaren hier overslaan,
maar de jongen van de club belt met de Polícia Federal voordat we het weten. Tot
onze grote verbazing komt 's middags een autootje aanrijden waar de beambte van
de PF uitstapt, mét een blanco gestempeld document.
Kijk, dan doen wij niet moeilijk. En als we weer verder willen, is één
telefoontje voldoende. Dan komt deze meneer weer opdraven om ons uit te klaren.
Het wordt nog wel eens wat hier in Brazilië. Zaterdag is het weer opgeklaard en
met een zonnetje maar nog steeds koude wind tuffen we over Canal Norte 14 Mijl
naar Florianópolis. De stad ligt verspreid, op het vaste land het nieuwe deel en
het oude deel op het eiland Ilha Santa Catarina, verbonden met 2 bruggen waar
wij net onderdoor kunnen. Het kanaal is erg ondiep waar soms maar 2,5 meter
water staat en wij steken 2 meter diep. Gelukkig is het hoog water, dus hebben
we wat extra speelruimte. Alleen die aardige vissers gooien overal hun netten
uit. Als we de ingang van de jachtclub zoeken, hoor ik opeens een metaalachtig
klingelend geluid en liggen we stil. Ik zet snel de motor in de neutraal zodat
het schroefblad niet meer draait. Ja hoor, we zijn een visnet ingevaren. Warren
gaat met flippers en duikbril overboord en krijgt al sjorrend voor elkaar om ons
te bevrijden, gelukkig. De watertemperatuur is inmiddels al gezakt tot 20ºC. Om
14.00 uur leggen we vast aan de steiger. We mogen niet met de kont naar de
steiger liggen. Waarom niet? Gewoon, omdat niemand dat doet.....??! Het gevolg
is dat de zuidenwind en de regen onze kuip komt binnen sjouwen. Het luik voor de
ingang moet er nu echt in, binnen is de temperatuur gedaald naar 15ºC, lijkt wel
Nederland brrrrr. Zondag hebben we het plan om de stad in te lopen voor een
eerste kennismaking. We drinken nog even koffie op de club en één van de
clubleden biedt aan om ons met zijn auto in de stad af te zetten. Bij de
slagboom moeten we wachten op een auto die binnenkomt. Onze chauffeur toetert en
draait het raam open. De tegemoetkomende auto stopt en dat blijkt een
Rotterdammer te zijn die al 23 jaar hier woont. Als we na een redelijk
teleurstellende wandeling door het voornamelijk gesloten, tot nu toe niet
bijzondere centrum terugkomen op de club, loopt John, de Rotterdammer, er ook
nog rond. Hij vraagt of we goed liggen. Nee, zeg ik volmondig, geen zon (als hij
schijnt) in de kuip, maar wel wind en nattigheid. Hij biedt direct zijn ligbox
aan, die toevallig tegenover onze ligplaats is. We mogen hem gerust gebruiken,
hij meldt het wel bij de club. Blijkt het zelfs helemaal gratis te zijn! We
worden tevens uitgenodigd om deze week ergens wat te gaan eten. Hij belt een
andere Nederlander die ook hier woont en die wil ook wel mee. Dus samen met hun
Braziliaanse vrouwen kan dat nog gezellig worden. Al snel weten meer clubleden
dat wij er zijn, want we worden van alle kanten aangesproken. Aan onze steiger
liggen ook een paar Argentijnse boten op weg naar het noorden. We komen aan de
praat met Argentijnse Gabriela, die een boerderij runt 400 km landinwaarts van Buenos Aires.
Ze nodigt ons uit om tegen die tijd contact met haar op te nemen. Dan mogen wij
te gast zijn op haar farm. Dat lijkt ons erg leuk. We wisselen e-mail en
telefoonnummer uit. Maandagochtend eerst nog even horen hoe het met hoogzwangere
Wendy gaat, daar is nog niets aan de hand. De rest van de dag zijn we op sjouw
op zoek naar allerlei zaakjes die we nodig hebben, maar niet allemaal vinden.
Moe zijn we wel van al dat lopen. En vanochtend wordt mijn mannetje wakker met
een maag die overstuur is. Ik zal hem vandaag maar eens vertroetelen, meestal
helpt dat.
Zondag 8 juni 2008 Florianópolis
Inmiddels is Warren na een dag veel slapen weer boven Jan,
het weer is een stuk vriendelijker en onze nieuwe ligplaats ligt lekker stevig,
zeg maar. Als we laag water hebben, geeft de dieptemeter nul aan, de kiel ligt
dan zo'n halve meter in de zachte modder. We kunnen hier alleen weg als het hoog
water is, dat is duidelijk. De was die al een dag en nacht ligt te weken in de
wonderwash (waar veel andere zeilers jaloers naar kijken) en dus wacht op droog
weer, kan nu uitgespoeld en aan de waslijn. Dat ziet er altijd huiselijk uit,
die wapperende onderbroeken en T-shirts. De toiletafvoer is bijna dichtgeslibd
door de kalkaanslag, een nachtje in de week met azijn doet wonderen. Warren gaat de bijboot plakken die nu
voor de 2e keer lek is. Ook het zijraam in de kajuit is nog steeds niet 100%
waterdicht. We halen hem er weer uit en met nieuwe kit ertussen kan hij daarna
weer op zijn plaats, op hoop van zegen. Het zonnedakje halen we eraf en krijgt een flinke
schrobbeurt waar hij weer bijna wit van wordt.
Als ik de voorraad eten aan boord ga checken, kom ik een bijna wandelend pak
spaghetti tegen. Er zit onderin een gaatje waardoor er beestjes in konden komen.
Gelukkig is de rest nog ongedeerd.
Een half uur durende busrit brengt ons naar Lagoa da Conceição,
een groot zoutwatermeer dat aan de oceaankant van het eiland ligt. Met een
bootje gaan we naar een dorpje aan de westoever dat alleen over water bereikbaar
is. Warren krijgt van de schipper uitleg over wie waar woont en waar vandaan
komt. Bij een restaurantje eten we overheerlijke vis uit het meer. Als we 's
avonds thuis zitten te bedenken of we nog een broodje zullen eten, stapt John
bij ons aan boord. "Hebben jullie zin om een hapje met ons te gaan eten, ik heb
gereserveerd rond 20.15 uur en Ben en zijn vrouw komen ook". Gelukkig ligt vis
niet zo zwaar op de maag en slaan we dit gastvrije aanbod natuurlijk niet af.
Ben is een Amsterdammer en Debora, zijn vrouw, spreekt heel goed Nederlands. De
vrouw van John verstaat het goed, dus de conversatie geeft geen problemen. Het
wordt een erg gezellige avond met mooie verhalen over en weer. John vraagt wie
er zin hebben om a.s. zaterdag op de jachtclub te eten, dan is er een
traditionele feijoada. Alleen clubleden kunnen reserveren en mogen zelf gasten
meenemen. Na 5 maanden in Brazilië te zijn, wordt het voor ons wel tijd om dit
een keer mee te maken en te proeven. Ben bedankt vriendelijk, want hij houdt
niet van varkensoren. Dat belooft wat!! Gelukkig blijkt dat je die oren links
(of rechts) kunt laten liggen en zelf opscheppen wat je lekker lijkt. En er is genoeg wat
onze smaakpapillen prikkelt. Feijoada is van oorsprong een slavengerecht dat
tegenwoordig op zaterdag als lunch wordt gemaakt.
De eetzaal van de club is ingericht met feestelijk gedekte tafels en op een
lange dis staan grote dampende potten: zwarte bonen in
bacon, witte rijst, gedroogd, gezouten en gerookt vlees, alles van het varken waarbij
dus de oren niet ontbreken, fijn gesneden kool , farofa, tomaat, gefrituurde
maniokwortel en sinaasappelschijfjes. Dit alles wordt vooraf gegaan door een
bonensoepje. Ons gezelschap aan tafel bestaat uit John
en zijn vrouw, haar moeder, en nog een clublid met zijn vrouw. Hij en John
hebben veel nieuwe tips voor ons volgende traject. Wat niet in de pilot staat,
is dat er toch nog een extra stopplaats (Laguna) ligt vóór Rio Grande. Dat doet ons
deugd, kunnen we het traject in twee stukken doen. John, ontzettend bedankt voor
jouw gastvrije onthaal in de club in Florianópolis. Nog even inkopen doen in een grote markthal
waar een
uitgebreid scala aan groenten en fruit staat uitgestald. Het
grootste voordeel is dat het meeste spul niet gekoeld is en dus langer houdbaar.
Vooral de mandarijnen zijn heerlijk zoet en sappig, jammie. Vanochtend rond
05.30 uur roept Warren me uit bed. "Kom, het is hoog water, we moeten nu de boot
even verleggen naar een diepere plek". Na 10 minuten liggen we alweer in ons
warme bedje en kunnen we rond het middaguur rustig vertrekken zonder vast
gezogen te zijn in de modder.
Dinsdag 10 juni 2008 Hiep hiep hoeraaaaaaa, ze is er!!!!!!
Dit is wereldnieuws dat iedereen moet horen. Wendy en
Jan-Durk hebben op 10 juni een wolk van een dochter gekregen, Tamar Jannie
de
Groot. En dus zijn wij Pake en Oma geworden. Tamar heeft het lef gehad om
tijdens de voetbalwedstrijd tussen Nederland en Italië zich aan te kondigen. Dit
is dus een tante met pit om haar vader nu al dwars te liggen. Jan-Durk, hierdoor
kon je aanvoelen dat het een meisje moest zijn.....Lieve schatten, van harte proficiat en geniet
van dit kleine wonder. Ook Pake & Beppe en Beppe & Opa gefeliciteerd.
klik op de foto
Zondag 15 juni 2008 Laguna - Rio Grande
Onbegrijpelijk dat Laguna niet wordt genoemd in de pilots.
Het heeft een veilige aanloop die zelfs in het donker heel goed te doen is. We
lopen rond 05.00 uur de pieren binnen. Na 1 uurtje motorzeilend op de fok
begeleid door een paar dolfijnen zien we een kleine jachtclub aan onze
rechterhand. Er staat een meneer aan de kant die een extra lichtje aanknipt. We
passen precies tegen de kade en leggen tevreden aan. We duiken eerst nog een
paar uurtjes ons bed in. Laguna is een vriendelijk vissersdorp met een klein
centrum waar alles te krijgen is. Maar vooral verse vis. Bij de boot terug
gekomen ligt Nightfly omringd door vissersbootjes met elk een paar man er
in. Ze staan met een visnet in hun handen te wachten. Zodra de dolfijnvinnen
door het water aankomen, worden de netten uitgegooid. Ze vissen op dezelfde
slachtoffers. Maandagmiddag begint het onstuimig te waaien en zijn wij op zoek
naar een internet café en een televisie. Internet is niet te vinden, op de club
ligt de verbinding er helaas uit. En de televisie laat alleen sneeuwbeeld zien.
Dat wordt gokken als er een doelpunt valt. Dan trekken we ons maar terug in ons
eigen knusse huisje en zetten Radio Wereld Omroep aan. Dat is toch heel anders
om zo de voetbal wedstrijd Nederland-Italië te volgen, erg leuk. Met een biertje
en een zak chips zitten we joelend en juichend in de kajuit, terwijl het buiten
guur weer is. De volgende ochtend halen we de mail binnen via onze SSB radio en
vinden dringende berichten van Sandra om beschikbaar te zijn via Skype, het komt! Gelukkig
is op de club de verbinding weer hersteld en horen we het blijde nieuws van de
geboorte van onze kleindochter Tamar. Met veel moeite krijgen we eindelijk
Jan-Durk te pakken. Met enigszins vochtige ogen luistert Warren naar het relaas
van de nieuwbakken papa. Helaas dwingt het weer ons om deze middag alweer te
vertrekken naar Rio Grande. Het lijkt tot het weekend te duren voordat er weer
een fors koufront uit het zuiden aan komt zetten. Dus gooien we om 15.00 uur de
trossen los. Eenmaal buiten de pieren is het gedaan met de rust. Flinke golfslag
en wind uit het zuiden, later zuidwesten, gooien ons direct behoorlijk scheef.
Dat wordt een wild nachtje zo te zien. We zetten het eerste rif in het
grootzeil. Het water stuift van de golftoppen af en we krijgen veel water over.
Soms wordt het even verrassend stil als de wind een paar seconden zijn adem
inhoudt, om daarna weer met volle kracht door te loeien. Aan het eind van de 1e
nacht gaat het mis. Warren roept me uit bed. "Alle hens aan dek, de fok is
stuk". Van boven tot onder ingepakt kom ik buiten waar Warren op het voordek de
voorbereidingen treft om het zeil te strijken. Samen trekken we, op handen en
voeten kruipend, het zeil omlaag wat door de wind lastig gaat. De punt van de
boot duikt telkens weer in de golven en dondert op en neer. De rvs-ring die in
de halshoek zit om het zeil onderaan vast te zetten, is geknapt. Later blijkt
dat het zeil zelf gelukkig niet stuk is. We hijsen een kleinere fok (high-aspect)
en kunnen weer verder. Warren is nat, moe en misselijk en gaat naar bed. De rest
van de dag blijft hij katterig. Zodra het licht wordt, komt de zon de boel
opvrolijken. De wind neemt gedurende de dag af en daarmee ook de deining. De 2e
avond krijgt Arie, de windvaan, vrij af en nemen de motor en automatische pilot
het een tijdje over, het waait bijna niet meer. Voordeel hiervan is dat we beter
in de goede richting kunnen sturen. We zitten inmiddels al zo'n 100 Mijl uit de
kust en dat was niet onze bedoeling. Maar ja, tegen de wind in zeilen, dat wil
zo slecht. Donderdag zal volgens het weerbericht de wind van zuid naar west
draaien, op basis daarvan blijven we nog even koers zuid houden. Dan draaien we
vanzelf met de wind mee terug richting kust. Maar zoals altijd met
verwachtingen, die komen niet altijd uit. Resultaat is dat we tegen de wind in
moeten kruisen en hierdoor veel meer mijlen maken, we zijn bijna meer dan 2
etmalen langer op zee dan berekend. Zaterdagochtend komt er een
stormwaarschuwing die ons tegen de avond zal bereiken. Deze voorspelling komt
natuurlijk wel uit, 18.30 uur gaat het 2e rif in het grootzeil, hebben we
windkracht 8 (32 knopen) uit het westen en begint het spektakel. We zijn
inmiddels een stuk dichter bij de kust, wat het voordeel geeft dat de golven
zich niet kunnen opbouwen. Wonderwel duurt onze eerste storm maar een paar uur, waarna de wind
blijft hangen op zo'n 20 knopen. We komen niet in de problemen. Maar we zijn het
wel zat, we willen er zijn, we willen lekker slapen, maar bovenal willen we skypen
met Wendy, Jan-Durk en Tamar in levende lijve zien. Eerst trotseren we nog de
kou als we in de hele vroege zondagochtend in het donker de grote havenhoofden
binnenlopen en buiten goed uitkijk moeten houden voor alle grote zeeschepen.
Handschoenen aan, muts op, het is 8 graden. Verkleumd bereiken we na 13 Mijl
onze nieuwe ligplaats, een kleine steiger bij het Oceanografisch Museum en kruipen om
07.00 uur onder ons dekbed. Na een paar uur staan we op en zien dat het buiten
nog steeds hard waait, de schuimkoppen staan op het water. De directeur van het
museum komt ons verwelkomen en zegt dat we zo lang we willen hier kunnen blijven
liggen. Er is water, elektriciteit, een eenvoudige douche, het enige wat hij
retour vraagt is: een Nederlandse vlag en een antwoord op zijn vraag "wat is een
zeilboot". Daar gaan we creatief over nadenken. Hij brengt ons met zijn auto
naar het centrum waar een restaurant met Wifi is. We zijn nog niet online of
Wendy belt via Skype. Door omstandigheden lukt het jammergenoeg niet om elkaar
te horen of te zien, en kunnen we slechts chatten/typen via het scherm. We zijn
allemaal teleurgesteld. De foto's die Wendy via de mail heeft gestuurd,
bekijken we gretig. Wat een mooie meid. Het valt ons erg zwaar dat we nu niet in
Nederland erbij zijn. Morgen doen we een nieuwe poging.
Dinsdag 24 juni 2008 Rio Grande (Connie en Jaap, proficiat)
Op weg naar de Polícia Federal en de Capitania dos Portos
worden we aangenaam verrast door de prachtige oude gebouwen, parkjes en de
diversiteit aan winkeltjes. Kortom, Rio Grande wordt een mooie afsluiting van
ons Braziliaanse avontuur. Het inklaren verloopt lekker soepel, waarna we
onszelf eerst eens trakteren op koffie met gebak. Het gebouw ernaast is een
groot internet café waar we vervolgens twee uur zoet brengen. Onze eerste
kennismaking met Tamar is ontroerend. We zuigen ons bijna vast aan het
beeldscherm. Het gaat geweldig goed met het nieuwe gezinnetje. Weer terug bij
Nightfly bekijken we eens goed waar we zijn. Het lijkt net of we bij Lenie
't Hart zijn, hier worden vogels, pinguïns en zeeleeuwen opgevangen en verzorgd.
De directeur zelf is wel eens in Pieterburen geweest. Het bijbehorende museum
geeft een beeld van het ontstaan van de aarde en laat zien welk dierlijk leven
hier in Zuid Amerika voorkomt. Er is ook een Antarctica museum met een
opstelling van een Braziliaans onderzoeksstation. Als het allemaal wil lukken, zullen
we over een paar maanden zoiets in het echt gaan aanschouwen. De eerste dagen in Rio
Grande is het bitterkoud, er wordt zelfs in de krant over geschreven. Dik
ingepakt dwalen we door het historische centrum van de stad, snuffelen in de vele winkeltjes en bekijken de
mooie Catedral de São Pedro. Aan het water ligt
eens soort plein waar elke dag groenten en fruit worden verkocht. De verkoopwaar
wordt aangeleverd met kleine bootjes die overvol gestapeld zijn. Er is een
aparte (groene) parkeerplaats voor de boeren die met paard en wagen hun spullen
brengen. Het maffe is dat ook hier dag en nacht bewaking is. Een groot hek
ervoor met een mannetje in een klein hokje, net zoals ook het geval is bij "ons"
museum. Naast het museum ligt de jachthaven van Rio Grande. We gaan even
polshoogte nemen of we hier de kwartfinale EK kunnen kijken op zaterdag. Op de
bovenverdieping is een bar/restaurant waar een paar oudere dames gezellig aan
het kaarten zijn. Tot onze grote verrassing brandt er een aangenaam vuur in een
grote open haard. Nog nergens hebben we verwarming gevoeld in winkels of
restaurants, zodat we meestal met onze jas aan zitten te eten. Hier is het heel
behaaglijk warm. Er staat een lekkere bank voor het vuur mét televisie. En ze
hebben Wifi, helemaal goed. Onze steiger ligt inmiddels "vol". Voor ons een
ouder echtpaar uit Zuid Afrika, Jess en Heather op de Dalkiri. Achter ons
is de Wata komen liggen met Sylvain en Vanessa uit Zwitserland. We hebben
hen al drie keer eerder ontmoet, zij zijn ook onderweg naar Patagonië. Nightfly
is zowaar de grootste van de drie, totdat er een ander schip met
Nederlandse vlag bijkomt. Er moet even wat verschoven worden, waarna Dalkiri
bij ons langszij komt liggen. Hans en Fien van de Onrust zijn reeds
twaalf jaar onderweg en zeilen nu richting Europa. Het blijkt dat zij de Atlas
met zeekaarten van Chili en Antarctica hebben. Deze staat nog steeds op ons
verlanglijstje en we kunnen hem voor half geld overnemen. Wij leveren wat kilo's
leesvoer bij hen af. Op zondag is hier alles gesloten, dus besluiten we alle
buren uit te nodigen voor een bord nasi. Behalve de Onrust, die op
verkenning uitgaan, komen ze allemaal. Dalkiri vertelt interessante zaken
over de Rio de la Plata, de zilverrivier die de grens vormt tussen Uruguay en
Argentinië. Zowel Wata als wij zullen overwinteren in deze omgeving.
Telkens als we gebruik maken van de douche op het terrein, stinkt het er naar
brand.
Wil je warm water hebben, dan moet je de kraan heel zachtjes laten lopen. De
aansluiting van de douchekop ziet er erg gevaarlijk uit, de stroomdraden gaan
rechtstreeks de douchekop in. Warren heeft het (on) genoegen om de laatste
stralen water te voelen. Nog net niet ingezeept komt er opeens een steekvlam
boven zijn hoofd. De bedrading van de douchekop is doorgebrand. Ontsnapt aan
elektrocutie kun je wel stellen. De reparatie laat op zich wachten, maar we
vinden een creatieve oplossing. Brutaal lopen we met ons douchetasje op de rug
de poorten binnen van de naastgelegen jachtclub en gebruiken de luxe, schone
douches op de benedenverdieping van het restaurant. Tien minuten later komen we
vrolijk met een nat hoofd weer langs de bewaker en zeggen hem vriendelijk gedag.
In ruil daarvoor drinken we een extra biertje als we zaterdag voetbal zitten te
kijken. Helaas, mijn oranje sjaal mag niet baten en kan hierna voor andere
doeleinden worden gebruikt. Warren hoest zich de longen uit zijn lijf en knoopt
de sjaal om zijn nek, een soort voetbalfan over tijd. Na ruim een week rust
voorspellen de weerberichten een aantal dagen gunstig weer om het laatste
Braziliaanse stuk kustlijn te laten overgaan in Uruguayaans grondgebied. Na een
half jaar kan er eindelijk weer een nieuw gastenvlaggetje gehesen worden. Aan
Lauro, de museumdirecteur, geven we onze versleten Friese vlag als aandenken aan
Nederland. Kunnen we daar ook weer een verse uit de voorraad voor hijsen.
Dinsdag 8 juli 2008 Colonia, Uruguay (Lieve Mem, van
harte proficiat met uw 87e verjaardag!)
Geheel tegen onze verwachtingen in, wordt Piriapolis niet
de plaats waar we de wintermaanden zullen blijven voor o.a. onderhoud. Direct
bij aankomst vertellen onze Duitse buren Walter & Rita op de Noa dat hier
een schip op de kant is omgevallen tijdens een storm en zijn mast heeft moeten
vernieuwen. De meeste boten hier op de wal worden ondersteund door ronde houten
palen die extra worden geschoord met dikke planken. En als hier een flinke
zuidwester storm staat, heb je golven van 2 meter in de haven. Niet echt
aantrekkelijk, wat nu? Gelukkig komen van alle kanten adviezen voor
alternatieven. Vooralsnog gaan we ons hier eerst inklaren in Uruguay en een
stempeltje in ons paspoort scoren. Daarvoor moeten we met de bus naar het
vliegveld een half uurtje verderop. We gaan samen met een Spaans stel, Antonio
en Carolina, en krijgen zo onze eerste Spaanse lessen. De luchthaven is stil en
verlaten, alles is gesloten, er lopen alleen schoonmaakmensen rond. Via een
telefoon aan de muur kun je je melden. Daarna komt een dame ons ophalen en
stappen we een akelig warm kantoortje binnen. Het blijkt dat ze de papieren
nodig heeft die wij bij de Prefectura in de haven moesten achterlaten. Nee hè,
toch niet weer terug om ze op te halen. Dankzij onze Spaanse medezeilers lukt
het om haar per telefoon bij de Prefectura te laten checken of we daadwerkelijk
hier het land zijn binnengekomen. Dit zou in Brazilië nooit zo gelukt zijn, dan
wordt je gewoon weggestuurd. Op de haven ontmoeten we veel nieuwe mensen, maar
alleen de Spanjaarden gaan ook zuidwaarts. Dat kan de pret niet drukken om
gezellig bij elkaar te borrelen. Tijdens de borrel hebben we eersteklas zicht op
twee zeeleeuwen die in de haven "wonen". Bij de vissersboten halen ze
hun maaltje om daarna heel brutaal uit te buiken op het voordek van een geankerd
bootje. Daar ligt hij of zij pontificaal te brullen en te schijten. Het is een
joekel van een beest, wel 3 meter lang en loeizwaar. Het zal je bootje maar
wezen. In Piriapolis kan de gasfles na lange tijd ook weer gevuld worden. Maar
alles gaat hier op zijn dooie gemak. Uruguay is een land waar niemand zich lijkt
op te winden. Zodra je hier één pas in de richting
van een zebrapad maakt, stoppen de auto's al lang van te voren. Dat we in een
vleesetend volk terecht zijn gekomen, wordt ons al snel pijnlijk duidelijk. Uit
gewoonte bestellen we voor ieder van ons een entrecootje, iets wat in Brazilië
niet te krijgen is. Er worden me toch twee volle borden eten gebracht met elk
een groot stuk vlees van wel 3 centimeter dik. Tja, dat kunnen onze magen niet
meer aan. Met kramp in de buik lopen we naar huis terug. Donderdag gaan we met
de bus (twee uur rijden) naar Montevideo, de hoofdstad. Daar woont de helft van
de bevolking van het land. Het is lekker zonnig weer en we maken de dag vol met
veel omhoog kijken naar de prachtige kolossale oude gebouwen. Alle musea zijn
gratis en, cultuurbarbaren als wij zijn, we vliegen van de één naar de ander. De
interessantste vinden we het museum van de Gaucho's. Alles wat door de cowboys
op de pampa's wordt gebruikt, ligt hier uitgestald, sporen, zwepen, halsters,
pistolen, allemaal mooi versierd. Zaterdag is een aangenaam warme dag met wind
uit het noorden, de temperatuur geeft zelfs 25 graden aan, heerlijk. We melden
ons weer af bij de Prefectura die ons een stempel geeft voor goed gedrag, anders
gezegd, we hebben alles betaald bij de marina. De volgende ochtend vroeg
vertrekken we eerst op de motor, later zeilend met een mooie wind van achteren
en onze snelheid is veelbelovend. Midden in de nacht trekt de wind opeens aan
van gemiddeld 20 knopen naar 30-35 knopen. De boot loeft idioot snel op en met
alle kracht moeten we tegensturen. We zetten snel twee riffen in het grootzeil
en dan ligt de boot weer rustig op koers. De snelheidsmeter geeft een record aan
van 8,3 knopen door het water. Maar zoals vaker met de wind zakt hij later terug
naar 10 knopen en in de ochtend zetten we zelfs de motor een tijdje bij. Zodra
het licht is, zien we dat Rio de la Plata erg bruin en ondiep water heeft. Sinds
het vertrek uit Piriapolis hebben we niet meer dan zes meter onder de kiel, op het
ondiepste stuk zelfs maar 1 meter. Er liggen op de kaart veel wrakken getekend
die we moeten omzeilen. Grote scheepvaart moet allemaal door de vaargeul. Ik lig
nog te slapen als Warren een dikke rolwolk aan ziet komen. Uit voorzorg haalt
hij alle zeilen naar beneden, een pampero komt meestal snel, heftig maar kort. Het is
gelukkig loos alarm. Voor het eerst stemmen we de korte golf radio af op de
frequentie van het Patagonië net. Met een afstand van 1300 Mijl ertussen hebben
we een heel goede ontvangst. Warren praat even met Paul van de Giebateau
die nu in Ushuaia ligt. De volgende dag luisteren we weer mee en Paul
introduceert ons bij de netleider Wolfgang op Wilde Malthilde. Zo weten
ze vast van ons bestaan af en zodra wij later dit jaar naar het zuiden afzakken,
zullen we nog veel profijt van hun ervaring kunnen hebben. Nog net voor donker
leggen we maandagmiddag aan in Colonia del Sacramento, een oud stadje.
Vanochtend eerst gemeld bij de Prefectura en nu op pad naar een internet cafe om
Mem via Skype telefoon te kunnen feliciteren.
Donderdag 10 juli 2008 Colonia - Buenos Aires, Argentinië
Hè hè, eindelijk zijn we door
het wc papier van Brazilië heen. Of je kreeg natte vingers omdat het te
dun was of omdat het niks opnam. De kwaliteit van Uruguay kunnen we niet testen,
want we zijn er heel kort. Twee dagen rond struinen in Colonia vinden we lang genoeg.
Gezellige straatjes met cobblestones en terrasjes. Oude auto's langs de stoep,
het gemiddelde wagenpark is hier 20 jaar oud. De zon laat zich ook van zijn
beste kant zien, de jas kan uit. We merken duidelijk dat het hier veel minder
koud is dan in Piriapolis. We zitten dan ook een flink stuk stroomopwaarts op de
Rio de la Plata, onttrokken aan de koude invloed van de oceaan. Wat helemaal
leuk is, het is inmiddels zoet water geworden. De pokken die welig tieren op het
onderwaterschip, vallen er spontaan van af. Dat scheelt straks een hoop tijd,
het is namelijk pokkenwerk om die beesten er af te moeten steken met een
plamuurmes. De pinguïns moeten we ook even missen. Ze vergezelden ons voor het
eerst van Rio Grande naar Piriapolis. Ook zij gedijen het best in zout water.
Warren ontdekt in het haventje een werkschip van Boskalis en roept ze op via de
marifoon. Voor die jongens is het vaak leuk om even Nederlands te kunnen
kletsen. Dat denkt de baas op kantoor blijkbaar ook. Nog geen uurtje later horen
we iemand op de kade fluiten. Het blijkt Paul, de directeur, te zijn. Hij komt
aan boord en drinkt een bakje koffie met ons mee. Boskalis is hier permanent
bezig het kanaal in de rivier uit te baggeren en op diepte te houden. Hij nodigt
ons uit een kijkje op zijn kantoor te nemen en 's avonds bij hem thuis een
biertje te drinken. Daar maken we ook kennis met zijn vrouw en drie dochters. Bij de
brandende open haard wordt het een gezellige laatste avond in Uruguay. We zijn
weer uitgeklaard en vandaag varen we op de halfwinder onder een lekker zonnetje
naar de overkant. Een relaxte tocht van zo'n 26 mijl. Het enige wat we weer
moeten ontwijken, zijn de vele wrakken en de grote scheepvaart die de vaargeulen
moeten gebruiken. De ferry's halen ons in met een snelheid van 40 knopen! Dan
blijven wij nergens met onze 5 knopen. Onder het zingen van "Don't cry for me
Argentina" verwisselt Warren de gastenvlag van Uruguay voor die van Argentinië.
We zien de skyline van Buenos Aires steeds duidelijker. Yacht Club Argentino
wordt onze standplaats voor de komende zeven dagen.
Dinsdag 15 juli 2008 Buenos Aires Jubileum!
Eén jaar later en een slordige 8000 zeemijlen verder. Het
voelt bijna als de dag van gisteren dat we onze lieve vrienden en familie
uitzwaaiden in IJmuiden. Ons nieuwe leven past ons goed. Dat heeft meer tijd
nodig gehad dan we vooraf konden inschatten, we hebben veel strijd geleverd
samen, het missen van alle mensen in Nederland valt nog steeds niet mee. Maar we
krijgen er ontzettend veel voor terug. Van alle mensen die we onderweg
ontmoeten, ontvangen we zoveel hartelijkheid zonder dat er iets voor gevraagd
wordt. Dat is iets wat ons het meeste opvalt en bevalt! Inmiddels proberen we de
smaak van Buenos Aires te proeven. Zoals in elke miljoenenstad stinkt het in
eerste instantie naar uitlaatgassen en afval. Op straat lopen veel nors kijkende
mannen van de Prefectura, maar gelukkig breekt er een lach door als je ze
vriendelijk gedag zegt. Elke dag lukt het om een tipje van de sluier op te
tillen en de stad te leren kennen. Met de metro voor nog geen 20 eurocent naar
het verste punt en daarna al wandelend via diverse musea, specifieke wijkjes,
parkjes en marktjes terug. De jachtclub ligt midden in de stad wat een erg
comfortabel uitgangspunt is. We zijn wel de enige buitenlandse boot in de haven,
dus wordt er weinig tijd doorgebracht op het water. We hebben helaas geen
toegang tot het chique restaurant op het terrein zonder een clubpas van onze
thuishaven de Royal Jachtclub Ketelhaven. Toch maar eens zelf gaan knutselen.
Maar het biertje bij het clubgebouw smaakt ons eigenlijk beter. Op straat wordt
de tango geshowd, in de metro krijgen we een voorstelling te zien van twee
mannen die om de liefde van een vrouw vechten. Het einde weten we niet, want we
zijn bij onze halte, jammer. Er staan mensen keurig in de rij bij een bushalte!
Het balkon van Casa Rosada waar vanaf Generaal Juan Perón
zijn toespraken hield met Eva aan zijn zijde, ziet er erg klein uit. De
dierentuin valt een beetje tegen, tuurlijk is het Evita museum dicht als wij
komen. Maar de Catedral Metropolitana is weer overweldigend, groots met veel
versieringen en de tombe van Generaal José de San
Martin. Op zondag wordt de wijk San Telmo druk bezocht, een antiekmarkt en de
tango zijn de publiekstrekkers. Vandaag komt Andres, een Argentijn die we in
Brazilië ontmoet hebben, en hij neemt ons mee de stad in. We laten ons
verrassen. Misschien is het reeds opgevallen, maar bij ons positie rapport
zullen er, zolang we in Argentinië zijn, geen details zoals plaats- en
straatnamen meer genoemd worden. Zodra je rechtsboven de satelite
aanklikt, kun je wel wat meer zien. Je zou bijna denken dat Argentinië nog
steeds geheimen heeft.......
Maandag 21 juli 2008 Victoria, Club de Veleros Barlovento
Mmmmm heerlijke winterkost, zuurkool met rookworst. Met een
glaasje rode Argentijnse wijn erbij smaakt het ons prima bij dit gure weer.
Buiten regent het en waait een koude wind. Het weer is helemaal omgeslagen. De
dagen die we in Buenos Aires doorbrengen, hebben we ongelofelijk mazzel, mooi
zonnig warm weer waarbij de jas thuis blijft. Andres laat ons gedeeltes van de
stad zien waar we nog niet geweest zijn. Als hij weer naar zijn werk gaat,
stappen we bij Plaza de la Republica uit zijn auto en vallen midden in de grote
demonstratie van de Campo's. De regering in Argentinië heft reeds 35% belasting
over de producten die deze boeren naar het buitenland exporteren. Nu wil ze die
belasting verhogen naar 50% en dat vraagt uiteraard om protest. Bij het
Congresgebouw lopen de pro's van de regering en op de Avenida de Mayo wemelt het
van de spandoeken van de boeren. Ook Gabriela, die ons op haar ranch heeft
uitgenodigd, loopt hier rond. We zullen haar verhaal later wel uitgebreid horen.
Andres heeft aangeboden om met ons mee te varen naar onze winterplaats, hij weet
een veel kortere weg. Donderdag komt hij heel verrassend met zijn vriendin
Roxana aansjouwen en vertelt dat het plan gewijzigd is. Er staat zo veel wind
uit het westen dat het water uit het kanaal wordt geblazen. En het korte traject
kunnen we alleen afleggen met voldoende water onder de kiel en dat lukt nu dus
niet. Dat betekent via Canal du Mitre veel meer mijlen en dus langer onderweg.
Zelf zouden we dan vroeg in de ochtend zijn vertrokken, maar nu is het reeds
13.00 uur als we losgooien in Buenos Aires. Door de forse wind, 20-35 knopen,
lopen we met een snelheid van ruim 5 knopen lekker snel en schiet het goed op.
Met Roxana schiet het niet zo lekker op, ze heeft erg weinig ervaring op het
water en dat wreekt zich snel. Sneu voor haar en eigenlijk niet zo slim van
Andres om haar vandaag mee te nemen. Later wordt het gelukkig wat rustiger maar
wel spannend wat de diepte betreft. Twee keer lopen we vast en dankzij advies
dat Andres per telefoon regelt, komen we zonder kleerscheuren onder een volle
maan aan bij Club de Veleros Barlovento. Een mooie beschutte ligging met bomen
die ons veilig genoeg lijkt om hier de komende maanden te overwinteren. Er ligt
wel wat werk op ons te wachten. Het dek gaat een nieuwe verflaag krijgen, we
moeten op zoek naar iemand die twee aluminium luiken voor ons kan maken. De
achterste bakskist luiken blijken nog steeds niet waterdicht te zijn en we
willen geen zout water meer in de boot. Binnen hebben we al een gedeelte van het
houtwerk gevernist, maar nog niet alles. Ons reddingsvlot moet gekeurd worden,
de toiletpomp lekt, de motor krijgt een onderhoudsbeurt. En als klap op de
vuurpijl gaat de Nightfly nog een weekje op het droge, zodat we het
onderwaterschip opnieuw in de antifouling kunnen zetten. Maar daarvoor moeten we
eerst op zoek naar de juiste verf. De meeste tijd zit vaak in het zoeken naar de
juiste adressen. Al met al genoeg te doen de komende weken. Dus spannende
verhalen houden wellicht even op, tenslotte is het nu ook zomervakantie in
Nederland. Geniet er lekker van!
Donderdag 31 juli 2008 "Overwinteren"
Als we terug komen van het dorp, ligt er bij de portier een
briefje voor ons van Carlos. We hebben Carlos in Florianópolis ontmoet en onze
e-mail adressen uitgewisseld. Via de mail hadden we hem al op de hoogte gesteld
van onze aankomst in Buenos Aires. De volgende ochtend komt hij op de koffie en
we worden uitgenodigd voor dezelfde avond. Zijn dochter Isabelle is 26 jaar
geworden en hij wil ons graag kennis laten maken met de hele familie.
Hij haalt ons met de auto op en we rijden naar één van
de suburb wijkjes van BA. Isabelle verwelkomt ons vrolijk bij de voordeur en ons
cadeautje, een flesje massageolie voor de voeten, scoort goed. Ze is namelijk
fervent hardloopster en is momenteel samen met haar vriend Ignacio (Nacho voor
vrienden) aan het trainen voor een driedaagse wedstrijd in februari die over de
Andes voert. Nagenoeg de hele familie, neven nichten ooms en tantes, spreekt
allemaal goed Engels, behalve oma van 94 jaar. Zij spreekt nog een woordje Frans
en ze vraagt me verbaasd hoe ik toch de was doe aan boord. Uiteraard komt het
gesprek ook op Prinses Maxima en de zus van Carlos vertelt dat ze uitgenodigd waren voor de bruiloft. Haar dochter is wel in Nederland geweest
voor het grote feest, ze hebben samen gestudeerd. Na de nodige hapjes en
drankjes wordt om middernacht een grote feesttaart met kaarsjes door Carlos
binnen gebracht. Ze houden hier wel van snoepen, alle toetjes en taarten zijn
ongelofelijk zoet. Nacho vraagt of we al een echte "asado" hebben meegemaakt.
Dat is de traditionele barbecue grill waarop het vlees wordt klaar gemaakt.
Dezelfde week nog krijgen we een telefoontje dat we vrijdagavond welkom zijn op
het verjaardagsfeestje voor de vriendenclub. Isabelle haalt ons op en deze keer
komen we terecht in een chique countryclub met prachtige huizen die op
bewaakt terrein staan. Het huis van Nacho's familie ziet er bijzonder mooi uit,
een overdekte veranda met uitzicht op een azuurblauw zwembad. Op een immens grote
barbecue ligt idioot veel en grote stukken vlees van allerlei pluimage. Nacho
staat het zweet inmiddels op zijn voorhoofd, de brandende vuurkooltjes verdeelt
hij telkens onder de roosters. Met totaal een man of 25 verorberen we alles wat
op de bbq ligt. En het smaakt hemels, lekker mals vlees met een stukje brood
erbij. Binnen zie ik schalen met sla op tafel staan en voor de broodnodige
variatie ga ik daar lekker veel van opscheppen. Ondertussen proberen we de
Spaanse gesprekken een beetje te volgen. Het is een erg gezellige avond en we
kruipen ver na middernacht ons koude bedje in. Op zondag hebben we alweer een
feestje! De club bestaat 50 jaar en om elf uur 's ochtends wordt het startsein
gegeven door de Prefectura band die begint te spelen. Een uur lang wordt er door
allerlei belangrijke mensen gesproken en veel leden en personeel krijgen een
medaille. Daarna volgt de borrel met lekkere sandwiches. En we doen weer nieuwe
contacten op, zowel binnen als buiten de club. Maar er wordt zo nu en dan ook
nog gewerkt door ons. Nadat de eerste roestplekjes op het dek in de grondverf
staan, wordt het te koud om verder te gaan met verven. We vragen overal prijzen
op voor de verf die we nodig hebben. De genua brengt Warren met de bijboot van
onze buurman (de onze is nog steeds lek) naar een naastgelegen jachtclub waar
een zeilmaker zit. Over 2 weken is ie klaar. De toiletpomp gaat ook naar een
reparateur, hiervoor pakt Warren de trein naar Tigre. Dat betekent dat we (ik) 1
dag en 1 nacht op de emmer moeten, want voor de toilet op de wal hebben we de
lancha (taxibootje van de club) nodig. En dat kan zomaar te laat zijn als je
heel nodig moet. Zit je met geknepen billen op zijn bootje te
wiebelen....Ondertussen doe ik wat handwasjes, loop alle kleding in de kasten na
en vind helaas weer schimmel. Bah, lastig tegen te gaan. Ons reddingsvlot is aan
de drie jaarlijkse keuring toe. We vinden een RFD dealer die zowel ons als het
vlot bij de club ophaalt. We willen er graag bij zijn als de koffer wordt
geopend. Op het moment dat Warren hem van de boot afsjouwt, loopt er water langs
zijn benen. Geen goed voorteken! En dat blijkt ook zo. Op het keuringsstation
maken de mannen de koffer open en er loopt bruin water uit. Ondanks dat het
gehele vlot in een gesealde zak zit, is ook daar het water binnen gedrongen. De
perslucht cilinder is gecorrodeerd en het geheel ziet er triest uit. Ze zullen
een rapport opmaken en contact opnemen met RFD inzake garantie. Voorlopig laten
we hem daar, zodat ze alles kunnen vervangen wat nodig is. We lopen wat af, alle
dorpen schakelen hier aaneen. Wij liggen in Victoria, links hiervan ligt San
Isidro en rechts hiervan Tigre. Leuke plaatsen met allerhande winkels. Als we te
moe zijn, pakken we de trein terug. Op elke hoek van zo ongeveer elke straat
staat een piepklein hokje waar 24 uur per dag een bewaker in zit. Het ziet er
voor ons niet noodzakelijk uit, maar blijkbaar is het wel nodig. Wat een baan!
Het is weer tijd voor vertier. Met Rolf & Jacintha en Pierre & Lucette gaan we
naar tangoles in San Isidro. We hebben veel lol en spierpijn na twee uur
oefenen. Ik krijg op m'n donder van de dansleraar dat ik niet mag leiden, dat
doet de man! Volgende week les 2, dat wordt oefenen om het niet te vergeten,
gaat een beetje spastisch in de kleine kajuit. En elke ochtend begint onze dag
met het lezen van de Telegraaf tijdens het ontbijt. Lang leve internet en de
wifiverbinding!
Maandag 18 augustus 2008 Op de pampa's
Het lijkt wel een markt in de trein. De ene na de andere
venter loopt door het gangpad zijn spullen luidkeels aan te prijzen. Kauwgom,
pleisters, hangslotjes, plakplaatjes, kleurplaten, chocoladerepen, net wat je
nodig hebt. En tussendoor een verdwaalde muzikant die de boel nog levendiger
maakt. Wij maken veel gebruik van de trein, want alle bootjeswinkels liggen ver
uit elkaar. De benenwagen komt toch wel voldoende in beweging, want vanaf Club
Barlovento is het al een half uur lopen naar het station. En anders wel tijdens
de tangolessen. Inmiddels hebben we de derde les achter de rug. Onze leercurve
gaat gestaag omhoog, evenals de spierpijn. Mijn voeten doen ongelofelijk zeer
van al het draaien. We hebben de grootste lol wat eigenlijk niet hoort bij deze
serieuze dans. Maar daar hebben we maling aan. Er zit nog steeds een pampa
bezoek in de pijplijn en eindelijk lukt het ons om met Gabriela een afspraak te
maken. Vrijdagochtend 15 augustus 05.30 uur wandelen we richting station bepakt
met rugzak. We moeten op tijd in Buenos Aires zijn, want we hebben twee plaatsen
in de bus van tien voor acht gereserveerd. Die brengt ons in 4,5 uur naar Azul,
400 km landinwaarts. Daar staat Gabriela ons op te wachten en met haar rode
truck rijden we over zandwegen naar de Campo, oftewel boerderij. Zij is veearts
van beroep én heeft de leiding op de "Santa Amalia"
ranch. We krijgen een rondleiding per truck, het gebied is zo'n 20 km lang bij 5
km breed, waarop tussen de 1200 en 1600 runderen lopen, plus een 10-tal paarden,
schapen en nog wat van dat losse spul. We komen haar vaste werknemers tegen, een
echtpaar, die er als echte gaucho's uitzien, te paard met een soort alpinopet op
het hoofd. Gabriela is niet alleen als veearts voor de omliggende boerderijen
werkzaam, ook op haar eigen ranch natuurlijk. En wij vallen met de neus in de
boter (ballen). De volgende ochtend zijn een stuk of 60 runderen van 5 maanden
oud aan de beurt voor een knipbeurt. Alle dieren zijn door de gaucho's verzameld
in de kraal waar de meisjes vrij doorgang krijgen. De mannetjes daarentegen
worden door 2 gaucho's eerst geveld met een lasso, waarna Gabriela ten tonele
verschijnt met een vlijmscherp mes in haar handen. Vakkundig zoekt ze de ballen
van het dier op en snijdt het vel los. Daarna worden de zaadballen met
zaadleider afgesneden en in een plastic tasje gedaan. Er wordt hier niets
verspild, want dit is straks onze lunch......Warren kan een aardig handje helpen
met drijven en mannetje/vrouwtje bepalen. Hij wordt door Gabriela uitgedaagd om
ook een keer het gevecht aan te gaan met een stier. Dat laat hij niet op zich
zitten en echt waar, het ziet eruit alsof hij dagelijks een stier neerlegt.
Tussentijds is het houtvuur al aangestoken en na het werk kunnen de lekkernijen
op het rooster. Zoals ze me daar rauw liggen aan te kijken, word ik er nog niet
echt hongerig van. Maar met een knapperig bruin velletje zijn het net kleine
kippenpootjes. Met die gedachte én een flinke homp stokbrood valt het best wel
mee. Hier en daar een taai zaadleidertje, maar ach, een kleinigheidje hou je. Na
een lekker warm bad thuis steken we de open haard aan en kletsen de avond vol.
Rond een uur of negen komt er nog een stel uit Buenos Aires te logeren. En zoals
gebruikelijk in Argentinië wordt er laat gegeten. Om middernacht staat er weer
een groot stuk rundvlees op tafel en om 02.00 uur zitten we aan de koffie met
zoete taart. Zondagochtend worden we wakker met een blauwe lucht en zon, dus de
grote tafel buiten in de tuin kan gebruikt worden. Daniel, de werknemer, brengt
een vers geslacht lam en pint dit vast op een rooster. Met wat droge bladeren en
takjes branden de grote houtblokken al snel. In de schaduw is het best koud en
ben ik blij met het warme vuurtje. Voor mijn gevoel zitten de vleesresten van
gisteren nog tussen mijn tanden, maar na 3 uur roosteren is het lam klaar voor
de lunch. Het lam heeft lekker zacht mals vlees. Met wat salades, brood en wijn
smaakt het allemaal weer heerlijk. Gabriela stelt voor om aan het eind van
de middag het nabijgelegen monnikenklooster te bezoeken. Er wonen nog steeds een
15-tal monniken die tevens de bijbehorende ranch bestieren. Je kunt ze soms in
kledij op de tractor aantreffen. Als wij aan komen rijden, begint er net een
ceremonie in de kapel die we bijwonen. Heel ingetogen zingen de mannen en het
geeft een heel vredig gevoel daar te zitten. Als we de kapel uitkomen, wordt de
horizon door de ondergaande zon in brand gezet. Zo ver als je kunt kijken zien
we paarden en runderen over de wijdse vlakten grazen. Deze avond gaan Warrren en
ik maar eens wat vroeger naar bed, anders houden we het niet vol. Vanochtend
staan we bijtijds op om weer met de bus terug naar Buenos Aires te gaan. De rijp
ligt hier en daar op het land, het vriest nog steeds een beetje. Gabriela,
muchos gracias voor je gastvrijheid, dit hadden we beslist niet willen missen.
Prachtig om te zien hoe zij als stoere sterke vrouw de boel in haar eentje runt.
Met grote bewondering voor haar nemen we afscheid op het busstation. En wie weet, als
we straks in Mar del Plata zijn, komen we nog een keertje logeren.
Vrijdag 19 september 2008 Intermezzo in Nederland
Ja, lekker op vakantie! Nightfly ligt hier in de
club Barlovento veilig en beschut. We durven ons huisje met een gerust hart even
"alleen" te laten. Wij gaan 4 weekjes naar Nederland, oorzaak is ons kleinkind.
Dit stond niet in ons oorspronkelijke draaiboek, maar we vinden het absoluut
geen straf. Er wacht ons een warm onthaal op Schiphol. Sandra en Wendy met Tamar
zwaaien ongeduldig met bordjes "Pake" en "Oma" in de aankomsthal. Wat een
heerlijk weerzien en een heel bijzonder moment om Tamar in de armen te kunnen
nemen. Iets verderop blijken mijn 2 zussen, een nichtje en 1 broer met zijn
vrouw stiekem naar ons te staan kijken en te wachten op hun beurt. Knuffels,
zoenen, tranen, omarmingen en blijde gezichten. En zo gaat het ongeveer elke dag
vanaf nu. Alleen onze families weten van onze komst af, de rest gaan we zelf
verrassen. We krijgen de luxe van ons eigen oude vervoermiddel, de groene VW bus
die onze zwager vorig jaar van ons gekocht heeft. Zodra we erin rijden, voelt
het alsof we nooit zijn weggeweest. Dus we snorren zo snel we de files kunnen
ontwijken.....naar Friesland om Mem op te zoeken. Zeker hier vallen er tranen
van blijdschap. De eerste week genieten we dag en nacht van Tamar, we wonen
tijdelijk in hetzelfde huis. 's Ochtends legt Wendy haar bij ons in bed, we
knuffelen en besnuffelen haar van alle kanten. We mogen ze in badje doen, luier
verwisselen, wandelen. Dit is gewoon een test voor ons hoor, want in de derde
week gaat Wendy weer aan het werk en mogen wij de allereerste oppasdag doen. Dat
vinden we echt een hele eer!! Bijna alle andere dagen zitten vol met bezoekjes
afleggen, we rijden van Friesland naar Groningen, naar Arnhem, Culemborg, Duiven, Doetinchem, Heteren,
Bennekom, Nunspeet, Ketelhaven, Nijmegen, Belgische Ardennen, Wageningen, in elke mogelijke volgorde.
In Burgum zitten we op de eerste rij bij de NK Fierljeppen. We krijgen een
rondleiding op de plaatselijke Brandweer kazerne van Wendy, die Brandwacht 1e
klas is. Bij iedereen krijgen we heerlijk te eten, het worden overal lange
dagen met veel praat en daarbij de nodige drank. Een verrassingsfeestje met een
klein clubje oud-collega's van Warren wordt een geweldige avond. Een sauna
bezoekje met mijn volleybal maatjes is lekker zweten en eten. Een avondje
zwemmen bij de duikclub loopt uit op alleen maar kletsen. Onze laptop is weer
helemaal als nieuw dankzij de inspanningen van Bert. Mijn verjaardag vier ik in
een warm bad dat familie Koenders heet. Een heel weekend lang zitten we in de Belgische Ardennen in een
prachtig oud gebouw met een watermolen en we hebben als vanouds veel lol samen.
Om 1 seconde na middernacht word ik toegezongen en zondagochtend is alles
versierd. Met familie Elzinga gaan we een avond uit eten waar Mem ons voor
uitnodigt. Mijn twee zussen willen me een dag voor henzelf hebben en laten
Warren een dag alleen aankeutelen. We maken twee heerlijke wandelingen op de
Veluwe met daar tussendoor een smakelijke lunch. Zo heeft niemand last van ons
geklets de hele dag. En met onze kinderen en hun mannen eten we gezellig in
Drachten. Als ik daar naar het toilet ga, besef ik opeens hoeveel ik
iedereen gemist hebt. Blijkbaar is een verre reis nodig om te voelen en te
zeggen dat je van je familie houdt. De laatste avond voor ons vertrek mag
ik nog genieten van de theater voorstelling Ciske de Rat, een cadeautje voor
mijn verjaardag van Sandra en Wendy. Lieve mensen allemaal, we hebben ontzettend genoten
van onze tijd in Nederland. Geweldig bedankt voor alle gastvrijheid en graag tot
een volgende keer. Tamar gaat nog even mee naar Schiphol om ons uit te zwaaien.
Genieten tot het allerlaatste moment.
Woensdag 24 september 2008 Club Barlovento, weer thuis.
Tranen biggelen over mijn wangen. Het doet lijfelijk pijn
op het moment dat het vliegtuig zich losmaakt van de startbaan en we Nederland
alleen maar kleiner zien worden door het raampje. Ik weet nog steeds niet of ik
het leuk vind om terug naar Argentinië te gaan waar nu ons thuis is. Voorlopig
laat ik het maar over me heen komen en we kijken samen naar het landschap in de
avondzon. Heel duidelijk zien we Zuid-Holland overgaan in het waterige Zeeland.
Ja, we kunnen zelfs Tholen onderscheiden en zwaaien naar mijn broer en
schoonzus. In Madrid hebben we 4 uur te wachten tot ons vliegtuig naar Buenos
Aires vertrekt. Eenmaal op onze stoelen gezeten, worden twee heren in het midden
achter ons vriendelijk maar vastberaden weer naar de uitgang gedirigeerd. Ze
verkeren beiden in verre staat van dronkenschap en daar heeft de bemanning geen
trek in. Een opgelucht gevoel, want we hadden ze al in de wachthal horen boeren
en zien wankelen, veiligheid gaat voor alles. Na 12,5 uur landen we op een grijs en
bewolkt Ezeizas, de internationale luchthaven van BA. Dat helpt enorm voor de
sfeer, zullen we maar zeggen. Ondanks dat we redelijk hebben kunnen slapen
onderweg, val ik in de taxi weer in slaap. Warren blijft gelukkig bij de tijd en
kan de taxichauffeur de weg wijzen. Ja, het voelt toch wel een beetje als
thuiskomen als je dat overkomt. Onze Nightfly ligt er ongeschonden bij
alsof we nooit zijn weggeweest en de lancha begroet ons vriendelijk en heet ons
weer welkom. 's Middags breekt de zon door en als we terug zijn van de
supermarkt, komen we de andere cruisers tegen. We omhelzen en zoenen elkaar, ze
vragen allemaal hoe het was in Nederland. En dan vertellen we vol trots over
Tamar en over alle lieve mensen die we weer gezien hebben. De lente is hier
overduidelijk begonnen, de bomen hebben al weer jong groen blad en overal ruik
je de bloesem. De bestelde verf is zowaar op tijd en nu de weersverwachting voor
deze week zonnig en rond de 20 graden Celcius is, kunnen we weer aan het werk,
in de korte broek! Het dek maakt Warren grondig schoon, daarna lichtjes schuren en in drie dagen
hebben we alles geverfd. Het resultaat mag er zijn, ondanks de rug die een
beetje zeurt na zo'n explosieve arbeid. Vandaag hoeven we niet te koken, wat
heel goed uitkomt als je aan het verven bent. James en Nicole, een Frans stel,
regelen een barbecue voor alle cruisers. Dus we hoeven alleen maar aan te
schuiven. Met een lekker glas wijn erbij wordt het een gezellige boel, gelukkig
wordt er vanmiddag niet meer geschilderd. Om de onderkant van de boot te
schilderen wordt iets problematischer. Hier op de club is een lange wachtlijst
om met je boot op de kant te kunnen, bovendien krijgen de leden voorrang. Als
die nou maar een beetje door zouden werken, maar nee, die hebben geen haast. Een
afspraak maken lukt gewoonweg niet, dus we moeten op zoek naar een andere plek.
Maandag 6 oktober 2008 Club Barlovento
Ons eerste postpakketje, wat leuk!!! Het blijkt wel wat
voeten in aarde te hebben gehad, voordat dit pakketje van Nederland in Buenos
Aires aankomt. De bedenkers hiervan zijn Pierre en Inge, onze duikvrienden. Het
is reeds op 4 september op de post gegaan, met een precieze opgave van de tijd
dat het nodig heeft om van daar naar hier te komen. Aldus een e-mail van Pierre,
citaat:
"Acht dagen", zei de mevrouw op het postkantoor in Zutphen.
Want zoiets verstuur je natuurlijk vanuit Zutphen.
En zo'n mevrouw in Zutphen doet daar dan, alsof ze precies weet hoe lang het
duurt met zo'n pakketje, helemaal naar Argentina.
"Acht dagen", belooft ze je dan.
Niet negen of zeven, maar acht.
Als ze het echt zo goed geweten had, dan had ze het anders wel naar
Friesland gestuurd. Of ze zou iets gezegd van: hou het zelf nog maar even
bij je, want binnenkort zie je ze toch.
Maar nee hoor, gewoon met stellige zekerheid "acht dagen".
En dan die manier, waarop.
Overgoten met een dikke saus professionaliteit.
Want ze zei niet gewoon "acht dagen".
Ze zei dat toen de printer net een etiket had uitgepoept en toen ze dat met
zo'n gezicht van 'ik weet precies hoe de vork in de steel zit' van het
beschermvel aftrok en op het pakketje plakte.
Maar daarna kwam het pas écht.
Die goed gemikte klap met die professionele stempel op de vers geplakte sticker.
Pang!
"Acht dagen!"
Niet negen, niet zeven, maar acht.
"Hoe lang moet ik zitten, meneer de rechter?"
"Acht dagen!"
Pang!
Niet negen, niet zeven, maar acht.
"Orde in de zaal."
Nou, orde was er wel bij die mevrouw van het postkantoor in Zutphen.
Want weet je wat die had?
Een gleuf!
Die liet ze me gelijk zien toen ik mijn ingepakte verrassing te voorschijn had gehaald.
En die schoof ze toen maar dankbaar gelijk erin.
Gewoon, waar ik bij stond.
Het was ook nog eens geen gewone gleuf, maar een draagbare gleuf.
Niet eens een kleintje, hoor.
Maatje brievenbus.
Gelukkig heeft ze alles uitgelegd.
Als het pakketje door de gleuf kon was het een brief.
En zo nee, dan was het een pakketje.
"Dit is een brief", concludeerde ze vakkundig.
En toen mocht ik kiezen hoe ik het wilde versturen.
Ze noemde een aantal opties.
Bij elke optie hoorde een speciaal tarief.
Voor de verzendtermijn had ze echter geen opties.
Ze wist het zeker.
"Acht dagen".
Einde citaat. Spannend om zo'n pakketje uit te
pakken. Een verjaardagskaart voor mij, een aantal tijdschriften en natuurlijk 3
clubbladen van "De Clown", onze duikclub Amphiprion die dit jaar hun 30 jarig
bestaan hebben gevierd. Nog van harte proficiat. En uiteindelijk is het pakketje
op 4 oktober bij ons aangekomen. Hartelijk dank, lieve vrienden.
rijdag 10 oktober 2008 Club Barlovento op het droge!!!!
Nee, nee, ja, weet niet, misschien na toestemming van het
bestuur, waarvoor we een schriftelijk verzoek in het Spaans moeten indienen. Zo
hebben we een aantal jachtclubs om ons heen waar we vragen of we snel op de kant
kunnen voor drie dagen om anti-fouling aan de onderkant te smeren. We hebben het plan
om in ieder geval op 8 oktober hier weg te varen en 3 clubs verderop een
mondelinge toezegging uit te proberen. Lukt het daar niet, dan varen we door en
zien wel of het in Mar del Plata kan. Intussen hebben we nog een barbecuetje op
de Wata bij Sylvain en Vanessa. Die liggen een heel eind richting de
stad, dus we gaan eerst een dagje Buenos Aires in waar we een extra warme slaapzak
kopen. Op de terugweg stappen we op station Nuñez
uit. Daarna zijn we nog een uur aan het lopen om de club te vinden. Maar het is
prachtig weer, dus geen klagen. Leuk om elkaar weer te zien, laatste keer was in
juni in Brazilië, Rio Grande. Sylvain wil wel een aantal zeekaarten van
Patagonië en Chili van ons kopiëren. Vlak bij ons in San Fernando zit een goede
kopieerzaak, dus hij komt maandagochtend bij ons de kaarten ophalen. We wachten
met de koffie op Warren, die naar de bank is om geld te pinnen. Met een brede
glimlach op zijn gezicht komt hij terug. De mannen van de werf hier, Charlie en
Sr Peña, hebben Warren gevraagd hoe zwaar onze boot is, hoe lang en breed, en
hoelang we op de kant willen. Nou, dan kan het deze week wel op
donderdag......!!!!!!
Zo verrassend hè, want hier zeiden ze op kantoor dat we pas in november ergens aan
de beurt zouden zijn. En nu komen ze er zelf mee. We zijn helemaal opgewonden.
En donderdag wordt zelfs dinsdag, tegelijk met de Pupyca van James en
Nicole. Zij wachten al sinds dat wij naar Nederland gingen. We hadden ze
aangeboden om op onze boot te slapen, dan zouden wij bij hun slapen als wij aan
de beurt zijn. Probleem, denk je nu. Maar hiervoor komt spontaan een oplossing.
Ann (Ierse) en Paul (Fransman) hebben een prachtige grote boot, Only one life,
waar wij mogen slapen. Nicole en James hebben inmiddels Argentijnse vrienden
waar zij kunnen slapen. Iedereen blij. Pupyca en Nightfly komen
gezusterlijk naast elkaar te staan op een mooie plek, waar we 's ochtends al zon
hebben. Ons onderwaterschip is vrijwel ongeschonden, we hoeven alleen te schuren
en kunnen woensdag al de eerste anti-fouling laag aanbrengen. De volgende dag de
tweede laag en klaar is Nightfly. Tussendoor loop ik nog wat zaakjes af
waar we onze canvas zakken willen laten naaien. Ik ben met de hand begonnen,
maar het lijkt niet zo stevig. En dat moet wel, want er gaan straks lijnen van
meer dan 100 meter in, zwaar dus. Ik maak een mooie deal voor 25 pesos (± 5
euro) per zak. Morgen kan ik ze ophalen, lekker snel klaar. Warren schildert nog
de ankerbak en een gasfles, controleert de schroefas, de roerkoning wordt weer
rijkelijk in het vet gezet. Elke avond komen wij doodmoe bij Ann en Paul aan,
ons 5-sterren hotel voor deze week, waar we om 21.00 uur uiterlijk in ons bedje
liggen. En 's ochtends heeft Ann de koffie voor ons klaar staan om 07.00 uur,
wat een lieve schat!
Dinsdag 14 oktober 2008 De laatste hindernis (Rita, van harte gefeliciteerd)
Er mist nog steeds iets op het voordek. Sinds zaterdag
liggen we weer in het water en maken we alles vertrek klaar. Alleen ons
reddingsvlot moet nog terugkomen van het servicestation BA, niet geheel
onbelangrijk. Na onze terugkomst uit Nederland bellen en e-mailen we wat af.
Maar never nooit een reactie op onze vraag hoe het met de garantie afhandeling
gaat. Wij hadden zelf al met onze leverancier Kniest kortgesloten dat alle
waterschade onder garantie van RFD valt. Dus hebben wij de contactgegevens van
RFD NL doorgegeven aan het servicestation hier in BA, makkelijk voor ze toch? Na
eindelijk een keer terug gebeld te worden, vertelt de man dat ze geen contact
hebben kunnen krijgen met NL. Hoezo niet! Wij klimmen direct in de Skype
telefoon, bellen en e-mailen met RFD NL en een paar uur later wordt er door hen
een e-mail naar het servicestation BA gestuurd, waarbij wij worden ingecopied.
Het kan dus best. Afijn, wij bellen weer met BA en zeggen met klem dat het vlot
a.s. maandag op onze boot moet liggen, want we gaan vertrekken. En stuur dan
vast de rekening voor de service kosten per e-mail, want we moeten contant
afrekenen met de chauffeur die hem terugbrengt. Geen e-mail ontvangen, maar
maandag na een 3-tal telefoontjes van ons horen we dat het 561 US dollar gaat
kosten. Nee meneer, dat klopt niet, de service kost volgens afspraak 200 dollar
en wat er dan bij komt, kan nooit zoveel zijn. Dit moeten Pesos zijn. Nou, zegt
'ie, dat handel je dan maar met de chauffeur af??? Zeven uur 's avonds, jawel,
de chauffeur staat ons bij de pier op te wachten, met de rekening in de hand,
561 Dollar, het vlot nog in de auto. Weer hetzelfde verhaal, vergissing, moeten
pesos zijn. Hij kijkt zeer bedenkelijk, ik sta al klaar met precies 561 pesos in
mijn handen te wapperen. Hij pakt het garantie certificaat en terwijl wij dat
checken, loopt hij de rekening nog eens kritisch door. Na veel gediscussieer
over pesos en dollars, stelt hij voor om de volgende ochtend terug te komen met
het vlot en een nieuwe rekening. Nu is het geduld van Warren op. Nee, niks
ervan, ik wil ons vlot nu mee hebben, want we vertrekken morgen naar het Zuiden.
En dat hebben we meermalen aan jullie laten weten. Dat de rekening nu niet
klopt, is niet onze fout. Uiteindelijk duwt hij Warren het vlot zuchtend en
steunend in de handen. Ik kan eindelijk dat geld aan hem kwijt. Maar hij is
pislink, hij smijt de deuren van zijn auto dicht en sist tegen mij dat dit echt
een cadeautje voor ons is. En dat is ook zo. Maar jammer dan, moeten ze maar
geen verkeerde rekening opmaken. Met kloppend hart gaan wij terug naar
Nightfly met het vlot. Hè hè, we zijn klaar om te gaan.
Dinsdag 21 oktober 2008 Buenos Aires - Mar del Plata
In BA liggen we nog drie
daagjes waar we eindelijk op donderdagmiddag de kans krijgen om het wekelijkse
protest van de Dwaze Moeders te kunnen zien. Ze lopen allemaal met een wit
hoofddoekje op een aantal malen om het monument op Plaza de la Mayo. Er is één
vrouw bij met een foto van haar broer die op 58 jarige leeftijd in 1977
verdwenen is. Wat dwaas toch van de Argentijnse regering om geen openheid van
zaken te geven, zodat deze mensen eindelijk zekerheid krijgen. Vrijdagmiddag 17
oktober worden de zeilen weer gehesen en gaat onze reis naar het verre Zuiden
beginnen. Het is prachtig zonnig weer, waarbij het eerste stuk wind tegen. Maar
in de nacht wordt onze koers beter t.o.v. de wind. Hij blaast een lekker deuntje
en het gaat lekker. De volgende dag is nog warmer en in ons blote niksje
genieten we van de warme stralen. Na een paar windstille motoruren gaat de knop
van de wind weer op "aan". De hele nacht en de zondag zijn we records aan het
verbreken. Met de wind (20-25 knopen) schuin in de rug surft Nightfly met
1 rif in het grootzeil van de golven af waarbij we op de meter een bootsnelheid
van 11 knopen aflezen. Gedurende een etmaal leggen we maar liefst 177 NM (door
het water) af, werkelijk ongekend. In de nacht is de hemel vol sterren en
daaronder een veld met lichtgevende schuimkoppen die ook van de golven afsurfen.
Het bruine modderwater van de rivier Rio de la Plata is ingewisseld voor
smaragdgroen zeewater inclusief de zilte geur. We spotten weer een aantal kleine
pinguïns en de stormvogeltjes scheren met hun vleugels over de toppen van de
golven. Onze eerste tocht sinds 3 maanden is er een om door een ringetje te
halen, in elk opzicht. We hebben zelfs geen last van inslingeren, koffie en
snoep gaan erin als koek. 358 Mijl en 2½ dag later stuiven we in de nacht met 9 knopen de haven
kom van Mar del Plata binnen. Dit gaat veel te hard, snel de zeilen naar beneden en
zoeken naar de ingang van de jachthaven. Om 03.00 uur liggen we lekker in bed
waar we een tijdje later de boegschroef van de Tranquilo horen. Bart is
een dag na ons uit BA vertrokken en we zijn hem (deze keer) toch nog
voorgebleven, schouderklopje voor ons bootje. We melden ons gezamenlijk bij de
Prefectura die na veel nadenken een beetje wazig stempels zet. Dat is wel weer
een biertje waard. Maandagavond zitten we al in de kuip van een Canadese
echtpaar te tafelen, waar Mary-Ann en Larry ons alle drie voor hebben
uitgenodigd. Ieder van ons heeft een selectie met foto's meegebracht, die we bij
hen aan boord op een groot scherm bekijken. Maar ze zijn vooral zelf veel en
graag aan het woord over hun belevenissen op Antarctica en South Georgia. Wij
luisteren met gespitste oren naar wat ons te wachten staat.
Zaterdag 1 november 2008 Mar del Plata
We hebben onze plannen maar weer eens aangepast. De
Falkland eilanden laten we (dit jaar) nog even links liggen, dus geven we
onszelf hier meer tijd. Dat betekent dat we een tweede bezoekje aan Gabriela op
de pampas kunnen inplannen. Maandag gaan we met de bus naar haar toe en komen
vrijdag terug. We zijn alweer 2 weken in Mar del Plata. In de vissershaven ligt
een grote zeeleeuwen kolonie waar we met de snelle bijboot van Bart naartoe
varen. Ze liggen rijen dik naast elkaar te luieren. Een paar komen nieuwsgierig
om ons heen zwemmen, wat zijn ze groot zo dichtbij. Om aan de snelle weers-veranderingen
te gaan wennen, krijgen we hier ruimschoots de gelegenheid.
Als we in korte broek langs het strandje vlakbij lopen, schijnt de zon uitbundig
en is de wind echt warm. Vanuit het zuid-westen komt er dikke bewolking opzetten
en alsof de deur van de vriezer open gezet wordt, de wind komt uit tegengestelde
richting en is direct koud. Het strand loop onmiddellijk leeg, de zeilbootjes in
de binnenkom van de haven zetten koers naar de club en het beloofde biertje op
het terras kunnen we wel vergeten. Een klein uurtje later barst er een
onweersbui los en de rest van de middag/avond blijft het regenen. Met toch een
biertje binnen handbereik kunnen we alles volgen vanuit onze winterkuiptent, wat
zijn we daar toch blij mee. De volgende ochtend is de lucht weer blauw, maar de
wind is steeds aanwezig. Hier binnen in de haven waait het gemiddeld boven de 20
knopen, dan zal het buiten op het water vast meer zijn. We verwisselen de grote
genua alvast voor zijn kleinere broertje. Warren koopt een lange houten stok
voor aan een bronzen pikhaak, waar we straks het ijs mee kunnen wegduwen. Het
teakhout in de kuip krijgt een zoutwater schrobbeurt en ziet er daarna uit als
nieuw. De canvas zakken voldoen prima voor de hier aangeschafte 2x 100 m
polypropyleen lijnen, die we nodig gaan hebben als we moeten ankeren in de
caleta's in het zuiden. Ik check alle kleding en stop een aantal dingen in
plastic vacuüm zakken, daar kan zeker geen schimmel meer bijkomen. Bovendien geeft
het wat ruimte in de kasten voor de warme kleding. De lange onderbroeken liggen
grijnzend tussen de slipjes te wachten op hun tijd. De klusjes raken op, de boot
is klaar voor het Zuiden. Nu wij nog.
Zaterdag 8 november 2008 Mar del Plata
Het regent en de lucht is loodgrijs. Warren zal dadelijk
wel zeiknat thuiskomen, hij is met de lege gasfles op pad. Op de pampas hebben
we beter weer gehad. Elke dag schijnt de zon en is het behoorlijk warm. We
voelen ons al snel weer thuis bij Gabriela. In de zwoele schemeravond zitten we
met de traditionele maté achter in de grote tuin.
De beker met daarin losse thee krijgt telkens een nieuw scheutje heet water
opgegoten uit de thermosfles. Je drinkt kleine slokjes met een zilveren pijpje
waar onderin een zeefje zit, dan geef je hem door aan je buurman/vrouw. En dat
gaat door tot de thermosfles leeg is. Eerst is het weer wennen aan de bittere
smaak, maar het is wel lekker. Om ons heen dansen de vuurvliegjes door de lucht.
Eindelijk vinden we met behulp van Gabriela het Zuiderkruis aan de sterrenhemel.
Vanzelfsprekend eten we weer veel vlees en idioot laat. Dat geeft wat last bij
de ontlasting, eerst wat paardenvijgen en daarna gaat het over in koeienflatsen,
gelukkig van tijdelijke aard. Warren gaat in de leer bij Daniel, de Gaucho die
bij Gabriela in dienst is. Samen gaan ze te paard de pampas over om de
afrasteringen te controleren en paaltjes met schrikdraden te verzetten voor de
graasvelden. De spierpijn in zijn benen voelt hij nog dagen daarna. We kijken
mee als Gabriela met een lange handschoen tot haar oksel gaat checken welke
runderen zwanger zijn. Ze heeft er werkelijk schijt aan hoe ze eruit ziet na
deze onderzoeken. Op de laatste dag dat we er zijn, worden er een aantal
runderen geselecteerd voor de slacht. Dat valt nog niet mee om ze op de
vrachtauto te krijgen. Een paar koeien weten over de 1,5 meter hoge afrastering
te vluchten, het lijkt wel of ze het aanvoelen dat hun tijd gekomen is. Na 4
dagen nemen we weer afscheid van elkaar. We hebben voor ons leven een vriendin
en een huis in Zuid Amerika waar we altijd welkom zijn. Als we thuis komen,
kunnen we eindelijk weer internet verbinding krijgen. Met rillingen over de rug
lezen we de email van Bert. Zijn broer Willem, onze duikvriend, heeft de strijd
tegen de kanker niet kunnen overwinnen en is op zondagavond 2 november
overleden. We voelen ons ver weg en machteloos.
Woensdag 19 november 2008 Mar del Plata - Puerto Madryn
Wat een grote strop, we zijn ons reddingsvlot kwijt! Deze
keer voorgoed, verzwolgen door de zee. Zo fijn dat 'ie net nog een servicebeurt
heeft gehad. We zijn in de Roaring Fourties aanbeland en dat is te merken. Per
dag krijgen we wind uit afwisselend elke richting, met snelheden tussen 5 en 45
knopen (1-10 Bft). De barometer zakt gestaag en we zien een front uit het Zuiden
aankomen waarin veel wind wordt voorspeld. De eerste dagen is het heerlijk
zonnig zeilweer. Ik lig wat te lezen op het brugdek, Warren doet binnen een
tukje. Spletsh, spasssh, ssswwof, swssss, wat nou? Een vrolijke bende dolfijnen
om ons heen, ze maken kop-staart salto's, dubbele flik flaks, springen een paar
meter vrij boven het water om daarna lekker plat op de zij in het water te
vallen. Ze spetteren en maken kleine fonteintjes. Het is een drukte van jewelste
en ruim een uur lang komen er nog steeds nieuwe kandidaten langs. Het blijft
fantastisch om ernaar te kijken. Na bijna een hele nacht en dag motoren draait
de wind naar het ZO en trekt steeds verder aan. Inmiddels hebben we het 2e rif
in het grootzeil gezet. In mijn avondwacht waait het tussen 25 en 35 knopen en
worden we bedolven onder muren van water. De pest is dat de windvaan de boot
niet goed op koers lijkt te kunnen houden. We loeven telkens enorm sterk op en
dan staat de hele boot te trillen en te schudden, een onaangenaam gevoel. We
rollen de genua helemaal in, hijsen de werkfok aan de kotterstag en zetten -voor
het eerst- het 3e rif in het grootzeil. Midden in de nacht registreert de
windmeter snelheden van 35-40 tot maximaal 45 knopen. We besluiten Nightfly
bij te leggen, de neus in de wind, grootzeil strak in het midden en de fok bak,
helmstok zetten we vast naar lij. Opeens lijkt het relatief rustig, we hellen
nog steeds veel, maar nu meer gecontroleerd. Warren mag gaan slapen en ik houd
binnen de wacht, zittend en hangend op de kajuitvloer. Ik heb het koud, geen
wonder met dat zeiknatte zeilpak aan. Als het weer licht wordt en de golven wat
rustiger zijn geworden, zetten we Nightfly weer op koers. Tijdens het
bijliggen zijn we zo'n 18 Mijl terug naar het Noorden gedreven. Warren probeert
van alles uit en denkt op een gegeven moment dat hij niet meer kan zeilen. De
windvaan blijft slecht sturen en ik hoor hem buiten foeteren. Uiteindelijk vindt
hij het probleem bij een uit zijn vertanding geschoten tandwiel, hè
hè. Het 3e rif gaat er weer uit en dan zien we het pas. Een lege plek op het
voordek! We kijken allebei verbijsterd, het reddingsvlot is vannacht kennelijk
door de kracht van het water van dek geslagen. Maar het rare is dat de
sjorbanden niet stuk zijn getrokken, ze liggen erbij alsof ze netjes losgemaakt
zijn. Je zou denken dat het vlot door de hoeveelheid water op dek opgeblazen is
en zo overboord gegaan. Door alle herrie van de storm hoor je zoiets niet eens.
Dit is echt shit. We melden het via de radio bij de Prefectura, voordat ze
straks een zoekactie op touw zetten naar een leeg drijvend reddingsvlot. Hierna
willen ze elke 4 uur i.p.v. elke 8 uur radiocontact met ons. Ze willen onze
positie, koers en snelheid weten, de verwachte aankomsttijd in Madryn (alsof we
die kunnen voorspellen hier). Zo kunnen ze, indien nodig, ons snel vinden in
geval van nood. Het voelt wel prettig dat ze ons blijven volgen. De hele dag
blijft het grijs, koud en flink waaien. We houden lekker binnen de wacht met het
luik dicht en een fleece deken over ons heen. Het is behoorlijk vochtig binnen
door onze natte zoute kleding die niet wil drogen. We zetten de Webastokachel
even aan, maar helaas, die laat het afweten. In de handleiding worden we niets
wijzer van de foutcode die hij aangeeft. Nog een probleem op te lossen, net als
de watermaker die nog steeds niet goed draait, je wordt er flauw van. Zaterdag
begint de dag vrolijk met heldere luchten en een zonnetje, alle natte zooi kan
naar buiten om te drogen. We varen met alle zeilen bij om enige voortgang te
houden. De wind is gezakt naar 8 knopen en we hebben dichterbij de kust van
Península Valdés 4-5 knopen stroom tegen. Toch maar even de motor erbij, anders
gaan we zelfs achteruit. Dan zien we plots door het blauwe water witte vlekken
schieten. Drie prachtig getekende Commerson's dolfijnen komen een kijkje nemen.
Spierwit lijf met zwarte vin en staart en een zwarte kop. We zien deze trip
opvallend meer vogels, albatrossen, petrels, maar ook Magellan Pinguïns,
grappige beesten. De laatste nacht gaat de wind weer naar NNO 20-25 knopen en
komen we met een beste vaart de ingang van Golfo Nuevo binnenzeilen. Een grote
binnenzee waar aan de westkant Puerto Madryn ligt, maar dat is dan nog 35 Mijl
varen. Hier komen de walvissen en de orka's hun baby's baren en dat zou nu de
goede tijd moeten zijn. We zien zeggen en schrijven 2 sloom drijvende Southern
Right Whales die met hun vinnen een beetje liggen te flapperen. Zodra we Madryn
naderen, komt er een motorbootje langs varen. Een man en vrouw zwaaien
enthousiast en hij roept "Bonjour". Waarop Warren adrem reageert, "Héé, bandera
de Maxima" (daarmee scoor je hier altijd!) en wijst naar onze wapperende
driekleur. Het is niet de eerste keer dat ze ons voor Fransen aanzien. We mogen
een mooring van de club gebruiken, maar moeten een flink eind met de bijboot
varen om bij het strand te komen. Dus kom ik voor de landing weer in actie, deze
keer gestoken in zeilbroek en jas, want de temperatuur van het water is
inmiddels gezakt naar 16º C, te koud om in te vallen. Er is een klein cafeetje
van de club waar we heerlijk van een biertje nippen. We maken kennis met Mariano,
de Comodore (voorzitter) van de club en mogen gebruik maken van zijn trailer om de
bijboot van en naar het water te rijden, wat bij laag water een heel eind
sjouwen is, tijverschil is 5,5 meter. Op de administratie helpen ze ons met
zoeken naar adressen voor een nieuw reddingsvlot, maar dat wil niet echt
vlotten. Ze schijnen in heel Argentinië alleen maar 6-persoons vlotten te
hebben, veel te groot voor ons. Dus dat wordt in Nederland bestellen en laten
versturen naar de Customs in Ushuaia. We gaan vroeg naar bed om de klok maar
eens rond te slapen. Na 3 uur ben ik nog steeds wakker, maar gelukkig komt
Warren me niet roepen voor de wachtwissel. Ik kruip lekker tegen zijn warme lijf
aan en wacht geduldig tot het zandmannetje mij gevonden heeft. De dagen en
nachten hierna zijn uiterst onaangenaam aan boord, de wind is naar het NO
gedraaid en daarmee liggen we hier nu aan lager wal. De golven en de deining
krijgen 35 Mijl de tijd om bij ons te gaan klieren. Het lijkt wel of we aan het
zeilen zijn, Nightfly wordt af en toe door brekende golven overspoelt en
we liggen te hotsen en te klotsen. De afwas op het aanrecht valt vanzelf in de
gootsteen en als ik een scheet laat, moet die zelfs moeite doen om zich staande
te houden. We hebben van een clublid een aanbod gehad om op zijn schip op de kant
te slapen, maar we laten Nightfly liever niet alleen. Vanochtend is de
wind gelukkig wat gaan liggen en gaan we maar weer eens de wal op om wat zaken
te regelen, de was, diesel, water, een museum bezoeken en een excursie regelen
naar Península Valdés.
Vrijdag 28 november 2008 Caleta Horno voor anker
"Aaaaarrgh kkkoud!" We liggen te spartelen in het water (15ºC),
het lijkt wel het dompelbad in de sauna, maar dan zonder de voorafgaande hitte.
Er zal toch een keer gedoucht moeten worden. Eenmaal weer het sop uit de haren
gespoeld, volgt er een weldadige warme afspoel douche. De gevulde waterzak heeft
al een tijdje op dek in de zon liggen op te warmen. Daarmee is alle leed weer
geleden. Caleta Horno is een prachtig mooi beschutte ankerbaai, die stormproef
wordt genoemd. Er passen misschien 3 of 4 boten in, maar momenteel liggen we
hier samen met Zwitsersen Toby en Verena van de Sangoma.
De tocht hierheen verloopt zonder ophef in twee dagen en nachten. Het vinden van de
ingang naar de Caleta is lastiger. Pas op het laatste moment als je er al vlak
voor vaart, openen de rotsen zich en vallen we beiden stil. Zonovergoten
groen-blauw water met rondom roodbruine rotswanden die de baai helemaal
omsluiten. Het enige dat verschrikkelijk uit de toon valt, zijn op de rotsen
gekalkte namen van boten die hier geweest zijn. Wie doet toch zoiets!
Duidelijk is te zien tot hoe hoog het water stijgt bij vloed, vijf meter boven
de waterlijn zit een donkere aftekening met zeewier. We gooien ons anker uit,
maar gaan nu ook voor het eerst de nieuwe 100 meter lijnen gebruiken. Er is geen
ruimte om achter het anker te swingen, daarom leggen we vanaf links en
rechtsachter een lijn naar de wal. Warren roeit eerst met 1 lijn naar een rots
die er solide uitziet. Aan het eind van elke lijn hebben we een stalen lus
gemaakt die om het rotsblok komt en niet gevoelig is voor doorschavielen. Hij
moet behoorlijk omhoog klauteren, want het is nu laag water. Zodra we goed
vastliggen, is het tijd voor een stevig ontbijt, eieren met spek en een lekker
bakje koffie. De rest van de dag gebruiken we om nieuw ontstane problemen op te
lossen. In de bevestiging van de helmstok aan de roerkoning is een schroef
afgebroken. Bij het rechtuit varen stond de helmstok niet in het midden en dat
vond vooral de elektrische stuurautomaat niet leuk. Warren klimt ook weer eens
de mast in om alles te checken. Deze keer echt niet voor niets! Een splitpen van
de voorstag (Furlex) is voor de helft doorgesleten. Als dat zo blijft zitten,
kun je er op wachten dat de voorstag het begeeft en de mast naar achteren valt
en zal breken. Nadat er een nieuwe splitpen in zit, is de watermaker weer aan de
beurt. Warren haalt de hele boel weer uit elkaar en ziet hier en daar
roestvlekken. Hij poetst alles grondig schoon met Brasso en zet het apparaat
weer in elkaar. Als we hem aanzetten, krijgen we de schrik van de dag. Al na 5
minuten begint hij water te maken......Sindsdien doet hij het elke dag
vlekkeloos. Als ik Warren niet hoef te helpen, ga ik ook maar een beetje
handwerken. Kokkerellen, brood bakken, handwasjes. Zo, tijd om de wal op te
gaan. Met ons Bromvliegje peddelen we naar een inham waar we bij een
kiezelstrandje eruit kunnen. We klauteren omhoog en vanuit allerlei
gezichtspunten zien we in de diepte onze Nightfly trots als een spin in
haar web liggen dobberen. We kunnen ver over de oceaan uitkijken en aan de
andere kant loopt de rivierbedding heel ver landinwaarts. Zover je kunt kijken
is er geen mens te ontdekken, alleen maar vogels, schapen en guanaco's, een
soort lama. Ze zijn ontzettend nieuwsgierig naar ons, lopen telkens weg, maar
komen toch weer terug om te kijken waar wij heen lopen. We eten een avond bij
Sangoma aan boord, vers geplukte mosselen als voorafje, daarna heerlijke
spaghetti. Op dit goddelijke plekje houden we het nog lang vol, ware het niet
dat de verse spullen opraken. En een winkel is hier ver te zoeken. Dus gaan we
vast uitkijken naar een goed weerbericht om de volgende stap te zetten.
Zondag 7 december 2008 Caleta Horno - Puerto Deseado
Twee guanaco's doen ons uitgeleide. Aan elke kant van de
uitgang van Caleta Horno staat er één hoog op de
rotsen. Er wordt nog zo weinig wind voorspelt, dat we eerst een nachtje voor
anker gaan aan de noordkant van Islas Leones, zo'n 5 mijl verder. Een onbewoond
eiland met bovenop een verlaten vuurtoren en aan de westkant een kolonie
Magellan pinguïns. Eerst zoeken we ons een weg naar boven over het pinguïnpad
tussen prikkende struiken en grassen. Vanaf de top hebben we een mooi uitzicht
over de oceaan. De vuurtoren wordt nog regelmatig gebruikt door vissers of
expeditiegroepen om er te slapen. In de keuken staat van alles, gasflessen,
kookpannen, olielampen, kasten met borden en bestek, etenswaren. In een andere
kamer liggen matrassen en staan kasten met dekens. In nood is dit zeker een
goede schuilplaats. We wandelen over heuvels richting de pinguïns. Opeens een
venijnige pijn aan mijn kuit, alsof ik gebeten word. Hangt er een cactusbol aan
mijn broek en prikt er dwars doorheen. Er blijft nog dagenlang een grote blauwe
plek zichtbaar. Onder doornig dor struikgewas hebben de pinguïns hun nesten. Het
is er erg druk, we moeten echt opletten waar we lopen. In sommige nesten liggen
nog eieren, anderen hebben al jonkies. Zo grappig, ze kunnen niet zoals wij met
twee ogen recht vooruit kijken. Dat hoofd gaat telkens van links naar rechts om ons in de
gaten te houden. Op het kiezelstrand loopt de grote meute te kuieren en te
paraderen. Een paar zeeleeuwen liggen lui in de zon te slapen. Het stinkt er
geweldig en we worden belaagd door talrijke kleine vliegjes. Niet meer praten,
want ze vliegen zo je mond in, net als bij de zeeleeuw die ligt te gapen. De
volgende dag kunnen we weer met vliegende vaart verder. Regelmatig gaan we met 7
knopen grondsnelheid, voor Nightfly echt hard. Op 3 december lopen we
rond 18.00 uur Puerto Deseado binnen. Het is grauw grijs regenweer, tijd voor
een mok warme chocomel met pepernoten! Wat leuk, ook Pupyca, Wata
en Sangoma liggen hier voor anker. De volgende ochtend zijn we compleet
als ook Only one life binnen komt. Met ons vijven wordt er natuurlijk
veel over het weer gepraat. Allemaal weten we dat het volgende traject de
lastigste tot nu toe gaat worden. Ruim 400 Mijl varen zonder enige mogelijkheid
tot schuilen en het weer kan hier heel snel omslaan. Als "Sinterklaascadeautje"
krijgen we eindelijk uitsluitsel uit Nederland dat er een nieuw reddingsvlot
opgestuurd kan worden. Als alles goed gaat, ligt het over twee weken in Ushuaia
op ons te wachten bij de Customs. Voor nu even één zorg minder. Afgelopen nacht
werd het nog even spannend. Er is een fors lagedrukgebied uit het Zuiden
overgekomen waar veel wind in zat. En op deze ankerplaats liggen we aan lager
wal met heel weinig speelruimte naar de kant. Als we van anker af zouden slaan,
liggen we binnen een paar tellen op de rotsen. Voor de zekerheid zetten we het
ankeralarm én de wekker elk uur om te checken. Gelukkig is het ergste rond 01.00
uur voorbij en kunnen we redelijk rustig verder slapen. Vandaag de laatste
boodschapjes, afmelden bij de Prefectura en dan gaan we morgen met zijn allen
het anker lichten. Op naar de Furies Fifties!
Dinsdag 16 december 2008 Puerto Deseado - Ushuaia
"Ahoy, land in zicht". Het venijn zit 'm weer
eens in de staart. Op de 5e dag op zee ontdekt Warren rond 10.00 uur 's ochtends
links van ons de grillige contouren van Islas de los Estados (Staten eiland).
Rechts zijn de vage bergen te onderscheiden van Tierra del Fuego (Vuurland).
Daartussen door loopt de 16 mijl brede beruchte Strait Le Maire met zijn
verraderlijke stroming en soms huizenhoge golven. De kunst is om daar op het
juiste moment te zijn en gebruik te maken van de ebstroom die in zuidwestelijke
richting loopt. Wij hebben helaas de hele dag nodig om de 20 mijl naar de ingang
te overbruggen. De wind komt precies van voren, dus moeten we hoog aan de wind
kruisen en extra mijlen maken. Bovendien merken we de tegenstroom heel goed. We
schieten maar mondjesmaat op. Via het Patagonie radio netje horen we dat alle
andere boten die gelijk met ons vertrokken zijn, allang een veilig plekje in een
of andere mooie ankerbaai hebben gevonden. Voor ons duurt dat langer dan ons
lief is. Voordat de ebstroom ons gunstig gezind is, vechten we tegen de golven
en stroom in. We liggen zo schuin in het water dat de bovenste railingdraad meer
in dan boven het water ligt. Maar met 2 riffen in het grootzeil is er echt geen
gevaar, Nightfly voelt zich als een vis in het water en doet het
geweldig. Uiteindelijk kunnen we pas 's avonds rond 22.00 uur het anker laten
vallen in Baía Buen Suceso waar de Pupyca al
een aantal uren op ons ligt te wachten. Na een heerlijke nacht slapen gaan we
alweer om 06.00 uur anker op om optimaal voordeel van de ebstroom te hebben. En
we hebben eigenlijk gewoon haast om zo snel mogelijk in Ushuaia te zijn. Want
onderweg hierheen hebben we een e-mail uit Nederland gekregen dat het
reddingsvlot alleen maar naar Buenos Aires opgestuurd kan worden. En dat is
absoluut geen optie voor ons. Het kost daar dagen en handenvol smeergeld om het
vlot in Ushuaia te krijgen. En dus hebben we geen andere keuze dan een
6-persoons vlot in Argentinië te kopen en vooral op tijd aan boord te hebben.
Want zonder vlot geen Antarctica, dat is in onze ogen onverantwoord!! Het
laatste stuk deze dag wordt nog even pittig door de telkens toenemende wind en
daardoor veel zeilhandelingen, rif erin, nog een erin, rif eruit, en een nat
einde door de gestaag vallende regen. Maar eenmaal in Baía Aguirre vergeet je
dat allemaal weer. Wat een overweldigende natuur en zo bijzonder om op het
Beagle Canal te varen. Te weten dat vroeger hier de Yamana indianen leefden en
met hun kano's over ditzelfde water voeren, maar dan zonder kleding en een
vuurtje in hun kano stookten om warmte te hebben. De avond wordt helemaal
gezellig als we samen met de 3 Franse mannen van Only one life (Ann is
even naar warmere oorden vertrokken) aan boord van de Pupyca zitten te
borrelen. Nicole heeft de hele dag staan te kokkerellen en zet allemaal lekkere
dingen op tafel. Het is bijzonder komisch hoe onze Franse vrienden zo ontzettend
hun best doen om Engels met ons te praten. Waarschijnlijk vinden ze dat
hetzelfde van ons Frans gepoekel, dat overigens met de dag verbeterd. De dag
erna vertrekken wij weer als eersten, maar worden weldra ingehaald. De eerste
uren draaien we op de motor, maar gelukkig komt de wind nog tevoorschijn en kan
er weer gezeild worden. Ook deze dag alleen maar regen en kou. We overnachten in
Baía Relegada, een voor alle winden beschutte baai. Bij het krieken van de dag
laten we de Pupyca achter en motoren de laatste 40 mijl naar Ushuaia. We
verbazen ons over de hoeveelheid sneeuw die op de bergtoppen te zien is, het is
uiteindelijk zomer hier. Overal
worden we in de peiling gehouden, want regelmatig roept dan weer de Chileense
Armada ons via de marifoon op, dan weer de Argentijnse. En ze willen alles van
je weten, van je callsign tot het nummer van de Epirb. Ik heb net tegen Warren
gezegd: "Wat raar dat ze niet willen weten welke nationaliteit wij hebben en met
hoeveel personen aan boord". Nog geen 5 minuten later worden we weer opgeroepen:
"How many persons are on board". Een half uurtje later: "Which flag?". Als
Warren aan de Chilenen vraagt hoe ze onze bootnaam weten, krijgen we jammer
genoeg geen antwoord. Ik kan minder genieten van ons uitzicht, want ik lig deze
dag veel op bed met rugpijn. Goddank hebben we weinig golfslag waardoor het
redelijk rustig ligt voorin. Warren brengt regelmatig verslag uit en maakt mooie
foto's. Als we nog een paar mijl te gaan hebben, worden we door de Nije Faam
opgeroepen. Paul en Marietta zijn al een jaar in het zuiden en nodigen ons uit
om langszij te komen liggen voor een borrel, een warm welkom. Via het Patagonië
netje hebben we al vaak met elkaar gesproken, evenals met Paul en Carolien op de Giebateau.
Toch wel heerlijk om weer eens Nederlands te kunnen praten met andere zeilers.
Paul brengt ons met zijn dinghy even naar de kant zodat we ons kunnen melden bij
de Prefectura. Daarna gaan we een ankerplekje zoeken en kunnen direct de eerste
nacht testen of ons anker goed houdt, 40 knopen wind uit het Westen wat hier
vrij vaak voorkomt. Wederom helpt ons ankeralarm om het goed in de gaten te
houden. Het betekent wel dat Warren bijna elk uur het bed uit schiet als het
alarm afgaat. Maar het gaat allemaal goed en het anker lijkt zich goed
ingegraven te hebben. Vanochtend met onze eigen Bromvlieg naar de wal en op pad
om een nieuw reddingsvlot te regelen. Paul en Carolien van de Giebateau
hadden al voor ons geïnformeerd bij een zaak en inderdaad, we kunnen een vlot
bestellen. Morgen horen we wanneer het in Ushuaia aankomt, ze praten over 7-10
dagen. We zijn benieuwd! Hierna hebben we de rust voor koffie en beseffen we dat
we Al fin del Mundo zijn, aan het einde van de wereld, zoals een groot bord
vermeld.
Donderdag 18 december 2008 Ushuaia, fin del mundo
Het is werkelijk niet te filmen. Alles gaat stuk. En niet 1
keer, nee telkens weer opnieuw, ondanks reparaties. Tijdens de beruchte storm
vorige maand is er in de afgesloten kacheluitlaat op het dek zeewater
binnengedrongen. Het water liep via de kachel binnen over de vloer,
bende dus. Warren heeft alles goed schoongemaakt, maar nog wil hij niet volop branden.
Blijkt bij nadere inspectie de hele carburateur vol met drab te zitten en nee,
natuurlijk brandt dat niet. Met een rietje de dieseldrab eruit zuigen en snel in
een bakje laten lopen voordat het de mond in loopt. Desondanks deelt hij die dag
lang dieselkusjes uit. Dan doe je toch de Webasto warme lucht kachel aan als de
één het nog niet doet? Maar ook daar is zeewater de
uitlaat binnengedrongen en in de motor gelopen. Dit heeft Warren reeds in Puerto
Madryn helemaal uit elkaar geschroefd en schoon gemaakt. Daarna brandde hij
prima. Maar als we tijdens de tocht hierheen de kou zat zijn, geeft de Webasto
wéér een foutmelding, ggrrr☻rrr! Vandaag en gisteren de hele dag bezig geweest
om alles weer uit elkaar te halen. De gecorrodeerde contacten schoongemaakt en
een nieuw laagje tin erop gesoldeerd, alles nagelopen, vergeet het maar. Nog
even en Warren dondert het hele ding overboord, zo frustrerend. Bij het opstaan
schijnt de zon, heldere blauwe lucht en alles ziet er kalm uit. Na een uurtje
jagen er donkere wolken langs de hemel en in een split second waait het een
halve storm, met gemak 40-50 knopen. En dat gaat zo dag en nacht door. Dus je
moet echt beducht zijn op de wind. Warren gaat de dieseltank maar eens
bijvullen, we hebben drie jerrycans verbruikt. Voor de zekerheid gooit hij het
door een filter. Warren is bijna klaar, opeens een geschreeuw buiten, alles
vliegt door de lucht, vette windvlagen. Hij vist net op tijd het filter uit het
water, de lege jerrycans op dek kan ik nog net redden. Maar het hele dek zit
onder de diesel en erger, we vervuilen ook de zee. Met mijn rug schiet het ook
niet echt op. Warren masseert me en dat helpt wel. Maar ik beweeg me als een
houten klaas, dus hij heeft niet veel aan me tijdens het klussen. Gelukkig
kunnen we weer naar de wal en wandelen is een goede therapie. We moeten ons
visum nog verlengen bij de immigratie. Bij onze eerste poging staan we voor een
gesloten deur, alleen tussen 9 en 12 geopend. Vanmorgen een herkansing. We
stappen in de Bromvlieg, shiiiit, is de bodem alweer lek. Als Warren hem wil
oppompen, breekt het aansluitstukje van de slang. Dan maar met een lege bodem op
pad. Bij de immigratie worden zonder problemen de formulieren ingevuld door
bemoeienis van maar liefst 3 dames. Zodra we de kosten betaald hebben op de bank
- aan de andere kant van het dorp- kan de stempel in het paspoort. Ik heb nog
een uur de tijd voordat ze sluiten. Warren loopt naar de shop van ons
reddingsvlot om te horen wanneer hij binnenkomt. Ik loop als een gek naar de
bank, een rij van 24 wachtenden voor mij. Klokslag 12 uur heb ik de reçu's in
mijn zak, te laat voor de immigratie. Mañana dan maar weer. Eenmaal terug op ons
huisje begint Warren vol goede moed weer aan de kachels. Ik ben op dek bezig de
dieselzut van gisteren schoon te maken. Plotseling liggen we weer hartstikke
schuin, dikke wind, ik moet me vasthouden om niet om te waaien. Ik kijk naar
achteren, "Warren, de bijboot ligt op zijn kop en de peddels drijven weg!!!".
Hij vliegt naar buiten, draait hem snel weer om, kan 1 peddel grijpen en roeit
de ander achterna, hebbes. Hij roeit terug naar de boot, maar dan begint het
weer zo hard te waaien. Hij peddelt wat hij kan, maar het is echt tegen de
klippen op, hij drijft steeds verder weg. Natuurlijk wil de motor, die ook in
het zoute water heeft gelegen, niet starten. Het ziet er een beetje wanhopig
uit, ik kan ook niets doen. Maar dan komt er een andere motorboot aan die hem
een sleepje geeft. De rest van de middag een ongeplande klus, de motor
schoonspoelen met zoet water, alles uit elkaar, met contactspray inspuiten en
testen. Zo, dat loopt weer. Direct maar even goed draaien, met de lege jerrycans
naar de kant om diesel te tanken. De voorraad willen we altijd op peil houden.
Zonder motorproblemen komt hij een half uurtje later weer terug. Inmiddels
draait de dieselkachel weer op volle toeren, dus we kunnen het weer warm stoken.
Na het eten gaat Warren nog even naar de kant om te internetten. Ik blijf liever
thuis vanwege mijn rug, die mijn lief overigens ook nog tussendoor heeft
gemasseerd. Welke olie zou 'ie eigenlijk gebruikt hebben......De laptop gaat mee
in de waterdichte zak, motor starten, hoezo, wat is dat, starten? "Tsjonge jonge
jonge, wanneer houdt het eens op!" roept Warren vertwijfeld uit. Na een hoop
geklooi krijgt hij hem toch aan de praat en vertrekt. "Oja" zegt hij nog,
" morgen weer een klus erbij, één houten peddel is gebroken". Voor mij is het
wel duidelijk, we voelen ons nog niet echt thuis hier in het koude Zuiden. Het
enige wat tot nu toe geen probleem geeft, de accu's blijven goed vol met deze
winden. Het is inmiddels al 22.00 uur, Warren is nog niet terug. Ik hoop maar niet dat hij
de boot weer heeft gemist in die windvlaag van zojuist..........
Donderdag 25 december 2008 1e Kerstdag
"Feliz Navidad"! Hartje zomer in Ushuaia, maar net geen
witte kerst. Een paar dagen ervoor regent het de hele dag pijpenstelen en in de
bergen is een aardig pak sneeuw gevallen. Maar die smelt al snel. Na onze
pechdagen gaan we lekker aan de steiger van Afasyn-club liggen. Het is allemaal
wat makkelijker én minder nat om de wal op te gaan,
ondanks dat we over drie andere boten moeten klauteren. Het is topdrukte bij de
club, er liggen veel grote charter zeilboten waaronder Toluuka van Eef
Willems. Zij chartert hier al jaren in Patagonië, Antarctica en de Falklands,
maar gaat het zeilgebied verruilen voor omgeving Noordpool. Nederland is al met
al goed vertegenwoordigd met 5 boten. Van onze problemen zijn nog over: gebroken
peddel, lekkende watermaker en een niet werkende Webasto kachel. Die laatste is
echt helemaal binnenste buiten gekeerd en samen met Paul van Nije Faam
zijn alle technische details gecheckt. Helaas nog steeds geen oplossing nabij.
Gelukkig werkt de dieselkachel uitstekend, alleen kun je die niet gebruiken
tijdens het zeilen. Maar in de kajuit is het warm en gezellig met de kerstboom
op tafel. Kerstsfeer is ook te vinden in het centrum van Ushuaia. Kerstmannen en
pinguïns komen we tegen, winkels en restaurants zijn versierd en kerstliedjes
klinken uit de luidsprekers. Er lopen veel toeristen rond, grote cruise schepen
meren af en aan bij de commerciële steiger. En met ons vest, jas, muts, sjaal en
handschoenen aan voelt het alsof we in Oostenrijk zijn. Warren krijgt op zijn
verjaardag een echt mooi cadeau, ons reddingsvlot is gearriveerd. Tevens is mijn
rugpijn rap aan het verminderen. En het leuke van aan de de steiger liggen is,
de wifi-verbinding blijft redelijk constant. De laptop staat de hele dag aan en
familie en vrienden bellen via Skype om Warren te feliciteren. Helemaal leuk dat
we elkaar ook kunnen zien via de webcam. Veel mailtjes en ons gastenboek is ook
weer vol geschreven met lieve wensen. Op de club is nog geen post voor ons
gesignaleerd. We krijgen visite van Nije Faam en 's avonds van
Giebateau. De Fransen laten het allemaal afweten, ander feestje misschien?
Vandaag, 1e Kerstdag is alles gesloten inclusief de restaurants. Wij blijven
lekker kneuteren aan boord en op ons kerstmenu staat een gebraden kippetje uit
de oven. Gelukkig Kerstfeest iedereen!
|